Direct naar artikelinhoud
Coronavirus

Nieuwe Belgische studie: coronavirus treft kinderen veel minder hard

Nieuwe Belgische studie: coronavirus treft kinderen veel minder hard
Beeld AFP

Kinderen testen minder vaak positief op het coronavirus dan volwassenen en als ze besmet zijn, ontwikkelen ze minder vaak ernstige symptomen. Ze lopen ook amper risico op besmetting op school. Dat blijkt een grote studie over Covid-19 bij kinderen in België.

De cijfers van de studie werden verzameld sinds het begin van de epidemie in maart en lopen tot en met 28 juni. Met kinderen werd iedereen onder 18 jaar aangeduid, verduidelijkte viroloog Steven Van Gucht van Sciensano deze voormiddag op de persconferentie van het crisiscentrum.

Uit de studie blijkt dat er minder getest werd bij kinderen dan bij volwassenen, zeker in het begin van de epidemie. Het gaat om ongeveer 50 procent minder tests. “Kinderen werden minder vaak en minder ernstig ziek dan volwassenen, er was dus minder noodzaak om te testen”, aldus de viroloog.

Het aantal positieve tests lag flink lager dan bij volwassenen: 1,8 procent testte positieve, waar dat bij volwassenen 6,3 procent was. Het aantal lag hoger bij kinderen jonger dan 1 jaar en begon weer te stijgen vanaf 6 jaar, met een piek op 13 en vanaf 16 jaar. Opmerkelijk: amper 2,5 procent van de kinderen testte positief, terwijl ze 20 procent uitmaken van de bevolking.

Nieuwe Belgische studie: coronavirus treft kinderen veel minder hard
Beeld Sciensano

Er waren ook cijfers van het aantal hospitalisaties van kinderen. Daarbij waren er gegevens over 70 procent van de opgenomen kinderen. “Er werden 267 kinderen opgenomen in het ziekenhuis omwille van Covid-19”, aldus Van Gucht. “Het gaat om 1,6 procent van de kinderen waarbij het virus werd vastgesteld. Dat percentage ligt veel lager dan bij volwassenen. Voor mensen boven 65 jaar is dat bijvoorbeeld 10 procent of zelfs meer.”

De piek van ziekenhuisopnames viel samen voor kinderen en voor volwassenen: tussen 22 en 28 maart. “Het ging om evenveel jongens als meisjes”, klinkt het. “Vooral de allerjongsten werden opgenomen. De helft was jonger dan 1 jaar en een derde jonger dan 3 maanden. Dat heeft vermoedelijk te maken met de grote mate van ongerustheid die er kan zijn als een jong kind ziek wordt of koorts ontwikkelt.”

Minder erge symptomen

Kinderen werden meestal al één dag na de start van de symptomen opgenomen. Daarbij ging het vooral over koorts en hoesten. Gemiddeld mochten ze al na drie dagen weer naar huis. Amper 13 procent had onderliggende gezondheidsproblemen, zoals diabetes, overgewicht of een verstoorde afweer.

Het merendeel ontwikkelde geen ernstige complicaties: amper 19 procent. 3 procent had intensieve zorg nodig. De meeste ernstige complicaties waren er bij kinderen ouder dan 1 jaar.

Er werden geen sterfgevallen gerapporteerd onder kinderen in de studie. Sciensano heeft wel kennis van het overlijden van een meisje van 12 en een meisje van 3 jaar, waarover eerder al bericht werd.

School

Er waren ook cijfers over het aantal besmettingen op school en die waren erg hoopgevend. In totaal werden er 378 Covid-19-gevallen gemeld op scholen: 270 bij leerlingen en 108 bij personeelsleden.

Heel wat mensen werden in quarantaine geplaatst en er gingen zelfs klassen en scholen dicht. “4.715 mensen moesten preventief thuisblijven”, aldus Van Gucht. “94 procent waren leerlingen, 6 procent leerkrachten. Amper 1 procent ontwikkelde echt Covid-19. Van 11 personeelsleden wordt vermoed dat ze besmet raakten op school. Dat is 4,7 procent van het personeel in quarantaine.”

Daarnaast liepen vermoedelijk ook 36 kinderen Covid-19 op school op. Dat is amper 0,8 procent van de 4.472 kinderen die in quarantaine werden geplaatst. “Het percentage secundair besmette gevallen is dus erg laag”, aldus Van Gucht. “Ter vergelijking: in een thuissituatie zal een patiënt 10 tot 20 procent van de anderen in huis aansteken.”

Overleg

Vandaag is er overleg op het kabinet van Vlaams minister Ben Weyts (N-VA) over hoe het onderwijs in september weer moet opstarten. Van Gucht ziet geen probleem in die heropstart. “Het is uitermate belangrijk dat kinderen naar school kunnen gaan: voor hun vorming, voor hun welzijn en hun algemene gezonde ontwikkeling, zoals terecht bekrachtigd is door pediaters. Ik denk dan ook dat het belangrijk is dat het onderwijs goed en zo volledig mogelijk kan opstarten. Weliswaar met voorzorgen die maken dat het virus ook op school zo veel mogelijk ingeperkt kan worden, met behulp van bubbels en andere maatregelen.”