Direct naar artikelinhoud
InterviewGeert Molenberghs

Biostatisticus Geert Molenberghs: ‘We hebben de rode loper uitgerold voor het virus’

Geert MolenberghsBeeld Thomas Nolf

Antwerpen wordt geen tweede Bergamo, voorspelt biostatisticus Geert Molenberghs (UHasselt/KU Leuven). Maar het coronavirus heeft wel zijn tweede adem gevonden. ‘Zolang we de oudere bevolking kunnen beschermen, zitten we over het algemeen goed.’

Ons land stevent af op een tweede golf van het coronavirus. Hoe snel stijgt de besmettingscurve in vergelijking met de eerste golf?

“In maart en april zagen we de cijfers om de twee à drie dagen verdubbelen. Op dit ogenblik zitten we ergens tussen de vijf dagen en een week. Dat wil zeggen dat het nu trager gaat, en we moeten er alles aan doen om dat te vertragen tot er niets meer van overblijft.”

Antwerpen behoort tot de zorgwekkendste regio’s van Europa. In weinig andere gebieden stijgt het aantal besmettingen zo snel. En we zijn wellicht nog niet op de piek beland. Hoe nijpend is de situatie?

“Het virus is nooit homogeen uitgespreid over een gebied. Het gaat vooral om een aantal districten, met gemeenschappen die zeer nauw samenleven en waar de sociale afstand dan ook kort is. Denk aan woonblokken waar mensen met tien samenwonen op een appartement – daar kan het virus vrij snel rondgaan. Dat is de fysieke realiteit.

“Er zijn wel wat verzachtende omstandigheden. In vergelijking met de eerste golf testen we nu veel meer en veel beter. We detecteren nu ongeveer een op de drie besmettingen, bij het begin van de epidemie was dat een op de dertig. Dat betekent dat we nu een behoorlijk goed zicht hebben op waar het virus zich verspreidt. Al neemt dat niet weg dat Antwerpen een hele serieuze hotspot is.”

Het aantal besmettingen stijgt razendsnel. Wil dat zeggen dat ook de ziekenhuisopnames en overlijdens binnenkort dramatisch zullen toenemen? Wordt het zo erg als tijdens de eerste golf?

“Zoals gezegd: dit keer hebben we een groter deel van de besmettingen in het vizier. Bovendien tonen de cijfers aan dat de besmettingen zich nu veel meer bij de jongeren situeren. Vooral late tieners, twintigers en dertigers duiken op in de cijfers; 60- tot 80-jarigen blijken beter in staat om zichzelf te beschermen en af te zonderen. Ze zijn zich duidelijk bewust van het risico dat ze lopen.

“Dit is natuurlijk geen droomscenario, maar jongeren herstellen wel makkelijker en zijn weerbaarder dan de ouderen, ook al zijn er veel ernstig zieken onder hen, met potentieel blijvende schade. Zolang we de oudere bevolking kunnen beschermen, zitten we over het algemeen goed. Maar dat moet dan ook echt wel gebeuren.”

Antwerpen dreigt dus niet het nieuwe Bergamo te worden?

“Neen. Op dat moment wisten wetenschappers en zorgverleners overal ter wereld nog niet goed wat er aan de hand was. Nu kunnen we korter op de bal spelen. Mensen zijn alert en herkennen de symptomen. We ontdekken heel veel gevallen vrij snel, en intussen is ook onze kennis van het virus toegenomen. Er zijn een aantal geneesmiddelen die weliswaar niet perfect werken maar toch kunnen helpen om het ziektebeeld te milderen. Al die factoren samen geven hoop dat we de situatie onder controle kunnen houden.”

De Antwerpse gouverneur, Cathy Berx, vraagt om niet naar Antwerpen te gaan ‘in het belang van uw eigen gezondheid en die van allen die u dierbaar zijn’. Dat klinkt niet bepaald geruststellend.

“Het laatste wat je nu wilt, is dat de Antwerpse uitbraak zich kan verspreiden naar het hele land. Je moet even de lijnen doorbreken tussen het fel getroffen gebied en de regio daarrond. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat iemand die naar Antwerpen gaat met zekerheid besmet zal raken met het coronavirus. Dat is niet zo. Maar de sociale interactie tussen het binnen- en het buitengebied moet nu beperkt worden.”

De Antwerpse Meir (voor de mondmaskerplicht). 'De situatie is ernstig, en dus moeten de maatregelen streng zijn', vindt Molenberghs.Beeld Klaas De Scheirder

In Oost-Vlaanderen tonen de cijfers intussen de eerste signalen van een scherpe stijging.

“Dat was te verwachten. Antwerpen is zeer nauw verbonden met het Waasland. Het ligt perfect in de lijn van de verwachtingen dat de aangrenzende gebieden het eerst in de klappen delen.”

Bestaat de kans dat de Antwerpse maatregelen weldra ook in Oost-Vlaanderen ingevoerd moeten worden?

“Ja. Als het nodig is, kan dat gebeuren. Maar we moeten nog afwachten of de stijging zich doorzet. De maatregelen die nu genomen zijn voor het hele land, zouden de zaak ook al voor een groot stuk moeten kunnen oplossen.”

Ook in West-Vlaanderen gingen de besmettingen de voorbije week crescendo. Dat is niet te vergelijken met Antwerpen, klinkt het. Waarom niet?

“Het gaat om een veel minder dichtbevolkt gebied. En het lijkt erop dat het aanjagen van de epidemie in die regio trager verloopt dan in Antwerpen. Men gaat er voorlopig van uit dat de nieuwe maatregelen voldoende zijn om de verspreiding te beteugelen. Maar mocht de komende dagen blijken dat dat niet het geval is, kan ook daar snel geschakeld worden.”

In Antwerpen wordt een avondklok ingevoerd en wordt een mondmasker overal in de publieke ruimte verplicht. Schieten we niet te ver door?

“Neen, we schieten niet te ver door. De situatie is ernstig, en dus moeten de maatregelen streng zijn – zonder het economische leven volledig lam te leggen. Uit internationale vergelijkingen blijkt dat als je een week vroeger strenge ingrepen doet, je twee of drie weken vroeger verlost bent uit de situatie en er minder slachtoffers vallen. Hoe sneller je schakelt in het begin, hoe meer winst je boekt aan de andere kant van de lijn.”

Door de avondklok zitten mensen minder lang op café en komen ze ’s nachts niet meer samen op straat. Hadden die nachtelijke activiteiten dan zo’n groot effect op de verspreiding van het virus?

“Jazeker, al waren ook de vele feesten een probleem. Op een trouwfeest zijn wel afstandsregels, maar laat op de avond gaan de stoelen en tafels toch opzij en wordt er gedanst. Babyborrels, recepties, huwelijk: die gaven het virus wind in de rug. Zeker als er op zo’n evenement in een besloten omgeving superverspreiders aanwezig waren Die besmetten misschien wel 70 van de 100 gasten, en die hadden de week erop elk met vijftien mensen contact. We hebben de rode loper uitgerold voor het virus.”

Wie gaat joggen of fietsen in Antwerpen, moet een mondmasker dragen. Hoe nuttig is dat?

“Als ik alleen ga lopen in het bos – ik ben trouwens een loper – heeft zo’n mondmasker natuurlijk geen zin. Maar het is toch goed om een masker op zak te hebben. Het kan gebeuren dat je tijdens het joggen op een plaats komt waar het onverwachts erg druk is. Dan is het een goede reflex om je mondmasker op te zetten.”

Zelfs bij het lopen? Heel lang is ons op het hart gedrukt dat mondmaskers enkel nuttig zijn als je minstens een kwartier nauw contact hebt in een besloten ruimte. Dat is het omgekeerde van wat er gebeurt bij fietsen of joggen.

“Dat klopt helemaal. Als je alleen bent of ’s avonds loopt in een verlaten straat, ga je niemand besmetten. Maar stel je even voor: je route gaat langs een winkelstraat, en door de drukte kan je niet doorlopen maar moet je even halt houden. Dan heb je toch beter een mondmasker op. Baat het niet, dan schaadt het niet. Je weet ook nooit of je onderweg niemand tegenkomt met wie je even een praatje wilt slaan.

In het Italiaanse Bergamo moest aan het begin van de pandemie het leger helpen met het wegvoeren van de doden. Zo erg wordt het niet meer, maakt Molenberghs zich sterk. 'Toen wisten wetenschappers en zorgverleners overal ter wereld nog niet goed wat er aan de hand was. Nu kunnen we korter op de bal spelen.'Beeld Photo News

“Ik begrijp dat het bestuur daar een duidelijke lijn in wil trekken, anders krijg je eindeloze discussies. Dan kun je best toch maar die mondmaskerplicht in te voeren.”

Sporten met een mondmasker lijkt niet meteen ideaal.

“In competitieverband zal dat natuurlijk een gevolg hebben op de prestaties, want het is moeilijker om zuurstof binnen te krijgen. Ik merk dat zelf als ik ga lopen. Voor recreatieve sporters of mensen die hun conditie op peil moeten houden, zie ik het als een extra inspanning of uitdaging.” (lacht)

Is het geen feit dat dergelijke ingrepen nu moeten compenseren omdat we gefaald zijn waar we niet mochten falen, namelijk op vlak van de contacttracing?

“Er zijn inderdaad een aantal defensielijnen die niet goed gewerkt hebben. De contacttracing stond niet op punt. Ook het terreinwerk, de mensen die clusters moeten opsporen, liet te wensen over – al gaat dat allemaal stilaan beter. Daarbovenop komt vooral dat we onze maatregelen veel te snel versoepeld hebben. In juni belandden we op een plateau van 85 besmettingen per dag. Eigenlijk moest dat nog verder omlaag – maar neen, we hebben op 1 juli gewoon verder versoepeld. Dat kon niet blijven duren.”