‘Rij me maar dood, dan ben ik van alle miserie verlost’

Jacques Sys
Jacques Sys Jacques Sys is een Belgische sportjournalist

Iedere zaterdag brengen we een opmerkelijk verhaal uit de wondere wereld van het wielrennen.

Wat was de meest verschrikkelijke rit in de geschiedenis van de Ronde van Frankrijk? Algemeen wordt aangenomen dat dit de etappe is tussen Bayonne en Luchon in de Tour van 1926. Niet zozeer door de lengte, 326 kilometer, maar door de verschrikkelijke weersomstandigheden. Er moest om middernacht vertrokken worden, het regende, hagelde, sneeuwde en het vroor.

De Oostendenaar Staf Van Slembrouck, een koleriek iemand, droeg toen de gele trui, de rit voerde over vijf cols, waaronder onder meer de Tourmalet en de Aubisque. Toen Van Slembrouck op een gegeven moment een nieuwe tube wilde leggen, waren zijn handen zo bevroren van de kou dat hij die eerst in een kom water moest steken en meer dan een halfuur verspeelde.

De lijdensweg bleef duren, het werd zelfs voor Staf, nochtans een natuurmens, te veel. Hij wilde opgeven, maar de despotische Tourbaas Henri Desgrange vond dat dit niet hoorde voor de geletruidrager. Van Slembrouck had er geen oren naar. In een opwelling van wanhoop vroeg hij Desgrange hem dood te rijden zodat hij van alle miserie verlost zou zijn. Desgrange verwittigde zijn bazen, die Staf met de auto kwamen ophalen. Hij werd, net zoals vele andere renners, in een graanzak gehuld en bereikte de aankomst vijf uur na winnaar Lucien Buysse.

Maar niet alleen voor Van Slembrouck, voor alle renners werd het een calvarietocht. Ook voor de latere Tourwinnaar Lucien Buysse die deze etappe met een halfuur voorsprong zou winnen. Aan de aankomst moesten ze zijn handen van het stuur trekken en een potlood tussen zijn levenloze vingers duwen om het controleblad te kunnen tekenen. Het belette Buysse niet om zijn voorsprong in het klassement de volgende dagen rustig op te voeren. Zijn sportdirecteur vroeg hem rustig te blijven en anderen niet te vernederen. Dat deed Lucien met tegenzin. Hij was al blij als hij een platte band kreeg, dan kon hij zich in de achtervolging eens goed uitleven.

De Tour van 1926 was met 5795 kilometer de langste uit de geschiedenis. Lucien Buysse had er zich heel goed op voorbereid, maar startte alleen om een familiaal drama te verwerken: twee weken voor de start overleed zijn dochtertje aan een hersenvliesontsteking. Buysse wilde op de Franse wegen het immense verdriet van zich af fietsen. Hij won uiteindelijk met een voorsprong van 1 uur en 18 minuten op de Luxemburger Nicolas Frantz. De allerlaatste eindigde op 28 uur.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content