Direct naar artikelinhoud
AnalyseCoronavirus

Hyperlokale kaart toont hoe coronavirus Vlaanderen heroverde: steeds weer komen dezelfde kernen terug

Een vrouw draagt een mondmasker in Borgerhout.Beeld Wouter Van Vooren

De tweede golf van het coronavirus overspoelt heel Vlaanderen. Data die De Morgen kon inkijken tonen dat er midden juli te laat werd gereageerd toen het virus opnieuw aan kracht won. 

Gemiddeld 465 gevallen per dag: aan die snelheid gleed het coronavirus de voorbije week door ons land. Achter dat weekgemiddelde schuilt een opwaartse curve die er steeds zorgwekkender uitziet. Op dagbasis zit het aantal nieuwe besmettingen al boven 660. Na de maatregelen die de Nationale Veiligheidsraad vorige week aankondigde, kan het nog een week duren voor de curves de verhoopte knik vertonen.

Werd Antwerpen niet zo lang geleden nog gezien als de Vlaamse hotspot van het virus, dan verspreidt SARS-Cov-2 zich nu als een lappendeken over het hele gewest. Dat tonen de data in de Vlaamse Zorgatlas, een databank met gedetailleerde hyperlokale data waar de Vlaamse steden en gemeenten sinds vrijdag toegang toe hebben. De Morgen kon de Zorgatlas inkijken.

De overzichten in de databank leren dat een lokale bestrijding van het coronavirus geen optie meer is. Naast Antwerpen, waar op een week meer dan duizend besmettingen gerapporteerd werden, is ook Gent een van de grote steden waar het virus aan kracht wint. Maar tegelijk nestelen ook kleinere steden en gemeenten zich in in de kop van het peloton. Lokeren kende 46 nieuwe besmettingen in één week, Houthalen Helchteren 30, Brakel 28. Ook Kortrijk, Dendermonde, Dilbeek, Mechelen en Boom kenden 20 of meer besmettingen.

Dezelfde kernen

Wie de film afspeelt van de voorbije maand, kan niet anders dan vaststellen dat er te snel van uitgegaan werd dat de verspreiding van het virus onder controle was – en dat er te lang getalmd is om opnieuw in te grijpen. De eerste week van juli worden alarmdrempels overschreden in Zuid-West-Vlaanderen, aan de kust, in Antwerpen, en enkele gemeenten Limburg. Vaak gaat het om lage cijfers, die niet meteen tot ongerustheid nopen. Zo krijgt ook Nazareth een gele kleurcode, ook al gaat het maar om drie besmettingen in zeven dagen tijd.

Maar stilaan tekent zich een ander beeld af. Steeds weer komen dezelfde kernen terug. Zuid-West-Vlaanderen toont zich een zorgenkind. Meer en meer gemeenten krijgen af te rekenen met besmettingen op hun grondgebied. Kleine, lokale opstootjes zijn niet meteen reden tot grote paniek. Maar als ze over heel Vlaanderen de kop opsteken, is het maar een kwestie van tijd voor er wel stevig moet worden ingegrepen. Als smeulende vuurtjes niet geblust worden, kan er snel een uitslaande brand ontstaan.

Dat gebeurt ook. Vanaf midden juli wordt duidelijk dat het virus gestaag terrein wint. De Antwerpse uitbraak dijt uit naar omliggende postcodes. In de regio van Beringen Hasselt, Genk, Heusden-Zolder en Houthalen-Helchteren worden in de derde week van juli samen bijna 80 besmettingen bevestigd. Vanuit centraal West-Vlaanderen verspreidt zich een olievlek van alarmdrempels.

Op 20 juli komt de CELEVAL samen, een orgaan dat ook de Nationale Veiligheidsraad adviseert. Rond de tafel zitten onder meer wetenschappelijke experts als Marc Van Ranst, Erika Vlieghe, Niel Hens en Marius Gilbert, naast topfiguren uit de ambtenarij als Tom Auwers en Karine Moykens. Het verslag van die vergadering laat weinig ruimte voor optimisme. “De huidige epidemiologische context baart CELEVAL ernstige zorgen.” Er wordt vastgesteld dat er in verscheidene provincies duidelijke uitbraken en clusters zijn. Elders stijgen de gevallen zonder duidelijke clusters, klinkt het. Dat is een andere manier om te zeggen: we weten niet hoe het virus zich daar verspreid heeft.

Drie belangrijke indicatoren staan dan duidelijk op rood. Het aantal bevestigde gevallen stijgt. Ook de hospitalisaties gaan omhoog, “significant”. En ten slotte wordt het reproductiegetal geschat op 1,33, wat betekent dat het virus aan kracht wint.

Cruciale week

Met de kennis van vandaag is het moeilijk te begrijpen waarom het nog een week zou duren voor er stevig ingegrepen werd. Kostbare tijd ging verloren, waarin de Antwerpse brand ook oversloeg naar het Waasland. Tegen de tijd dat de Nationale Veiligheidsraad onze sociale contacten weer aan banden legde, hadden 103 Vlaamse steden en gemeenten minstens één alarmdrempel overschreden.

Ook in Brussel en Wallonië dijt de epidemie uit, al bevindt het leeuwendeel van de nieuwe besmettingen zich wel nog duidelijk in Vlaanderen. Vooral Luik en Verviers zijn het kind van de rekening, met respectievelijk 81 en 53 besmettingen in een week. In het Brussels Gewest ging het, over alle gemeenten heen, om 334 besmettingen. Een belangrijke kanttekening daarbij is dat de teststrategie niet gelijk is in de verschillende gewesten. Dat heeft vanzelfsprekend gevolgen voor hoeveel van het reëel aantal infecties er ook daadwerkelijk gedetecteerd worden.

Weerbaarder

Interfederaal woordvoerder Boudewijn Catry zette zondag de puntjes op de i. We staan voor een cruciale week , zo zei hij in Het journaal. “Als de situatie na de komende week niet verbetert, zullen er nieuwe maatregelen overwogen worden.”

Het goede nieuws is dan weer dat het profiel van de besmette personen voorlopig helemaal anders is dan tijdens de eerste golf. Toen werden vooral ouderen zwaar getroffen, nu gaat het in de eerste plaats om jonge mensen – twintigers en dertigers. Zij zijn een stuk weerbaarder en belanden minder snel in het ziekenhuis.