Direct naar artikelinhoud
AchtergrondMondmaskers

Mondmasker in de klas voor kinderen jonger dan twaalf? ‘Zeg nooit nooit’

Mondmasker in de klas voor kinderen jonger dan twaalf? ‘Zeg nooit nooit’
Beeld Photo News

Vandaag gaan de scholen opnieuw open. Een berekend risico, volgens experts en politici. Maar wat als de besmettingscijfers opnieuw stijgen? Worden mondmaskers in de basisschool dan verplicht? ‘Zeg nooit nooit.’

De scholen openen na de verlengde herfstvakantie is een berekend risico. Zowel minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (sp.a) en Sciensano-viroloog Steven Van Gucht als minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) zijn bereid dat risico te nemen. 

Verschillende ziekenhuizen vinden de heropening voorbarig nu we aan 5.246 besmettingen per dag zitten. Of dat zo is, zal moeten blijken. “Door de scholen te openen breng je honderdduizenden mensen op de been, dat kan niet anders dan een impact hebben”, zegt Steven Van Gucht. “En dat brengt risico’s met zich mee, maar die kun je proberen te beheersen.”

Dat gebeurt in de eerste plaats door de mobiliteit van leerlingen te verlagen. Leerlingen van het derde tot zesde middelbaar worden maar de helft van de tijd op de schoolbanken verwacht. De andere helft verloopt via afstandsonderwijs. Er geldt ook een mondmaskerplicht voor jongeren vanaf twaalf jaar.

Kinderen uit het lager onderwijs kunnen onder relatief normale omstandigheden naar school. Zij moeten ook geen mondmasker dragen in de les. Die maatregel heeft nochtans op tafel gelegen tijdens een vergadering van de Risk Assessment Group (RAG), waar onder anderen Van Gucht en biostatisticus Geert Molenberghs (UHasselt) in zetelen.

“Na die vergadering werd besloten dat de voordelen niet opwegen tegen de nadelen”, zegt Molenberghs. “Bovendien: als mondmaskers niet op de juiste manier worden opgezet, kunnen ze net broeihaarden zijn voor ziekten.”

‘Maak het educatief’

Bij de onderwijsvakbonden reageert men teleurgesteld. “Als je jonge kinderen uitlegt waarom ze een mondmasker moeten dragen, namelijk om ervoor te zorgen dat ze mama, papa, oma of opa niet ziek maken, dan begrijp ik niet waarom we het mondmasker niet verplichten in de lagere school”, zegt Nancy Libert, secretaris bij de vakorganisatie ACOD Onderwijs. “Ik heb de indruk dat volwassenen er meer problemen van maken dan kinderen.”

Een gelijkaardig geluid is te horen bij de grootste onderwijsvakbond COC. “Natuurlijk heeft het dragen van een mondmasker nadelen”, zegt secretaris-generaal Koen Van Kerkhoven. “Maar er zijn wel meer coronamaatregelen die nadelen hebben. Op zich kun je van het dragen van een mondmasker in het basisonderwijs ook iets educatiefs maken. Oefen met de jongere kinderen om het juist op te zetten. Desnoods laat je het hen deeltijds dragen.”

In de Henegouwse gemeente Courcelles moet voortaan iedereen vanaf zes jaar een mondmasker dragen. Een voorbeeldige beslissing, vindt burgemeester van Deinze Jan Vermeulen (CD&V). Het stadsbestuur van Deinze besloot 10.000 mondmaskers uit te delen aan zijn lagere scholen. “We kunnen de scholen niet verplichten kinderen vanaf zes jaar een mondmasker te doen dragen, maar we raden het wel aan. Onder meer in scholen waar klassen onvoldoende geventileerd kunnen worden.” Vermeulen verwijst daarvoor naar een advies van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).

In dat advies staat dat de beslissing om kinderen tussen zes en elf een mondmasker te doen dragen afhankelijk is van verschillende factoren. Zo moet er onder andere voldoende supervisie zijn, moet er voldoende toegang zijn tot propere maskers en moet er rekening gehouden worden met de psychologische en pedagogische ontwikkeling van de kinderen.

Paniekvoetbal

Steven Van Gucht noemt dat advies warrig. “Als de WHO vindt dat kinderen vanaf zes jaar een mondmasker moeten dragen, waarom staat het er dan niet gewoon zo?” De mondmaskerverplichting bij kinderen onder de twaalf, zoals die geldt in Spanje en Frankrijk, is volgens hem paniekvoetbal. Hij verwijst bijvoorbeeld naar het advies van het European Centre for Disease Prevention and Control. “Dat raadt het gebruik van mondmaskers in de lagere school af.”

De viroloog vindt dat de discussie over het mondmasker in de klas ons niet mag afleiden van zaken die belangrijker zijn in de strijd tegen het virus. “Zo is er nog veel te winnen op het vlak van de klasbubbels. Die moeten strenger aangehouden worden. Van leren over spelen tot eten: alles moet in een en dezelfde bubbel gebeuren. Nu is daar vaak nog te veel overlap.”

Tot slot verwijst hij naar een goed functionerende teststrategie. “Mochten we een klas twee keer in de week kunnen testen, dan zakt de transmissie met 50 procent.” Maar dat is in een ideale wereld. “Vandaag zou het al veel winst opleveren mochten we bij elk vermoeden van Covid-19 een klas kunnen testen.”

Minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) zei in De zevende dag dat scholen prioritair zijn voor sneltests. Het onderwijs zou iets meer dan een miljoen sneltests kunnen gebruiken van de vier miljoen sneltests die de Vlaamse regering heeft besteld. Weyts wil ook het Rode Kruis inschakelen om de tests af te nemen. “Nu is dat nog een medische handeling, die enkel verricht kan worden door medisch geschoolden. Ik wil de federale regering vragen dat vrijwilligers van het Rode Kruis die tests ook mogen afnemen.”

En ook al is de minister van Onderwijs zelf tegen een mondmaskerplicht vanaf zes jaar, het blijft de vraag of de discussie niet opnieuw op tafel komt als blijkt dat de besmettingscijfers binnen een week of twee trager dalen, stagneren of zelfs weer toenemen. Of om met de woorden van statisticus Geert Molenberghs af te sluiten: “Zeg nooit nooit.”