Direct naar artikelinhoud
ReportageHumor

Mogen we nu echt met niets meer lachen?

John Cleese in de episode ‘The Germans’ van Fawlty Towers.Beeld Radio Times via Getty Images

Van Geert Hoste over Aalst Carnaval tot Basil Fawlty: grapjas spelen is moeilijker dan ooit. Vallen er nog grappen te tappen als je niemand meer mag beledigen? Of zijn we zo overgevoelig geworden dat elke lach in de kiem wordt gesmoord? 

en

Daar was het gevreesde c-woord. De VRT zou censuur hebben gepleegd op een fragment in het satirische programma De ideale wereld, waar Vlaams Belangers geassocieerd werden met de Hitlergroet. Don’t mention the war, zo leek de boodschap ook al toen vorige week bleek dat de Fawlty Towers’ episode ‘The Germans’ tijdelijk uit het aanbod werd verwijderd door UKTV, een onderdeel van de Britse publieke omroep, wegens ‘raciale beledigingen’. Het grootste probleem zou daar niet liggen bij het gespot met nazi-Duitsland, maar met de denigrerende taal over zwarten. De acteur en schrijver van de serie John Cleese noemde de censuur “dom” en sprak van “morele paniek naar aanleiding van de Black Lives Matter-protesten”. Volgens Cleese werd in de serie juist de spot gedreven met het onverdraagzame personage dat bekrompen denkbeelden uitkraamt.

Het zijn alleszins voorbeelden van incidenten waarbij humor steeds vaker de inzet vormt voor polarisatie: grappig voor de een blijkt kwetsend voor de ander.

“Het komt allemaal neer op hoffelijkheid”, zegt Walter Weyns, cultuursocioloog aan de Universiteit van Antwerpen. “Wat dat precies inhoudt, is constant in evolutie. In de standenmaatschappij was het heel gebruikelijk dat de aristocratie praatte over hun dienaars terwijl ze erbij stonden, alsof het huisdieren waren. Zoiets kan nu niet meer.”

Geert Hoste met een Hitlermop in De ideale wereld.Beeld RV VRT

De wrijvingen die we nu ondervinden, komen volgens Weyns voort uit de emancipatorische golven die steeds sneller op elkaar volgen. Na de ontvoogding van de arbeiders volgden pas vorige eeuw de vrouwen, de migranten, homo’s en lesbiennes. Pas heel recent leerden we met trans- en cisgenders rekening houden. “Al die groepen wensen gerespecteerd te worden, en dat vraagt een maatschappelijke aanpassing. Maar het is normaal dat die verschuivende ideeën soms tot botsingen leiden.”

In die zin is humor niet meer of minder dan een spiegel van de samenleving. Weyns herinnert zich de Nederlandse cabaretier Fons Jansen, ook hier heel populair omdat hij de spot durfde te drijven met de kerk. “Het publiek vandaag zou nauwelijks snappen waar hij het over heeft, want wij moeten ons niet meer bevrijden van het juk van het katholieke geloof.” Als de regels en de heersende moraal in een samenleving veranderen, dan drijft de humor mee die kant op. Maar dat gebeurt niet zonder frictie te veroorzaken.

Het onorthodoxe kerstlied ‘Bakske vol met stro’ van Urbanus.Beeld RV

Kijk naar Urbanus, de verpersoonlijking van een comedian die altijd tegen de heersende moraal wilde ingaan. Deze week haalde hij zich boze reacties op de hals, toen hij de mening van de bange, blanke man vertolkte in een opgemerkte passage over racisme in De afspraak. Maar in 1979 lag hij onder vuur omdat hij met het onorthodoxe kerstlied ‘Bakske vol met stro’ conservatief, katholiek Vlaanderen schoffeerde.

Wat zegt het over de tijd van nu, als de VRT zich verslikt in een Hitlermopje? En zouden de gemoederen even hoog oplaaien als de geviseerde partij niet Vlaams Belang maar Groen zou heten? “Het feit dat we moeite hebben met de verwijzing naar Hitler betekent vooral dat we die geschiedenis niet hebben verteerd”, zegt Weyns.

Niet onbelangrijk in die zin is de machtsverhouding tussen de grappenmaker en de geviseerde. Een komiek kan de luis in de pels zijn die het establishment aanpakt, of een bully die zijn pijlen richt op de meest kwetsbaren in een samenleving. Als er ‘politieke correctheid’ wordt ingeroepen, ging het veelal om dat laatste: het is een reflex ter verdediging van de minderheden of de ‘zwakkere partij’ in een samenleving.

Behoeders van de vrije meningsuiting

“De culture of outrage, waarbij mensen publiekelijk uiten hoe beledigd ze zijn, leefde vroeger inderdaad vooral bij links”, zegt comedian Michael Van Peel. “Maar de laatste jaren zie ik het ook steeds meer aan de rechterzijde opduiken. Rechts profileerde zich lange tijd als de zogenaamde behoeders van onze vrijheid van meningsuiting, maar steeds vaker blijkt dat je over hen ook niet zomaar alles mag zeggen.”

Waar Filip Dewinter vijf jaar geleden nog een tentoonstelling over Mohammedcartoons in Antwerpen organiseerde als “verzet tegen censuur en intimidatie”, noemt zijn partijgenoot Jan Huijbrechts de Hitlermop van Geert Hoste nu “een bewust opgezette provocatie”. Van Peel: “Het nieuwe politieke correct is rechts. Wie vandaag verkondigt dat alle bruin mannen buiten moeten, ondervindt minder weerstand dan iemand die pleit voor open grenzen.”

Maar hoe diverser en inclusiever de samenleving, hoe minder makkelijk het is om achteloos hele bevolkingsgroepen te negeren of door de mangel te halen. Het contrast tussen wie sterk en mondig is en wie stilzwijgend de vernedering moest ondergaan, is aan het vervagen. En zo lijken grapjes van amper twintig jaar geleden vandaag al middeleeuws.

Grappen bestaan niet in een vacuüm, benadrukt Weyns: “Humor is niet universeel of tijdloos.”

Wie er onlangs op Netflix nog eens alle tien seizoenen van de sitcom Friends door jaagde, stelt gegeneerd vast dat de reeks behoorlijk wat homofobe en transfobe scènes telt. Destijds werd het misschien nog als baanbrekend gezien dat in de reeks twee vrouwen huwen (zonder te kussen, weliswaar), en dat Chandler een transgender papa/mama heeft (hoewel die vooral het mikpunt was van spot). Maar de dooddoener ‘je moet het in de tijdgeest zien’ gaat niet altijd op. Ook toen de reeks liep kwam er al kritiek dat een serie met enkel witte, rijke, hetero’s een zeer foute weerspiegeling was van het leven in een multiculturele, progressieve metropool als New York.

De zwarte vrouw gespeeld door een blanke man in Little Britain.Beeld rv

Hoe snel humor gedateerd geraakt, viel ook Michael Van Peel op, toen hij onlangs nog eens naar Little Britain keek, nog een Britse comedy-cultserie die begin deze maand door de BBC en Netflix van hun streamingplatformen werd verwijderd. “Het viel me op dat die reeks voor mij nu ook fouter aanvoelt dan vroeger”, vindt Van Peel. “Je voelt dat die dingen verschuiven, en dat je zelf mee opschuift. Ik weet niet of dat goed of slecht is. Waar de grens ligt en wat ‘te ver’ is, dat beslissen we collectief. En als andersdenkende mensen machtiger worden, dan verandert het collectief.”

In Little Britain draaide veel van de humor rond de positie van de ‘buitenbeentjes’ in de Britse samenleving, zoals een homo (‘the only gay in the village’), een rolstoelgebruiker, en een zwarte vrouw die met een dikke laag ‘blackface’ gespeeld wordt door een blanke man. “De tijden zijn veranderd”, zo beargumenteerde de BBC de beslissing om de sketchenreeks te schrappen. Maar dat klopt niet helemaal: de omstreden scènes met blackface waren altijd al kwetsend. Wat veranderd is, is dat zij die beledigd worden nu een stem hebben gevonden om hun ongenoegen te uiten.

De rolstoelgebruiker in BBC-reeks Little Britain.Beeld prod

Een bekend internationaal voorbeeld is het personage van Apu, de winkeluitbater in The Simpsons, die na dertig jaar uit de reeks werd geschrapt.

Het personage met Indiase roots – inclusief zwaar accent – werd pas controversieel door een documentaire van komiek Hari Kondabolu uit 2007, getiteld ‘The Problem With Apu’. Hij wees erop hoe dit karikaturale personage alle vooroordelen tegenover de Indiaas-Amerikaanse gemeenschap voedde.

Hank Azaria, de witte acteur die Apu’s stem vertolkte, noemde de documentaire een oogopener. Verontrustend, misschien, dat drie decennia lang niemand zich vragen leek te stellen over een personage dat vandaag als een ‘racistische stereotypering’ wordt gezien. “Zodra ik me realiseerde dat dit was hoe het personage gezien werd, wilde ik er niet meer aan meewerken”, zei Azaria aan The New York Times. Sindsdien praat Apu niet meer.

“Ik denk niet dat Apu op zich het probleem is, maar het wordt problematisch als hij helemaal niet evolueert in de tijd”, zegt Serine Ayari, stand-upcomedian. “Ooit was dat misschien een grappig, herkenbaar typetje, we kenden allemaal wel een Indiase of Pakistaanse nachtwinkeluitbater. Maar voor de volgende generaties, die perfect de taal beheersen, een diploma hebben en een goede job willen vinden, is het erg kwetsend als ze nog steeds schertsend ‘Apu’ worden genoemd. Vandaag is het gewoon belachelijk achterhaald als je elk niet-wit personage met een dik accent laat spreken. Dat heeft niets met overgevoeligheid of politieke correctheid te maken, maar met een samenleving die veranderd is, en humor moet mee evolueren.”

Apu, de Indiase winkeluitbater in The Simpsons.Beeld RV

Ayari voelt vaak genoeg wat er van haar verwacht wordt: lachen met seksistische of racistische stereotypen. “Dan werd ik op een avond aangekondigd met de woorden ‘Hou allemaal goed uw handtas in de gaten, want de volgende comédienne heeft Arabische roots’. Wel, dat is niet grappig omdat het gewoon nergens op slaat. Ik ben hier geboren, ik kom uit Vlaams-Brabant, ik spreek vier talen. Mij neerzetten als een marginale ghetto girl is gewoon dom.”

De collectieve zucht klinkt: mogen we met niks meer lachen? “Tuurlijk, je moet met alles kunnen lachen”, zegt Van Peel. “Maar de grappen moeten beter zijn (lacht). En je mag niet meer verwachten dat je geen weerwerk krijgt. Ook dat is vrije meningsuiting.” Ayari: “Je moet met iets nieuws komen om grappig te zijn, en niet blijven hangen in achterhaalde clichébeelden over minderheden.”

Kritische blik

Naarmate de samenleving diverser en inclusiever wordt, verkleint alleszins de kans dat we allemaal met dezelfde moppen kunnen lachen. Voor humor heb je een gedeeld referentiekader nodig. “Vind ik Urbanus, een oude, blanke man, grappig? Nee, maar dat hoeft ook niet”, zegt Ayari. “Ik heb een heel andere blik op de wereld, mijn universum bestaat niet uit het kleine Vlaamse dorp onder de kerktoren. Ik hoop vooral dat er meer en meer diversiteit komt onder comedians, artiesten, tv-makers.”

Ondertussen zijn onze comedians het over een ding eens: humor cancelen en censureren is alleen maar nefast. “Het maakt de kloof tussen conservatieven en de woke progressieve garde alleen maar groter”, meent Ayari. “Straks leven we in totaal verschillende werelden.” Zelf is ze grote fan van Little Britain. “Je kan als kijker toch zelf met een kritische blik kijken. Ik vind dat juist interessant, om te zien hoe hard de tijden veranderd zijn.”

Probleem blijft dat symbooldiscussies de aandacht afleiden van de echte, onderliggende problematiek. Dat was ook de boodschap van comedian Nigel Williams in Ter zake, die benadrukte dat racisme diep geworteld zit in onze samenleving, en dat wis je niet uit door humor aan te pakken. “Je mag geen woord meer verkeerd zeggen of je bent een vijand. Zo gaan we dit probleem nooit overwinnen. Daardoor dreigen medestanders van de antiracismebeweging af te haken. We moeten een zo breed mogelijk front hebben tegen racisme, seksisme en homofobie.”