Een blik op Brussel tijdens een hittegolf op 24 juli 2019.

Welk klimaat heeft België in 2100? 5 graden warmer, veel nattere winters en intensere hittegolven, waarschuwt KMI

In een nieuw groot klimaatrapport waarschuwt het KMI voor een verdere klimaatverstoring in de komende decennia in België, met nog meer en intensere hittegolven, een ander neerslagpatroon en een hogere gemiddelde temperatuur - die mogelijk tot 5 graden extra kan oplopen tegen 2100. Alleen als we er in slagen om snel en drastisch onze uitstoot van broeikasgassen te verminderen, worden de pessimistische scenario's iets lichter. 

"Klimaatrapport 2020: van klimaatinformatie tot klimaatdiensten", is vanmorgen voorgesteld . Het is het eerste grote klimaatrapport in vijf jaar,  na het "Oog voor het klimaat"-rapport van 2015.

Het rapport bevat drie belangrijke delen: een stand van zaken van waar we momenteel staan met ons klimaat (waaruit blijkt dat de klimaatopwarming zich volop doorzet, ook bij ons),  projecties met scenario's voor de toekomst (we zullen nog meer van hetzelfde krijgen, met een laag(je) extra, afhankelijk van hoeveel broeikasgassen we blijven uitstoten) en een deel over het belang van klimaatinformatie voor de toekomst, met een oproep tot het oprichten van een Klimaatcentrum

Het gaat vaak over Covid-19, maar er is nog een andere golf die een grotere bedreiging vormt: die van klimaatverandering

Het is nog niet verloren, maar ...

Wegens het coronavirus werd de voorstelling en bijhorende conferentie voor een groot deel via video gehouden. Klimaatexpert Jean-Pascal Van Ypersele van de universiteit van Louvain-La-Neuve vatte het als volgt samen: "Het gaat momenteel vaak over de tweede golf van COVID-19, maar er is nog een andere golf aan de horizon die eigenlijk een grotere bedreiging voor de mensheid vormt: de klimaatverandering." 

Het terugbrengen van onze uitstoot van broeikasgassen zou veel hoger op de politieke agenda moeten staan, benadrukt Van Ypersele, "alsof we allemaal voor ons leven aan het rennen zijn." Want de scenario's zijn misschien pessimistisch, maar we kunnen de scherpe kanten er nog afvijlen, en de kennis en de middelen daartoe zijn voorhanden. "Er is hoop", zei Van Ypersele, ex-vicevoorzitter van het VN-klimaatpanel.

Maar zoals experts al vaker herhaalden, het moet nu wel stilaan gebeuren, en hoe sneller, hoe beter. Dat de omslag serieus zal moeten zijn, bewijst de huidige coronacrisis: de CO₂-uitstoot zou dit jaar wereldwijd 4 tot 7 procent lager kunnen komen te liggen dan de vorige jaren, maar dat zal op de klimaatopwarming amper of geen invloed hebben.   

Klimaatopwarming zou veel hoger op de politieke agenda moeten staan, alsof we allemaal voor ons leven aan het rennen zijn

Bekijk hieronder het verslag over het klimaatrapport uit "Het Journaal" (en lees voort onder de video):

Videospeler inladen...

Waar staan we nu?

Het KMI heeft de situatie van de voorbije decennia in België in kaart gebracht en ziet een duidelijke bevestiging van de klimaatopwarming. Als we kijken naar de gemiddelde jaarlijkse temperatuur in Ukkel sinds 1833, dan blijkt dat de 6 warmste jaren zich allemaal voordeden na 2005, en de 22 warmste jaren vielen allemaal in de laatste 31 jaar. 

"Sinds 1981 zien we een gemiddelde opwarming van 0,38 graden Celsius per 10 jaar voor Ukkel", zegt Rozemien De Troch, klimaatwetenschapper van het KMI. Vooral onze winters zijn zachter, maar in de zomer zien we steeds hogere temperatuurspieken.

Vanaf de jaren 1990 zijn onze lentes droger geworden met "meestal droge en soms zeer droge lentes", terwijl het aantal zomerdagen met hevige neerslag (minstens 20 millimeter neerslag) toeneemt.

Het aantal extreme parameters is gestegen

En nog iets wat we allemaal gevoeld hebben de jongste jaren: er zijn meer en intensere hittegolven, en lange periodes van droogte. "Het is duidelijk dat de klimaatopwarming ook in ons land geldt." Het aantal extreme parameters is gestegen, op verschillende vlakken. 

Momenteel zitten we in Ukkel al aan 2,6 graden extra vergeleken met het langjarig gemiddelde van 1850 tot 1899 (dit is ietsje minder als je vergelijkt met meer recente tijdsperiodes, toen de opwarming al wat verder was ingetreden, red.) 

Waar gaan we naartoe met ons klimaat?

Het KMI heeft verschillende projecties gemaakt voor ons toekomstig weer in Ukkel. We moeten rekening houden met een verder stijgende temperatuur. Die kan oplopen tot 5 graden extra tegen het einde van deze eeuw - vergeleken met de periode 1961-1990, toen de opwarming zich al had ingezet.

Dit is weliswaar het meest pessimistische scenario, wanneer we evenveel broeikasgassen blijven uitstoten. Als we er snel in slagen om drastisch onze uitstoot te beperken, zou het volgens het meeste optimistische model beperkt kunnen worden tot ongeveer 1 graad extra. Mogelijk landen we daar ergens tussenin, de EU heeft alvast scherpere doelstellingen gesteld voor 2030 (-55 procent uitstoot) en wil klimaatneutraal worden tegen 2050. 

Anderzijds zijn er factoren die de mens niet in de hand heeft, zoals grote bosbranden en het smelten van de permafrost, waardoor er nog meer methaan en CO₂ in de atmosfeer terecht kan komen. En uiteraard is niet iedereen even ambitieus als de Europese Unie. 

3 keer zoveel hittegolven in Brussel en dubbel zo intens

We mogen ons sowieso ook verwachten aan meer hittegolven, die ook langer kunnen duren en intenser kunnen zijn, zegt Rozemien De Troch. "We gaan een verschuiving zien richting extreem hoge temperaturen." In de steden komt daar nog het effect van het hitte-eiland bij (de warmte blijft er meer hangen, onder meer door het vele steen en beton, red.).

Specifiek voor Brussel berekende het KMI dat we tegen 2100 gaan naar drie keer zoveel hittegolven, met een dubbele intensiteit, en 50 procent langer in duur. Voor de landeljke gebieden zijn de effecten minder uitgesproken dan nu, en dit is opnieuw volgens het slechtste scenario. We kunnen hier de scherpe kantjes dus eventueel nog afvijlen.  En we kunnen ook anders ingrijpen: het KMI berekende dat meer groen in de stad 33 procent van de hittegolven zou kunnen vermijden, en suggereert ook meer witte gebouwen voor meer weerkaatsing van de warmte.

Ook het neerslagpatroon kan verder veranderen: meer regen tijdens onze winters richting 2100 en (nog) meer kans op lange droge periodes in de zomer. "De winters zullen beduidend natter worden, terwijl er gemiddeld over België geen of slechts een lichte daling wordt verwacht in de zomer." 

Bij dat laatste moet een belangrijke kanttekening: intense regenval zal frequenter worden (waarbij de regen niet goed kan doordringen in de bodem of snel wegspoelt) en we kunnen met meer lange, droge periodes komen te zitten, zoals we de voorbije jaren al zagen (ook deze prognoses zijn berekend onder het slechtste scenario, maar we zagen ze dus al de voorbije jaren. Het KMI voegt er in dat verband aan toe dat we momenteel nu eenmaal het dichtst bij die slechtere scenario's staan, en dat de broeikasgassen die zich nu hebben opgestapeld in onze atmosfeer, ook lang zullen blijven hangen, zelfs als we plots minder uitstoten). 

Voorts zouden we tegen het einde van de eeuw tot 5 keer meer kans hebben op een lange droge periode zoals in het op weergebied historische jaar 1976. De Blue Deal wordt dus heel belangrijk: de regen die tijdens onze winters valt, moeten we proberen beter vast te houden, om betere gewapend te zijn voor lange droge periodes.  

Onze winters zullen natter verlopen, en we zullen meer lange droge periodes krijgen

Een klimaatcentrum?

Er bestaat veel wetenschappelijke kennis over zowel het waargenomen als het toekomstige klimaat, benadrukt Rozemien De Troch. En nu de klimaatverandering steeds voelbaarder wordt, is de oprichting van een Klimaatcentrum misschien een goed idee, zegt het KMI. Want nu zit de kennis wat versnipperd. 

"Om de bestaande samenwerkingsverbanden met andere federale wetenschappelijke instellingen en Belgische universiteiten te versterken met het oog op verder klimaatonderzoek, is het noodzakelijk om een structureel kader zoals een Belgisch klimaatcentrum te financieren", zegt De Troch daarover. 

Zo'n klimaatcentrum kan ook toelaten om voor beleidsmakers, wetenschappers en het grote publiek de meest recente en consistente klimaatinformatie voor België op een eenvoudige en centrale manier beschikbaar te stellen (de zogenoemde one-stop-shop). Dat idee voor een Klimaatcentrum ligt al een tijdje op tafel, maar daar moet de federale overheid over beslissen, en het dossier ligt daar nu al een hele tijd op tafel. 

Een Klimaatcentrum kan de kennis beter bundelen en ook beter laten doorstromen naar wetenschappers, beleidsmakers en het brede publiek 

Meest gelezen