Direct naar artikelinhoud
InterviewZaak-Reuzegom

Sven Mary verdedigt vader van Sanda Dia in Reuzegom-zaak: ‘Ik ga die studenten gek maken’

Elisa Van Bocxlaer en Sven Mary zijn burgerlijke partij in de zaak-Sanda Dia, de student die stierf bij een doop. ‘Daar is gefolterd, en dat gaan we ook beargumenteren in de rechtbank.’Beeld © Stefaan Temmerman

‘Ik zeg je: je geraakt makkelijker aan een lijst van geheime agenten bij de Stasi dan aan een ledenlijst van Reuzegom. Dit is de Vlaamse elite, en men sluit de rangen.’ Advocaten Sven Mary en Elisa Van Bocxlaer vertegenwoordigen de vader van Sanda Dia, die omkwam bij een ‘studentendoop’.

In Hasselt gaat op vrijdag 22 april de eerste zittingsdag van het proces tegen de leden van studentenclub Reuzegom van start, meer dan drie jaar na de dood van Sanda Dia (20).

Herlees hier het interview met advocaten Sven Mary en Elisa Van Bocxlaer, die de vader van Sanda Dia vertegenwoordigen:

In zijn achtertuin steekt Sven Mary een sigaret op. Hij lijkt er zijn kwaadheid mee te willen temperen: “Op iemands gezicht pissen. Op iemands gezicht kakken. Hallo! Dit is leuk, of wat?”

“Men heeft het de hele tijd over de KU Leuven die de Reuzegommers een taakstraf heeft gegeven. Zal ik je vertellen hoeveel studenten die taakstraf hebben moeten uitvoeren? Volgens ons drie. Jawel drie, voor zover wij uit het dossier kunnen opmaken. En een van die drie was dan ook nog eens een van de twee schachten die die avond hetzelfde heeft ondergaan als Sanda. 

“Er waren achttien Reuzegommers aanwezig op die doop, maar enkel die paar moesten een paper schrijven. En dan zegt de universiteit: ‘Wij konden verder niks doen.’ Wát, je kon niks doen?! Jawel, je kon iets doen: je had je als universiteit burgerlijke partij kunnen stellen en het strafrechtelijk onderzoek zo mee op de voet blijven volgen. Vandaag zeggen zij: wij wisten dit niet. Ik zeg: ja maar, je hebt ook geen enkele moeite gedaan om er iets over te weten te komen. Als je niks weet, geef dan ook geen taakstraffen, zou ik denken.”

Advocaten Sven Mary en Elisa Van Bocxlaer vertegenwoordigen samen met Stijn Butenaers en Sven De Baere de vader en enkele andere naasten van de 20-jarige Sanda Dia, een jongen van Mauritaanse afkomst die op 5 december 2018 om het leven kwam tijdens een zogenaamd doopritueel van de Antwerpse studentenclub Reuzegom.

Dit is een beetje lastig te snappen: wat heeft zo’n jongen te zoeken bij zo’n ranzig clubje?

Van Bocxlaer: “Sanda had er zelf helemaal geen behoefte aan om lid van te worden van Reuzegom. Hij was de eerste van zijn familie die kon studeren. ‘Ik ga er geraken’, zei hij altijd. Hij zag die studentenclub als een vorm van networking. Hij is er ook pas bij gegaan in zijn derde jaar burgerlijk ingenieur. Hij ging die jongens later in zijn leven nodig hebben, dacht hij. Het was een vorm van zich lostrekken van zijn eigen milieu. Hij wou zijn kansen op een goede toekomst vergroten.”

Mary: “De vader is een arbeider, die staat aan de lopende band bij DAF. Die heeft gewerkt als een paard om de studies van zijn jongen te betalen.”

Van Bocxlaer: “Zijn broer ook, trouwens. Die mensen zijn gebroken. Zijn vader noemt Sanda nog altijd mon meilleur ami. Zijn beste vriend.”

Mary: “Hij spreekt Frans, en hij zei me: ‘Vous savez, maître. J’ai fait confiance à l’université de Louvain.’ Maar, zei hij, het enige wat hij terugkreeg was een dode zoon. Hij zei ook dat hij tot voor Sanda erover begon nog nooit had gehoord van networking. En ook niet kon snappen waar networking nuttig voor zou kunnen. Die man zit je dat te vertellen en opeens valt er een bedrukkende stilte in die kamer. Echt, ik heb de afgelopen vijfentwintig jaar de grootste smeerlapperij van de wereld meegemaakt, maar dit... Dit is vuiligheid.”

Slachtoffer Sanda Dia.Beeld rv

Het parket van Hasselt vraagt de doorverwijzing van achttien leden van Reuzegom naar de correctionele rechtbank. Geeft dat voldoening?

Mary: “Ik stel me vragen bij de kwalificatie ‘slagen en verwondingen zonder het oogmerk te doden’. Als je dit dossier leest – en in één keer doorlezen, dat lukt je gewoon niet – dan vraag je je af: is dit geen schoolvoorbeeld van foltering? Daar is gefolterd, en dat gaan we ook beargumenteren in de rechtbank. Ik maak uit het dossier ook op dat onze zogenaamde ‘potentiële Vlaamse elite’ voor de zogenaamde doop meer dan vijf gram weed heeft besteld. Nochtans zie ik geen vervolging voor bezit van verdovende middelen in groep.”

Van Bocxlaer: “Gelukkig was er die Whatsapp-conversatie.”

Mary: “Ja, want dit is onwaarschijnlijk, de opkuis. Zowel in die blokhut in Vorselaar als in het kot van Sanda in Leuven is niet zomaar een beetje opgeruimd. Dat was daar klinisch proper. De politie moest daar gaan kijken. Huh, sporen van een doop? Niets te zien, alles was vakkundig weggepoetst. Dit is het verschrikkelijke aan dit dossier: wat er tijdens die doop is gebeurd, en vooral daarna. Hoe bij die ouders elke vorm van schuldinzicht en waardigheid afwezig is.”

Het waren de ouders die enkele studenten ervan weerhielden excuses aan te bieden omdat hun advocaten daar dan een bekentenis in zagen?

Mary: “Ik hoor mensen de hele tijd zeggen van: ‘Goh, ik kon dat artikel niet in één keer uitlezen.’ Die mensen mogen zich gelukkig prijzen, want ze hebben enkel een artikel gelezen. Niet het dossier. Op een gegeven moment gaan we in de rechtszaal tot openbaarheid komen. En we gaan zien of de rangen, onder die studenten, nog altijd zo gesloten gaan blijven. Ik ga ze tegen elkaar opzetten. Ik ga ze gek maken. Dat beloof ik nu. Mijn twee voornaamste getuigen, straks op het proces, zijn de twee andere schachten. Zij stonden naast Sanda. Ze hebben hem zien liggen, ze hebben hem zien creperen. Hen ga ik uitnodigen om hun uitleg te doen.”

Reuzegom was niet altijd zo’n groep malloten. Blijkbaar is het pas de laatste tien jaar zo geworden.

Mary: “Ik hoor in deze zaak de hele tijd spreken over ‘Uno’. Blijkbaar was Uno een legendarische leider die van hun dooprituelen iets ziekelijks heeft gemaakt, iets gestoords. Het komt de hele tijd terug: ‘Een doop zoals in de tijd van Uno.’ Hij moet voor die gasten een soort Charles Manson zijn geweest. Dan vraag je je af: kunnen we de echte naam van Uno kennen? Reuzegom bestaat sinds 1946. De club heeft meer dan zeventig jaar bestaan. Wij hebben als bijkomende onderzoeksdaad gevraagd naar een ledenlijst van Reuzegom door de jaren heen. Wie is daar allemaal bij geweest? Zouden wij dat mogen weten? En wie is Uno? Wel, ik zeg je: je geraakt makkelijker aan een lijst van geheime agenten bij de Stasi dan aan een ledenlijst van Reuzegom. Dit is de Vlaamse elite, en men sluit de rangen.”

Van Bocxlaer: “Telkens als je een van die verdachten opzoekt op Linkedin of zo, is het: page not found. De hele tijd.”

Mary: “Iedereen is pagina’s aan het verwijderen. Wij horen sinds afgelopen week ook andere dingen. Zo valt het mij op dat dit een exclusief mannelijk clubje is. Wij vernemen dat de dood van Sanda een zoveelste incident op rij is. Je hoort verhalen over losse handjes van sommigen op fuiven, over feestjes waar meisjes slechts worden toegelaten op voorwaarde dat ze zich kleden als prostituee. Ik ga niet zeggen dat ik veel respect heb voor Schild & Vrienden, maar vergeleken bij deze jongens zijn dat koorknaapjes. Vanwaar die adoratie voor bepaalde mensen?”

Mary en Van Bocxlaer: 'Verschrikkelijke hoe bij die ouders elke vorm van schuldinzicht en waardigheid afwezig is.'Beeld © Stefaan Temmerman

U bedoelt Hitler, die door schachtentemmer Alexander G. ‘onze goede vriend’ werd genoemd?

Mary: “Voor dit dossier is er maar één woord. En als je het uitspreekt, ga je intuïtief meteen op zoek naar de overtreffende trap. Het woord is walging.”

Het onderzoek is op een gegeven moment overgeheveld van Turnhout naar Hasselt.

Van Bocxlaer: “De moeder van een van de verdachten is rechter in Antwerpen.”

Mary: “Als er iemand in dit dossier alles heeft gedaan om de waarheid te achterhalen, dan waren het wel de speurders in Turnhout. Maar goed, het dossier verhuist dan naar Hasselt, omdat er anders een schijn van partijdigheid zou kunnen worden gewekt. Want als er beroep wordt aangetekend, komt de zaak voor het Antwerpse hof van beroep. Maar als er na Hasselt beroep wordt aangetekend, zitten we ook bij het Antwerpse hof van beroep.”

Van Bocxlaer: “Van zodra het dossier in Hasselt zat, hebben wij op al onze pertinente vragen een negatief antwoord gekregen. Terwijl je toch zou denken dat iedereen in deze zaak graag een eerlijk proces zou willen. Hoe kunnen wij, bij wijze van spreken, nagaan of de persoon die aan het eind moet oordelen zelf niet ooit is gedoopt bij Reuzegom? We hebben die informatie nu gewoon niet.”