Direct naar artikelinhoud
Coronavirus

Wetenschappers bezorgd: ‘Beter geen vaccin dan een zwak exemplaar’

De zoektocht naar een vaccin dat ons kan beschermen tegen het coronavirus is een race, omdat beleidsmakers overal ter wereld er dat vanaf het eerste moment van hebben gemaakt. Onder meer hier in India wordt, in samenwerking met Oxford, gewerkt aan een vaccin.Beeld Photo News

Beter geen vaccin tegen Covid-19 dan eentje dat slechts gedeeltelijk beschermt. Dat stellen buitenlandse wetenschappers, die vrezen dat wie een zwak vaccin krijgt ervan uitgaat dat hij geen risico meer loopt, de coronaregels niet meer volgt en de pandemie daardoor net erger maakt. Professor Johan Neyts (KU Leuven) deelt die bezorgdheid. ‘We wachten beter iets langer op een vaccin, als dat meer zekerheid geeft.’

De zoektocht naar een vaccin dat ons kan beschermen tegen het coronavirus is een race, omdat beleidsmakers overal ter wereld er dat vanaf het eerste moment van hebben gemaakt. Amerikaans president Donald Trump wil per se nog voor de verkiezingen in november een vaccin aankondigen, het Verenigd Koninkrijk past z’n wetgeving momenteel aan om een vaccin snel genoeg te kunnen goedkeuren. 

Maar haast en spoed zijn zelden goed, weten ook de leden van de vaccinexpertengroep van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). In het medisch tijdschrift The Lancet zeggen ze dat een matig vaccin slechter is dan geen vaccin. “Het uitrollen van een zwak werkend vaccin kan de pandemie nog verslechteren, als autoriteiten er verkeerdelijk van uitgaan dat het vaccin de risico’s op besmetting substantieel doet dalen of als gevaccineerde mensen verkeerdelijk denken dat ze immuun zijn en daardoor minder strikt de maatregelen tegen het coronavirus opvolgen.”

Professor Johan Neyts, die aan het Rega Instituut van de KU Leuven aan een vaccin werkt, deelt die bezorgdheid. “Als mensen ten onrechte denken: ‘Ik ben gevaccineerd, ik ben beschermd door dit vaccin, er kan mij niets meer overkomen, ik doe alles wat ik wil en hou geen afstand meer van andere mensen’, dan riskeer je inderdaad dat zulke personen de pandemie weer aanwakkeren. Een ander risico is dat een gevaccineerde persoon die toch ziek wordt zijn geloof in het vaccin — en in vaccins in het algemeen — gaat verliezen.”

Professor Johan Neyts (KU Leuven) werkt met zijn team ook aan een vaccin tegen het coronavirus.Beeld Layla Aerts / KU Leuven

Weersvoorspelling

Volgens de WHO mag een vaccin pas worden goedgekeurd wanneer het in minstens 30 procent van de gevallen goed werkt. Rekening houdend met enkele onzekere factoren haalt een vaccin daarom in studies het best de drempel van 50 procent. Een vaccin dat maar half werkt, klinkt misschien weinig geruststellend, maar is niet uitzonderlijk. 

“Het influenzavaccin (dat beschermt tegen de gewone griep, red.) schommelt ook rond de 50 procent effectiviteit”, zegt professor Neyts. “Ruim een halfjaar voor de vaccinatie in het najaar op gang komt, moet er al beslist worden welke stammen die inenting moet bevatten. Dat is een beetje zoals het weer voorspellen op lange termijn: behoorlijk moeilijk. Maar anderzijds zijn er ook vaccins, zoals dat tegen gele koorts, waarbij één dosis je in 95 procent van de gevallen levenslange immuniteit biedt. Het ene vaccin is dus het andere niet.”

In het besef dat een matig vaccin risico’s met zich meebrengt, stelt zich de vraag: heeft het zin om op pakweg 1 januari 2021 inentingen met een effectiviteit van 30 procent toe te dienen, mochten we weten dat er tegen 1 januari 2022 inentingen met een effectiviteit van 80 procent voorhanden zijn? 

“Het is een heel terechte vraag, maar ik kan daar nu geen antwoord op geven”, aldus Neyts. “Je moet er eerst wiskundige modellen op loslaten, die enerzijds de impact op de immuniteit van de bevolking meten en anderzijds de impact op het gedrag en het vertrouwen van mensen. Mijn aanvoelen is dat het beter is om iets langer te wachten op meer zekerheid.”

“Laat ons nu vooral hopen dat de eerste generatie van vaccins goed genoeg is. Om eerlijk te zijn, ben ik daar vrij optimistisch over. Op basis van wat ik in de wetenschappelijke literatuur lees over de vaccins in ontwikkeling, denk ik dat er wel bij zijn die in aanmerking komen om op z’n minst de drempel van 50 procent te halen. De vraag is dan wel nog hoelang een ingeënte persoon immuun blijft voor het coronavirus. Misschien is het nodig om de prik na verloop van tijd nog eens te herhalen. En dat kan dan eventueel al gebeuren met een vaccin van de tweede generatie, dat beter beschermt.”