Facebook linkt Instagram en Messenger, maar niet om u een plezier te doen

Was een bericht sturen maar zo handig als een e-mail verzenden. Wat voor applicatie we ook gebruiken, een e-mail komt altijd aan, zolang we maar het juiste mailadres kennen. Voor berichten is dat een stuk ingewikkelder. Tel ze maar eens op uw smartphone, de verschillende apps waarmee u privéberichten stuurt naar familie, vrienden en collega’s.

De kans is groot dat u – of uw kroost, dat terzijde – zowel WhatsApp, Facebook Messenger, Instagram als misschien wel Snapchat, Signal of Telegram op de telefoon hebt staan. En dan bliept die smartphone ook nog eens wanneer er een ouwe getrouwe sms binnenloopt. 

Een luxeprobleem waarvan Facebook, eigenaar van Instagram, Messenger en Whatsapp, zich bewust is. “Uit onze research blijkt dat vier op de vijf Amerikanen die berichtendiensten belangrijk vinden om contact te houden met vrienden en familie. Een op de drie vindt het moeilijk te onthouden in welke app een bepaalde conversatie gaande is”, schrijven Instagram-baas Adam Mosseri en Messenger-chef Stan Chudnovsky in een blogpost.

Door de berichtenfunctie van de twee apps met elkaar te verbinden, hopen ze het leven van hun gebruikers te vergemakkelijken. En uiteraard speelt gebruiksgemak een belangrijke rol in de beslissing om de twee diensten te linken. In de toekomst zal trouwens ook WhatsApp gelinkt worden. Maar voor Mark Zuckerberg is het verweven van berichtendiensten van cruciaal belang voor de toekomst van zijn bedrijf.

De voorbije jaren maakten sociale media een ingrijpende evolutie door. Waar vroeger alles publiekelijk werd bediscussieerd en gedeeld, kiezen jong en oud er steeds meer voor om hun conversaties toch wat af te schermen in gesloten groeps- of privégesprekken.

Alarmbel

Facebook heeft met Instagram, Facebook Messenger en WhatsApp drie van de populairste diensten in handen. Hoe meer mensen de diensten gebruiken, hoe meer advertenties Facebook kan aanbieden in de apps, hoe beter het bedrijf zijn miljoenenomzet kan verzekeren. Zo is vandaag al reclame te vinden in Messenger, bij Instagram is dat in privéberichten nog niet het geval.

Maar er zijn kapers op de Facebook-kust. Wie in de resultaten van het Apestaartjaren-onderzoek van dit jaar duikt, ziet dat 74 procent van de Vlaamse jongeren tussen twaalf en achttien Snapchat gebruiken om elkaar berichten te sturen. Vooral om te flirten zou dat platform in trek zijn. 

Ook de houding van Apple zit Facebook al jaren dwars. Wie een iPhone koopt, krijgt sowieso iMessage voorgeschoteld als standaardapp. “We vinden dat mensen zelf moeten kiezen welke berichtenapp de standaard is”, klaagde Facebook Messengerbaas Stan Chudnovsky onlangs nog in Amerikaanse media. “Dat gebeurt bij alle andere appsoorten namelijk ook al”. Daarmee verwijst hij naar kalender- en browserapps die iedereen vrij kan kiezen.

Monopolie

En dan is er nog Google dat al jaren, zij het tevergeefs, probeert om voet aan grond te krijgen in de strijd om onze privéberichten. De techgigant uit Mountain View schaarde zich in 2018 achter RCS of Rich Communication Service. Dat is een chatservice die gelijkaardige functies aanbiedt als WhatsApp, maar even merkonafhankelijk is als sms. Vlot loopt die uitrol echter niet.

Maar dat is niet alles. Zowel in Europa als in de Verenigde Staten klinkt de roep steeds luider dat Facebook een al te machtig monopolie heeft. Stemmen gaan op om het bedrijf dringend strenger te reguleren, of zelfs op te breken. Toen Mark Zuckerberg in 2019 voor het eerst zijn plannen aankondigde om de drie apps met elkaar te linken, trokken privacywaakhonden en verschillende politici aan de alarmbel. Volgens hen is de enige echte reden dat Facebook de apps aan elkaar niet, om het voor overheden moeilijker te maken het machtige bedrijf op te delen.