Marktkramers dagvaarden Belgische staat in kort geding: “We zijn discriminatie beu”

“We zijn het beu om niet gezien, niet gehoord, en verder gediscrimineerd te worden”, klinkt het verbitterd bij de Belgische marktkramers. “Mensen mogen samen sporten, een prostituee bezoeken, naar een museum gaan, onbeperkt buiten wandelen en fietsen - wat ook in dichte drommen gebeurt - maar de openbare markten worden zwaar aan banden gelegd.”

De Nationale Veiligheidsraad besloot wel om markten weer toe te laten, maar legde daarbij zware voorwaarden op, zoals een maximaal aantal kramen van 50, ongeacht de beschikbare oppervlakte. “Een geforceerd eenrichtingsverkeer gecreëerd in ware openluchtgevangenissen met eindeloze nadarhekken ontneemt de markten al hun aantrekkelijkheid”, zeggen de marktkramers daarover. Ze vinden het ook “absurd” dat klanten ter plaatse niets mogen eten en daarvoor op sommige plaatsen zelfs een GAS-boete riskeren. 

Ze verwijzen ook naar “gezaghebbende virologen” die beweren dat winkelen in de open lucht veiliger is. Ze vragen een duidelijk perspectief van de overheid, om van de “openbare markten” ook weer “vrije markten” te maken. Ze voelen zich “slachtoffer van pure willekeur”.

Advocaat Stijn Verbist verwacht dat de rechtbank zich op korte termijn zal uitspreken over de kwestie. Vorige week had een grote groep marktkramers de Belgisch Staat ook al met meester Verbist ten gronde gedagvaard inzake overheidsaansprakelijkheid.