Veel jongeren samen, het is een beeld dat je in verschillende steden - zoals hier in Gent - ziet.

Neen, er is geen stijging van coronabesmettingen bij jongeren: viroloog Steven Van Gucht legt uit

Na het gestegen weekgemiddelde in de coronacijfers afgelopen zaterdag werd er vooral naar de jongeren gekeken, die procentueel een groot aandeel hebben in het totaal aantal besmettingen. Maar een groot aandeel betekent nog niet dat daar ook écht een stijging is. Viroloog Steven Van Gucht legt uit.  

Het zag er zaterdag even niet zo goed uit met de coronacijfers. Het weekgemiddelde - de cijfers van woensdag 17 juni tot en met dinsdag 23 juni - stond plots op 92 besmettingen. Een stijging van 6 procent in vergelijking met het gemiddelde van de zeven dagen ervoor. 

Hoewel dat weekgemiddelde zowel gisteren als vandaag opnieuw is gedaald, werd er naarstig gezocht naar een verklaring voor die plotse stijging. Er werd in de richting van de jongeren - de 20- en 30-jarigen - gekeken, want daar zitten procentueel gezien de meeste besmettingen. Meteen werd er ook verwezen naar het niet naleven van de coronamaatregelen en feestjes met veel aanwezigen zoals in Brussel en Antwerpen. 

Bekijk hier een reportage van 21 juni over samenscholingen op het Flageyplein en in Anderlecht (en lees voort onder de video):

Videospeler inladen...

"Procentueel gezien zitten de meeste besmettingen inderdaad bij de 20- en 30-jarigen", zegt viroloog Steven Van Gucht aan VRT NWS. "Daardoor is de valse indruk ontstaan dat de algemene stijging in het weekgemiddelde ook in die leeftijdscategorie is veroorzaakt."

Een valse indruk? Eerst en vooral zeggen percentages niet alles. "In volle epidemie werden enkel mensen getest die zwaar ziek waren en dat zijn vooral ouderen. Daarnaast waren er ook veel uitbraken in de woonzorgcentra en werd daar ook massaal getest. De twintigers en dertigers met lichte symptomen werden gewoon naar huis gestuurd en werden niet getest." Gevolg? Procentueel gezien veel ouderen met een coronabesmetting en een stuk minder jongeren. Althans in de officiële cijfers. 

De voorbije weken is het absolute aantal besmettingen bij jongeren stabiel gebleven

"Ondertussen testen we op een heel andere manier en wordt iedereen met milde symptomen getest. Ook de jongeren. Zij komen nu dus in de statistieken terecht", zegt Van Gucht. Bovendien loopt de epidemie in de woonzorgcentra ook op zijn laatste benen. Daardoor veranderen de verhoudingen. Als het percentage ouderen afneemt, dan stijgt het percentage jongeren. 

"Vanaf mei kunnen we ook kijken naar de absolute cijfers", zegt Van Gucht, net omdat er vanaf dan breed wordt getest. "Als je kijkt naar het aantal besmettingen per week per leeftijdscategorie dan zie je niet echt een stijging bij de 20- of 30-jarigen. De voorbije drie weken is dat aantal vrij stabiel. We zien momenteel dus geen effect van bepaalde fenomenen zoals de feesten in Brussel."

Geen echte stijging, dus. Maar het klopt wel dat het merendeel van de besmettingen de laatste weken gebeurt bij de 20- en 30-jarigen. "Dat is ook niet echt abnormaal", zegt Van Gucht. "Zij hebben vaak een rijker socialer leven met gemiddeld toch meer contacten en een grotere vriendenkring. Ouderen zijn soms ook nog wat voorzichtiger en gaan minder snel anderen opzoeken. Maar de stijging in het weekgemiddelde zaterdag, kunnen we niet linken aan een stijging bij de 20- of 30-jarigen, want die stijging is er niet."

Wat trouwens wel opvalt is een stijging bij de groep 0 tot 9 jaar. Daarvoor wordt er vooral naar de scholen gekeken. "Iedereen met een snotneus wordt nu getest", zegt Van Gucht. Als er één besmetting is in een klas wordt bovendien ook vaak heel de klas getest. Ook kinderen die geen symptomen hebben, worden daardoor nu opgenomen in de cijfers. 

De daling in de cijfers is niet iets vanzelfsprekends. Ik sluit niet uit dat die zal stoppen of dat de cijfers opnieuw lichtjes gaan stijgen

Hoe de stijging in het weekgemiddelde zaterdag exact kwam? Dat is niet echt duidelijk. "Hoe minder besmettingen er zijn, hoe sneller bepaalde fenomenen te zien zijn in de cijfers. Denk aan een gemeente met plots wat extra besmettingen of een kleine uitbraak in een woonzorgcentrum."

"Het is te vroeg om ongerust te zijn over dat gestegen weekgemiddelde", besluit Van Gucht. "Maar het is wel duidelijk dat de cijfers steeds minder snel dalen. Dan komen we op een kritiek punt en moeten we ons afvragen wat de komende weken zullen brengen. Die daling is niet vanzelfsprekend en ik sluit niet uit dat die zal stoppen of dat de cijfers misschien opnieuw lichtjes gaan stijgen."

Meest gelezen