Te weinig onderdak voor daklozen sinds begin coronacrisis
Meer dan de helft van de daklozen in Brussel heeft sinds het begin van de coronacrisis geen opvang. Dat blijkt uit een bevraging van vzw Straatverplegers bij de Brusselse daklozen. Geen opvang betekent ook geen sanitaire voorziening waar daklozen hun handen grondig kunnen wassen in deze coronaperiode.
Eind september trokken vrijwilligers de straat op voor een bevraging van daklozen in Brussel, een initiatief van de vzw Straatverplegers. 167 van de 400 daklozen werkten mee aan de enquête. Daaruit blijkt dat 55 procent van hen geen onderdak heeft sinds het begin van de coronacrisis. 31 procent van de geïnterviewden heeft zelfs niet de kans om zich te wassen of naar het toilet gaan en heeft het moeilijk om eten en drinken te vinden. En dat terwijl sanitaire voorzieningen zo belangrijk zijn om coronabesmettingen tegen te gaan.
Gezondheidsproblemen
Uit de bevraging blijkt dat de situatie ieder jaar erger wordt, ondanks de geleverde inspanningen en de verschillende diensten die zich inzetten voor daklozen. Wat de vzw Straatverplegers ook zorgen baart is dat 31,5 procent van de ondervraagde daklozen grote gezondheidsproblemen heeft waarbij vaak ook vitale organen zijn aangetast.
Ondertussen zijn een tiental verenigingen begonnen met een campagne om de daklozenproblematiek aan te pakken. Met hun 400Toits-campagne willen ze meer onderdak creëren voor de 400 daklozen in Brussel.
