Videospeler inladen...

"Mensen met een laag inkomen hadden een grotere kans om te sterven tijdens eerste coronagolf"

Het coronavirus heeft bij de lage inkomens een hogere dodentol geëist dan bij de hogere inkomens. Dat blijkt uit een studie van de Socialistische Mutualiteiten naar de oversterfte bij haar leden tijdens de eerste coronagolf, in het voorjaar. Vergeleken met de voorbije vijf jaar, ligt het aantal extra sterfgevallen door corona ruim de helft hoger bij ouderen met een laag inkomen.

Als je naar de grafiek van het aantal overlijdens in België kijkt, dan zie je dat er dit jaar een ongewone piek was van 16 maart tot 10 mei. In die 7 weken waren er zo’n 9.000 overlijdens meer dan het gemiddelde van de voorbije vijf jaren. Dat noemen we de oversterfte. 

(Lees verder onder de grafiek van statistiekbureau Statbel.)

We moeten het natuurlijk niet ver zoeken: die hoge piek in de oversterfte is te wijten aan de eerste golf van de corona-epidemie die in ons land ongemeen hard toesloeg. (De tweede piek, in augustus, wordt toegeschreven aan een hogere sterfte door de hittegolf.)

Bevestiging

De Socialistische Mutualiteiten (bij wie een kleine 30 procent van de Belgen aangesloten is) hebben in de data over hun leden gegraven om meer te weten te komen over de dodelijke slachtoffers van de corona-epidemie. Dat onderzoek bevestigt een aantal zaken, maar brengt ook nieuwe dingen aan het licht. 

Zo bevestigen de data dat de vele overlijdens bij de oudste leeftijdsgroepen verantwoordelijk zijn voor het leeuwendeel van de oversterfte: meer dan de helft (53%) van de overlijdens waren bij de 85-plussers, gevolgd door de 75-tot 84-jarigen (29,1%).

Rusthuizen

Daarnaast bevestigt de studie dat de oversterfte vooral groot was bij rusthuisbewoners. “Bijna 2/3 van de oversterfte is te wijten aan overlijdens van rusthuisbewoners”, zegt Paul Callewaert, topman van de Socialistische Mutualiteiten. 

“Het aantal overlijdens in de rusthuizen was bijna dubbel (+95 procent) zo hoog als normaal. Dit terwijl ouderen die thuis wonen veel minder getroffen werden.”

(Lees verder onder de grafiek)

Inkomensafhankelijk

Bij die laatste groep, de ouderen die thuis wonen, steeg de oversterfte “maar” met 28 procent. Maar toen ze bij de Socialistische Mutualiteiten gingen kijken naar de inkomens, viel op dat ouderen met een laag inkomen zwaarder werden getroffen door COVID-19 dan leeftijdsgenoten met een hoger inkomen.

De oversterfte bij ouderen met een laag inkomen, die een verhoogde tegemoetkoming krijgen van het ziekenfonds, blijkt drie keer zo groot te zijn als bij mensen met een hoog inkomen. 

Hoe komt dit? “Het gaat vaak om mensen die al een slechte gezondheidstoestand hadden”, legt Paul Callewaert uit. “Bovendien hebben zij minder goede leefomstandigheden en leven zij vaker geïsoleerd, waardoor ze minder informatie krijgen over de ziekte en minder snel naar de dokter stappen.”

Verdubbeling in Limburg

De oversterfte heeft in de provincie Limburg een hogere dodentol geëist dan in de andere Vlaamse provincies. Het aantal extra sterfgevallen door corona ligt in Limburg dus duidelijk hoger, zegt Callewaert.

"In Limburg ligt het oversterftecijfer 2 keer zo hoog als in andere provincies. Dat heeft wellicht te maken met het feit dat daar heel snel een aantal broeihaarden zijn ontstaan en die niet meteen onder controle waren. In die zin kan je wel zeggen dat Limburg het Italië van België is geweest."

Herbekijk ook de journaalreportage over het onderzoek van het socialistisch ziekenfonds:

Videospeler inladen...

Meest gelezen