Direct naar artikelinhoud
CoronavirusMedisch personeel

Terwijl tweede golf dreigt: ziekenhuizen voelen zich ‘hyperalert en moe’

Een covidpatiënt wordt verzorgd op de afdeling intensieve zorg in het Jessa Ziekenhuis in Hasselt.Beeld Tim Dirven

De ziekenhuizen voelen zich logistiek klaar voor een tweede golf, maar psychologisch zitten veel medici nog naar adem te happen. ‘We hebben meer kennis en overzicht en er zijn draaiboeken, maar veel mensen zitten er nog door.’

Nu het aantal coronabesmettingen blijft stijgen, doemt het spook van een tweede golf ook in de ziekenhuizen steeds concreter op. Zeker nu het aantal ziekenhuisopnames stilaan begint toe te nemen: van een gemiddelde van negen per dag tussen 7 juli tot 13 juli naar veertien de afgelopen week.

In de individuele ziekenhuizen valt dat nu niet zo op. Maar, zo waarschuwt biostatisticus Geert Molenberghs (UHasselt, KU Leuven): “We weten nu perfect dat de stijging in het aantal besmettingen zich met wat vertraging vertaalt in een stijgend aantal ziekenhuisopnames.”

Dat besef zorgt ervoor dat ziekenhuisdirecties en –personeel met de dag alerter zijn. “Maar we hebben nu een pak meer houvast dan bij de eerste golf”, zegt Frank Vermassen, hoofdarts van het UZ Gent. Zo zijn er draaiboeken waarin staat hoe afdelingen zich bliksemsnel tot covidafdelingen moeten transformeren en welk medisch personeel van andere afdelingen doorschuift naar een Covid-19-team. “We weten nu perfect waar we de volgende tien coronapatiënten zouden leggen, en de volgende tien enzovoort”, klinkt het bij het UZ Leuven.

In die scenario’s staat ook hoe de andere zorg tijdens een tweede coronagolf kan blijven doorgaan. “Dat is cruciaal, want in de eerste golf zijn veel niet-dringende behandelingen uitgesteld en daar zien we nu de schade van”, zegt Vermassen. Door in fases bij steeds meer ‘corona’ minder dringende ingrepen telkens wat af te bouwen terwijl de Covid-19-zorg wordt opgebouwd, willen ziekenhuizen dat dit keer vermijden.

Er ligt nu eveneens meer medisch materiaal klaar. “Het is nog niet royaal, omdat de Amerikanen nu veel opkopen, maar de huidige situatie is al heel wat geruststellender”, zegt Gert Van Assche, hoofdarts in het UZ Leuven. Hij benadrukt ook de grotere medische kennis over deze in maart nog mysterieuze ziekte. “Nu weten we bijvoorbeeld dat Covid-19 bloedstollingsproblemen geeft. Of dat het immuunsysteem in een tweede fase zeer vaak door het dak gaat en dat remdesivir (een antiviraal medicijn, nvdr) dan vaak helpt.”

Ook bij het UZ Brussel, de Antwerpse ziekenhuiskoepel ZNA en het UZ Antwerpen voelt de medische frontlijn zich logistiek klaar voor een tweede golf. Maar logistiek is niet alles, zo klinkt het overal.

“Je draaiboek kan op papier haalbaar lijken, maar veel van onze mensen die het moeten doen zijn mentaal moe”, zegt UZ-Brussel-directeur Marc Noppen. “Iedereen had een tweede golf pas na de zomer verwacht en niet iedereen is mentaal al bekomen van de eerste golf. Toen was er een enorme mobilisatie en een sterk samenhorigheidsgevoel door de vreselijke beelden uit Italiaanse ziekenhuizen. Zal iedereen opnieuw die enorme motivatie kunnen opbrengen? Dat is niet zomaar met een logistieke ingreep te voorzien.”

Veel ziekenhuizen hebben het nu ook drukker dan anders in juli omdat uitgestelde zorg wordt ingehaald. “De motivatie is er op zich altijd, maar de meesten hadden toch liever wat langer kunnen bekomen”, zegt Van Assche.“Ook is dit bange afwachten of dit nu een hobbel is of het begin van een nieuwe piek op zich al stresserend.”

In Antwerpen, waar de situatie het meest zorgwekkend is, klinkt eenzelfde geluid. “We zijn praktisch klaar, maar er zijn mensen die te weinig rust kregen”, zegt Ivan Huyghe, coördinerend hoofdarts van het UZ Antwerpen. “We zorgen zoveel mogelijk voor voldoende back-up voor hen.”

Bij ZNA is naast de operationele voorbereiding ook de psychologische ondersteuning voor het personeel uitgebreid, onder andere met groepsgesprekken, rustruimtes en een Samen Sterk-team. “Operationeel zijn we klaar, maar de veerkracht is zwaar op de proef gesteld”, zegt medisch directeur Katrien Bervoets. “We voorzien wat we kunnen om ervoor te zorgen dat mensen niet opbranden. Gesprekken om emoties te uiten zijn op ieder moment mogelijk. We hopen dat ook de bevolking dit beseft en er alles aan doet om te voorkomen dat wij weer worden overspoeld.”