Direct naar artikelinhoud
ReportageTelevisie

‘Ook als niemand nog zoekt, blijven zij dat wél doen’: Fatma Taspinar in het spoor van de Cel Vermiste Personen

Fatma Taspinar en Alain Remue.Beeld VRT één

Iedereen kent de Cel Vermiste Personen en iedereen denkt te weten wat ze daar doen. Maar de grote verdwijningszaken waar we Alain Remue en co. van kennen zijn slechts een deel van het verhaal. Journaliste Fatma Taspinar probeert in een vierdelige docureeks een vollediger beeld te schetsen. 

Dat een programma maken over de Cel Vermiste Personen wel eens onder haar vel zou kunnen kruipen, wist Fatma Taspinar op voorhand. Voor het programma Mij overkomt het niet dook ze al eerder in een paar emotioneel geladen dossiers die bij de Cel passeerden. Maar dat het zo dichtbij zou komen, had ze niet verwacht. Op 1 januari van dit jaar – de dag waarop de opnames starten – moest de Cel op zoek naar Frederik Vanclooster, zoon van Lucas Vanclooster en Kristien Bonneure. Allebei journalist, allebei collega’s van Taspinar op de nieuwsredactie. 

Taspinar: “Ik heb meteen overlegd met de regisseur en een aantal collega’s. Wat doen we hiermee? Uiteindelijk is beslist om te blijven draaien. Onder voorbehoud. Mochten Lucas of Kristien achteraf die beelden toch liever niet op tv zien dan zouden we die er – zonder discussie – uitknippen. Ik heb toen voor mezelf wel uitgemaakt dat ik niet aanwezig wou zijn tijdens die draaidagen. De donkerste momenten in het leven van twee van mijn collega’s registreren, dat kon ik gewoon niet. Ik wou niet als een of andere aasgier langs dat water staan. Verdriet kapen om er een goed programma aan over te houden, dat doe ik gewoon niet. We hebben op het oordeel van Alain vertrouwd, hij heeft 25 jaar ervaring met dit soort dingen. En achteraf bekeken zijn we wel blij dat de camera’s bleven draaien.” 

Remue: “Een paar weken geleden ben ik, samen met de regisseur en de eindredacteur, de aflevering waarin de verdwijning van Frederik aan bod komt, gaan tonen aan zijn ouders en zijn zus. Dat was de lakmoesproef. Toen zij hun zegen gaven, wisten we dat de toon van het programma juist zat.” 

Emotioneel zwaar

Taspinar: “Lucas heeft me daarna een heel lieve mail gestuurd. Hij schreef dat hij die dagen na de verdwijning van Frederik in een waas beleefde. Nu kreeg hij voor eerst te zien wat er zich in die periode allemaal heeft afgespeeld. Ondanks de dramatische afloop heeft dat toch een zekere waarde.” 

Een reeks maken over de Cel Vermiste Personen bleek niet alleen emotioneel zwaar. Ook organisatorisch was het niet evident. De actualiteit laat zich niet plannen en je weet nooit wanneer je uit zal moeten rukken. 

“We zijn aan dit project begonnen zonder te weten wat er op ons af zou komen”, zegt Remue. “En alsof het sowieso nog niet moeilijk genoeg was, kregen we ook nog eens af te rekenen met corona. We wilden bijvoorbeeld aandacht besteden aan de problematiek van mensen met dementie die al eens durven te verdwijnen. Maar dat is niet gelukt. Door de coronacrisis gingen de woon-zorgcentra op slot met een spectaculaire daling van het aantal verdwijningen tot gevolg. Maar we zijn er – ondanks alles – toch in geslaagd een mooie compositie te maken van waar we zoal mee bezig zijn.

“Het is ook niet zomaar filmen, natuurlijk. Je maakt geen verslag van een wielerwedstrijd. Je hebt toestemming nodig van alle echelons. Het is ook een kwestie van privacy. Voor elke zaak die in het programma passeert moet je bij de familie langs. Dat is niet altijd evident.”

Taspinar: “Het helpt in die gevallen wel dat ook de mensen van de cel zelf nauw bij het programma betrokken waren. Als je Alain aan boord hebt, gaan er wel wat deuren open.” 

De Cel Vermiste Personen is de voorbije 25 jaar al heel vaak in het nieuws geweest. Je kan je de vraag stellen of we ondertussen niet alles weten wat er te weten valt over de dienst. Taspinar: “Iedereen kent de Cel. Iedereen kent Alain Remue en iedereen denkt te weten wat die doet. Maar wat er bij de Cel precies gebeurt en hoe dat allemaal in zijn werk gaat, krijg je alleen te zien wanneer je een paar maanden met die mannen meeloopt. Bij de Cel Vermiste Personen denk je automatisch aan zaken als die van Julie Van Espen of aan verdwijningszaken met kinderen in de hoofdrol. Maar de Cel doet veel meer dan dat. Alleen haalt 80 procent van de zaken die ze behandelen nooit het nieuws.”

Risicopatiënten met dementie

Remue: “Amper één procent van de zaken die bij ons binnenkomt heeft een crimineel karakter, terwijl dat wel de dossiers zijn waarmee iedereen ons associeert. Maar we zijn het merendeel van de tijd bezig met zelfdodingen, risicopatiënten met dementie die plots verdwijnen of gewoon stomme accidenten waarbij iemand met zijn auto in het water rijdt en niet gevonden wordt.”

Taspinar: “In de reeks komen ook die minder mediagenieke zaken aan bod. Want ook die zijn belangrijk. Bij elke persoon die verdwijnt is er altijd iemand die hem of haar mist. De Cel Vermiste Personen wil al die mensen een antwoord geven. Dat is hun drijfveer. En dat is wat ik heb proberen in beeld te brengen. Want het is een hondenjob. In regen en wind, op de meest onmogelijke uren. Zonder klagen. Omdat ze weten dat er iemand thuis zit te wachten. Iemand die, in het slechtste geval, afscheid wil nemen van een geliefde. Ik vind dat op een of andere manier een geruststellende gedachte. Als ik ooit vermist raak en niemand doet de moeite om naar me op zoek te gaan, dan zal er altijd nog de Cel Vermiste Personen zijn.”

De Cel Vermiste Personen, woensdag om 20u40 op Eén