Man uit Sint-Martens-Latem moet RSZ 1,6 miljoen euro betalen wegens fraude met poetsvrouwen

De Latemnaar, die in 2011 reeds werd veroordeeld voor zwartwerk, stelde poetsvrouwen te werk in verschillende hotels via een frauduleus systeem van onderaannemers en vennootschappen. Er werden geen sociale bijdragen betaald voor een bedrag dat becijferd werd op 1,6 miljoen euro. Tijdens de behandeling van de zaak vroeg de advocaat van de RSZ om dat bedrag te kunnen recupereren, wat woensdagvoormiddag dan ook bevestigd werd door de rechtbank.

De arbeidsauditeur vorderde tijdens de behandeling van de zaak een gevangenisstraf van 5 jaar, een boete van 400.000 euro en de verbeurdverklaring van de villa van de beklaagde, die gebruikt zou zijn als frauduleus kantoor bij de misdrijven.

“De man heeft een luxueuze woning op een toplocatie in Sint-Martens-Latem naast de Golf. Er is voldoende bewijs van georganiseerde sociale fraude in het kader van een criminele organisatie. Ik vorder de verbeurdverklaring van het onroerend goed en een gevangenisstraf van vijf jaar.”

Hans Rieder, de advocaat van de beklaagde, reageerde ontsteld tijdens de behandeling van het proces. “Dit kan gewoon niet. Welke financiële transactie heeft het openbaar ministerie blootgelegd? Welke storting of actie is er achterhaald? Het arbeidsauditoraat bewijst niets. Het zegt ‘hij woont in Latem aan de Golf, hij moet wel gestolen hebben want hij is niet van rijke afkomst’. Ik kan u zeggen dat hij en zijn vrouw afkomstig zijn van heel rijke families. Het gaat om een villa van een slordige vijf of zes miljoen euro. Of nu misschien negen of tien miljoen, want iedereen wil nu een huis met tuin door corona. Er is nul komma nul bewijs dat het afkomstig zou zijn van een misdrijf.”

Woensdag vond de uitspraak plaats in de rechtbank van Gent. De villa van de man werd uiteindelijk niet verbeurd verklaard, wel werd er een andere verbeurdverklaring opgelegd voor de Latemnaar en diens vennootschappen voor een bedrag van 546.000 euro. Hij werd ook veroordeeld tot een voorwaardelijke celstraf van 2 jaar en een boete van 700.000 euro, die voor de helft voorwaardelijk is. De RSZ recupereert daarnaast de niet-betaalde bijdragen, becijferd op 1,6 miljoen euro.