Heeft de klimaatverandering invloed op uw brandverzekering?

Brandweerlui rukken uit na de doortocht van storm Dennis in Brussel © belga
Roel Van Espen medewerker Trends

De klimaatopwarming leidt tot extremere weersomstandigheden. In zijn recent jaarverslag kaart de Ombudsman van de Verzekeringen de gevolgen voor de brandverzekering aan. Hij vraagt ook om bepaalde dekkingen te herbekijken.

Hoewel een woningverzekering niet wettelijk verplicht is, heeft naar schatting 95 procent van alle vastgoedeigenaars in ons land een brandpolis afgesloten. Niet onbegrijpelijk, want die dekt allerlei vormen van schade aan een huis of appartement. Oorspronkelijk werden alleen materiële verliezen als gevolg van een brand of een aanverwant gevaar vergoed. In de loop der jaren is het toepassingsgebied van de brandverzekering sterk uitgebreid. Dat zorgt voor een extra bescherming van uw eigendom.

De wet verplicht de verzekeraars om in een heleboel basisdekkingen te voorzien, die ze vrij mogen aanvullen met extra waarborgen. Elke brandverzekering vergoedt sowieso de materiële schade van de woning en de inboedel die veroorzaakt wordt door brand, een ontploffing (bijvoorbeeld door gas), een implosie (van uw televisietoestel), een blikseminslag, sneeuw- of ijsdruk op uw dak en hagel. Ook wanneer een auto tegen uw gevel rijdt of een boom op uw huis valt, wordt de schade die daaruit voortvloeit gedekt.

Stormschade

In een brandverzekering is ook de dekking van stormschade verplicht inbegrepen. Uw verzekeraar kan evenwel lichte of onafgewerkte constructies en installaties die bijzonder gevoelig zijn voor storm uitsluiten. “De wetgeving daaromtrent is duidelijk: de verzekering moet de schade vergoeden als de stormwind een snelheid haalde van minstens 100 kilometer per uur”, zegt Sylvie Scheerlinck, adviseur van de Ombudsman van de Verzekeringen. “De meeste polissen voorzien evenwel in een lagere drempel, bijvoorbeeld vanaf 80 kilometer per uur.”

Het stormweer van begin dit jaar maakte duidelijk dat zo’n dekking geen overbodige luxe is. “De doortocht van onder andere Ciara en Dennis was goed voor 150.000 schadedossiers”, zegt Kelly Schamphelaere van de Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen (FVF). “Ze waren samen goed voor bijna 300 miljoen euro. De stormen van januari en februari waren daarmee samen de op een na schadelijkste van de afgelopen tien jaar in België.” Alleen de pinksterstorm van 2014 zorgde voor nog meer ellende.

“Het is moeilijk om uit te maken in hoeverre stormen frequenter of heviger geworden zijn door de klimaatverandering”, zegt Wauthier Robyns van Assuralia, de beroepsvereniging van de verzekeraars. “Maar we neigen wel degelijk naar de erkenning van de rol van de klimaatopwarming als een langeretermijnfactor van frequentere en duurdere claims. Vergeet niet dat de stormverzekering en de dekking van andere natuurrampen nog niet zo heel lang geleden geïntroduceerd werden.”

Natuurrampen

Sinds 2007 dienen alle woningverzekeringen ook in een verplichte waarborg tegen natuurrampen te voorzien, bij overstromingen, aardbevingen, overlopen en opstuwingen van openbare riolen, aardverschuivingen en grondverzakkingen. “Maar voor die dekking is de omschrijving niet zo duidelijk”, stelt Sylvie Scheerlinck. “De wetgever heeft voor al die natuurfenomenen een definitie vastgelegd, maar vanuit onze praktijkervaring stellen we vast dat die soms tot discussies kan leiden.”

Sylvie Scheerlinck verwijst daarmee naar het meest recente jaarverslag van de Ombudsman van de Verzekeringen. Daarin wordt verwezen naar het feit dat verzekeraars soms de vergoeding van schade als gevolg van een aardverschuiving of grondverzakking betwisten. Volgens de wet is die verplicht wanneer het gaat om een ‘beweging van een belangrijke massa van de bodemlaag die goederen vernielt of beschadigt en geheel of ten dele te wijten is aan een natuurlijk fenomeen’. Maar dat is blijkbaar niet hetzelfde als een inkrimping van de grond door de droogte.

“Eigenlijk gaat het om een ‘inklinking’ van de ondergrond”, legt Sylvie Scheerlinck uit. “Bij dat fenomeen is er geen beweging van de onderlaag, maar wel een wijziging in het volume van de ondergrond. Dat is het gevolg van de variërende grondwaterspiegel. Aanhoudende periodes van droogte kunnen het draagvermogen van de ondergrond veranderen, waardoor de funderingen van een woning in beweging komen. Dat veroorzaakt mogelijk barsten in de muren of de vloeren, kan zelfs een verzakking in de hand werken.”

Accidenteel karakter

Consumenten zijn van mening dat bij inklinking de wettelijke waarborg speelt omdat de grond in beweging is, en omdat dat te wijten is aan een natuurlijk fenomeen. Maar volgens de verzekeraars is er geen sprake van een ‘beweging van een belangrijke massa van de bodemlaag’. Ze stellen dat de ondergrond nu eenmaal leeft, en dat daarmee rekening moet gehouden worden bij de bouw van een woning. Bovendien vertoont inklinking geen accidenteel karakter, en dat is nochtans een basisverzekeringsprincipe. De huidige rechtsleer en rechtspraak sluiten volgens Sylvie Scheerlinck aan bij die visie.

“De problemen waar de Ombudsman van de Verzekeringen naar verwijst, hebben betrekking op bodembewegingen die niet zonder meer overeenkomen met de definitie die de wetgever heeft bepaald”, meent Wauthier Robyns van Assuralia. “Het preventieve bodemonderzoek en de alertheid van de bouwer kan hier toch wel ter discussie gesteld worden. Net zoals wanneer je dorstige boomsoorten zou aanplanten in de onmiddellijke buurt van een constructie.”

In zijn jaarverslag vraagt de Ombudsman dan ook aandacht voor die problematiek. “We hebben de vraag gesteld of de dekking aardverschuiving en grondverzakking moet herbekeken en uitgebreid worden”, klinkt het. “Want nu droogteperiodes steeds meer voorkomen als gevolg van de klimaatverandering, stijgt het aantal klachten.” Ook Kelly Schamphelaere van de FVF hoopt dat verzekeraars snel uitsluitsel krijgen. “Mogelijk brengt een uitspraak van de rechter duidelijkheid”, stelt ze.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content