© Dirk Kerstens

Imke Courtois en Charlotte Vandermeersch zeilen wekenlang ‘Over de Oceaan’: “Dit is een eeuwig blijvende herinnering”

Ze hebben elkaar door en door leren kennen. Voetbalanaliste Imke Courtois (32) en actrice Charlotte Vandermeersch (36) brachten eind vorig jaar drie weken samen door op een boot, voor het Vier-programma Over de Oceaan, dat in juli eerst op Play (More) van Telenet wordt uitgezonden. De bestemming? Het exotische Guadeloupe. “We vreesden geen Titanic-scenario’s, maar helemaal gerust waren we er ook niet in.”

Tom Vets

Charlotte Vandermeersch en Imke Courtois zeilden samen met Otto-Jan Ham, Dominique Persoone, Jani Kazaltzis en Evi Hanssen over de Atlantische Oceaan. Ongeveer 5.000 kilometer waren ze onderweg, van Lanzarote naar Guadeloupe, onder het toeziend oog van kapitein Piet Smet. Er was geen snel bereikbare hulp, geen assistentieschip in de buurt, en ze waren buiten het bereik van reddingshelikopters. “Ik ben avontuurlijk ingesteld en wou meteen meedoen”, zegt de actrice, bekend van onder meer Belgica, De Premier, Wat Als? en #hetisingewikkeld. “Omdat zulke trips, die er fysiek en mentaal zo enorm op inhakken, je kenmerken voor de rest van je leven. Het is een eeuwig blijvende herinnering.”

“Het avontuur is verwerkt, maar vergeten doe je dit inderdaad niet”, vindt ook de ex-Red Flame. “Ik was ooit al op een onbewoond eiland en deed extreme dingen. Maar dat was telkens heel even. Als het zolang duurt, kom je jezelf verschillende keren tegen.”

Wat was jullie grootste vrees vooraf?

Imke: De mentale impact. Vergeet niet dat je met een heleboel mensen op een piepkleine oppervlakte verblijft. Zou ik na vier dagen al niet iemand overboord willen kieperen? Ik zou eventuele ergernissen niet kunnen wegsteken, want de camera’s bleven steeds draaien. Ik was niet van plan een show op te voeren. Dat kan je niet volhouden. Maar men stelde gelukkig een complementaire groep samen. Verwacht dus geen beelden waarin we elkaars haren uittrekken en waarin mensen zich terugtrekken in hun kajuit om uit te huilen.

Charlotte: Ik huiverde voor zeeziekte. Nogal logisch, ik kreeg er voortdurend mee af te rekenen. Niet intens, maar het was altijd wel een beetje in de achtergrond. Misselijk zijn is een van de mottigste dingen die je kan overkomen. Mijn doemscenario was dat ik drie weken lang over de reling zou hangen om in een hoek lag weg te kwijnen. Ik wou kunnen functioneren onderweg.

Imke: Voor wie nog nooit zeeziek was: dat is anders dan wat braken bij buikgriep. Je braakt bijna alle kracht uit je lijf.

Charlotte: Vraag maar aan Dominique. Die speelde 9 kilo kwijt in drie weken.

Imke: Mijn grootste vrees was het gebrek aan eigen ruimte. Hoe leuk het ook is, je wil soms alleen zijn. We waren met twaalf aan boord, want er moest ook een cameraploeg mee. Dan rest er nog bitter weinig plek om te bewegen.

Charlotte: Wie alleen wou zijn, ging vaak vooraan zitten. Soms wou ik die persoon dan even gezelschap houden, maar ik durfde niet altijd. Tenslotte wil je niemand bruuskeren.

Imke: Op zulke momenten werd er vaak niks gezegd. Je was even samen in complete stilte. Die manier van samen zijn was erg bevredigend.

© Dirk Kerstens

Heb je elkaar überhaupt nog iets te zeggen als je dagenlang op elkaars lip zit?

Imke: Oh nee (lacht).

Charlotte: Wat ik wel merkte in het begin, was die spanning die je ervaart als kind op kamp. Je wil absoluut niets missen en van elk avontuur op de hoogte zijn. Hoewel ik in mijn kajuit elk klein detail kon horen. Maar na enkele dagen besef je dat je krachten moet sparen, en je je toch moet proberen af te sluiten van de rest. We konden immers amper doorslapen waardoor je een constante moeheid had.

Was de zee ruw?

Imke: We hielden het weer goed in de gaten. Zo was er storm Sebastian die soms onze richting leek uit te komen, maar gelukkig niet tot bij ons raakte. Het was de kunst om errond te zeilen en tegelijk een beetje van die passaatwinden (hardnekkige winden bij de evenaar die ontstaan door temperatuurverschillen tussen subtropen en evenaar en de draaiing van de aarde, red.) mee te pikken. Zo konden we weer terrein terugwinnen op de momenten dat we haast ronddobberden. We verlieten de haven van Lanzarote via de motor. Maar eenmaal de zeilen bovengehaald waren, vielen we zo goed als stil. Er was geen wind te bespeuren.

Charlotte: Ik heb nooit schrik gehad dat we er niet zouden geraken, maar de vraag was vooral wanneer. We wisten dat het minstens achttien dagen zou duren. Soms stak er weemoed op.

Imke: Gelukkig hadden we Dominique aan boord, die ons op gezette tijden verraste met soep of ijs. Of op de proppen kwam met zelfgebakken brood.

Charlotte: Op zulke momenten was lekker eten enorm belangrijk. Ook nog een troef aan boord: Jani. Een onmisbare schakel voor als er ambiance moest gemaakt worden.

Leerde je elkaars kleine kantjes kennen?

Imke: Ik denk dat ik die amper heb gezien.

Charlotte: Je kent gewoon veel meer facetten van iemand die je voordien alleen als bekende Vlaming kende. Niemand kwam ambetant uit de hoek, maar je weet nu wel wie er soms een knuffel nodig heeft, wie er gevoelig is of hoe iemand in bepaalde situaties zal reageren.

Imke: Bij Jani moet alles opgeruimd zijn. Als er weer iemand zijn zwemvest had laten rondslingeren, kwam daar zeker een reactie op. En gelukkig maar. Ik ben nu eenmaal een sloddervos. Na een tijdje lette ik erop dat ik het netjes hield. Wat me verder aan deze groep opviel, was dat we allemaal bijzonder gevoelige types waren voor de ander, begrijp je?

Charlotte: Je bedoelt diplomatisch? Dat kwam ook letterlijk uit de tests die ze vooraf hebben afgenomen. Je hebt vier verschillende types qua persoonlijkheid en na afloop bleken we bijna allemaal hetzelfde type te zijn.

Hadden jullie elk een aparte opdracht aan boord?

Charlotte: Imke was de medic van dienst en deed ook wetenschappelijk onderzoek.

Imke: En Charlotte was navigator en hield het logboek bij. Die taken waren tijdens de vooropleiding al netjes verdeeld door kapitein Piet.

Charlotte: Ik was op voorhand wel gaan vragen of ik het logboek kon doen.

Imke: Wat? Ik heb die keuze nooit gehad. Schrijf maar op dat ik de overschot heb gekregen (lacht).

Was zo’n dag op zee goedgevuld of sloeg de verveling vaak toe?

Imke: Dagen kenden we niet, uitsluitend shiften.

Charlotte: Wat het redelijk wazig maakte. Je kwam in een ander soort levensritme, dat niet te vergelijken valt met een werkdag in Vlaanderen. Soms was ik bezig van acht uur ’s avonds tot middernacht en kon je erna slapen tot 4u. Om 3.50u ging de wekker voor de volgende shift.

Imke: Dat was heftig.

Charlotte: Ik vond dat moeilijk. Want om 4u raakte je amper terug in gang en tegen 8u moest je dan weer gaan rusten.

Imke: Elk moment van de dag had zijn charmes. Overdag kon je je optrekken aan het zonlicht en ’s nachts moest je alleen kijken naar de lichtjes van andere schepen. Als die te dicht in de buurt kwamen, konden die ons rammen. Na enkele dagen begon ik de schoonheid van de nacht te merken. Ik werd steeds blijer als ik ’s nachts kon opstaan om naar de sterrenpracht te kijken. De nacht was niet alleen maar donker, maar kreeg een eigen leven.

Charlotte: Geef mij ook maar de nacht. Ik vond die zon te heftig.

Imke: We moesten uitkijken naar de squallekes in de buurt. Dat zijn donkere wolken met veel regen en wind. Op zulke momenten moest je echt rondom je heen kijken en niet doelloos varen. Als er zo’n wolk aankwam, moesten we direct overwegen om onze zeilen te reven. Of dat ze klein genoeg waren. Want als er te veel wind inschiet, kan je in gevaarlijke situaties terechtkomen. Soms kon het weer in enkele seconden omslaan. Dat was akelig.

Vreesde je Titanic-scenario’s?

Charlotte: Je wiegt de hele dag op die rustige zee. Het is warm en je slaapt half. En plots is er groot alarm. Qua concentratie en actie was dat een serieuze sprint om te trekken.

Imke: De reddingsvesten moesten meteen aan. Of je moest jezelf vastmaken aan de boot.

Charlotte: In het allerslechtste geval konden we vuurpijlen afschieten om hulp te vragen. Maar dan is die hulp er niet onmiddellijk. En we konden onszelf in veiligheid brengen door met twaalf in een kleine reddingssloep te stappen. Inderdaad vergelijkbaar met de film Titanic (lacht).

Imke: Tijdens de voorbereiding hebben we geleerd hoe we zo’n vlot kunnen omdraaien. Dat is allemaal niet evident. Iedereen had een functie in geval van hoge nood. Jani pakte de paspoorten, ik het medisch materiaal, Dominique moest zo veel mogelijk voedsel meenemen. Kwam die tijdens een oefening met twee immense courgettes uit de kombuis gelopen. Hilarisch.

Hebben jullie aan zeilen een nieuwe passie overgehouden?

Imke: Wat mij betreft wel. Dit gaat niet bij één keer blijven.

Charlotte: Laat het me geen passie noemen, maar wel een persoonlijke verrijking. Ik denk dat ik het nog opnieuw ga doen. Maar ik voel niet onmiddellijk de neiging om een zeilcursus te volgen. Het lijkt me wel tof om ooit zo’n brevet te halen. We kregen vooraf wel les, maar dat was zeer beperkt.

Imke: In januari heb ik al teruggebeld naar iemand van de bemanning om te vragen waar ik lessen kon volgen.

Charlotte: Ben jij al begonnen?

Imke: Absoluut. Ik heb nog twee lessen te gaan en dan heb ik ze allemaal gehad. In het begin van de coronacrisis ben ik ook beginnen te blokken.

© SBS

Zo’n cursus is veel theorie.

Imke: Da’s een understatement. Dat zijn flinke boeken. Maar ik doe het omdat het boeiend is. En door die ervaring van drie weken op zee te hebben gezeten, merkte ik dat ik toch al een beetje van de leerstof kende. Termen als schijnbare wind waren me niet vreemd. Door corona lag alles wat stil, maar dat diploma komt er zeker. Wat wel raar is: ik heb nu meer angst. Door erover te leren, besefte ik dat er veel fout kan gaan. We hebben onderweg veel geluk gehad dat er niemand overboord is gevallen tijdens heftig noodweer. Mocht ik terug op zee gaan, ga ik voorzichtiger zijn.

Charlotte: De grote plas oversteken doe je niet snel-snel. Zoiets is eigenlijk alleen verantwoord als je er helemaal in onderricht ben.

Imke: Ik weet niet of ik het ook zou durven met een partner en kinderen aan boord. Ik heb één keer het roer moeten overnemen toen de kapitein met Otto-Jan naar voren ging. Ik vond dat vreselijk.

Hebben jullie jezelf beter leren kennen?

Imke: Ik heb geen nieuwe kanten van mezelf ontdekt. Het heeft me meer rust gegeven. Je past je aan de situatie en mensen rondom je heen aan. Het besef dat je rust kunt vinden als je afgesneden bent van de wereld, dat je ook gelukkig bent als je met elf mensen intens samenleeft los van de rest op aarde, dat was een leuke les voor mezelf.

Ben je op zo’n boot snel afgekickt van de dagelijkse ratrace?

Charlotte: Onmiddellijk. Eens de haven uit heb ik geen moment meer aan mijn werk gedacht. Maar de emotionele banden loslaten is andere koek. Ik ondernam eerder al eens tochten in de brousse waar contact met België niet mogelijk was. Soms is het fijn even alle contact te verbreken, maar dit was lang. Ik stond er vaak bij stil hoe waardevol alles voor mij is. Ik had veel zin om terug te zijn. Zeker op de momenten toen bleek dat de aankomst enkele dagen later dan voorzien was. Ik ben geen controlefreak, maar op zo’n zeiltrip moet je héél veel controle afgeven. Dat was voor mij een grote oefening.

Imke: Een uurtje voor we in Guadeloupe aankwamen, had ik een triest momentje omdat ik besefte dat ik afscheid moest nemen van die bubbel. Ik wist dat ik ooit weer dat fijne gevoel van zeilen zou ervaren, maar dat het nooit nog hetzelfde zou zijn. Wat niet wegneemt dat het moment dat je voet aan wal zet ook grote euforie was.

Is het niet raar om plots vaste grond te voelen?

Imke: Ik had schrik om landziekte te krijgen.

Charlotte: Dat heb ik nooit gehad. Ik herinner me slechts één moment dat ik begon te draaien toen ik op het toilet zat.

Imke: Weet je wat bijzonder freaky was? Meerijden in de auto die ons naar het hotel bracht. Dat ging zo snel, en die reed maar 60 kilometer per uur. Of hoe je lichaam helemaal anders reageert na zo’n verblijf op zee.

Over de Oceaan, vanaf ma 06/07 op Play (More) van Telenet

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Keuze van de Redactie

MEER OVER