Direct naar artikelinhoud
InterviewJames Hamblin

‘Was je handen, maar laat de rest van je lichaam met rust’: deze professor neemt al vijf jaar geen douche meer

James HamblinBeeld RV

Terwijl er een pandemie over de wereld raast, stelt James Hamblin (38) onze wasrituelen in vraag. ‘Was je handen,’ zegt hij, ‘maar laat de rest van je lichaam met rust.’ De Amerikaanse professor gebruikt al jaren geen shampoo of douchegel, schrijft hij in zijn nieuwe boek Schoon. 

Twee jaar van ons leven staan we onder de douche: inzepen, ­afspoelen, insmeren en repeat. Voor velen is het een onschuldig tijdverdrijf, misschien zelfs een stukje hemel na een vermoeiende dag.

Maar voor James Hamblin, een Amerikaanse arts en professor aan de universiteit van Yale, is douchen simpelweg een belemmering van zijn productiviteit. Vijf jaar geleden stopte hij ermee. Sindsdien sproeit hij sporadisch nog eens water op zijn haar of spoelt hij zichtbaar vuil weg. Maar shampoo, douchegel, conditioner, bodycrème of deodorant laat hij achterwege. Hamblin besloot een boek te schrijven – Schoon - wat de wetenschap ons leert over huid en hygiëne – over zijn zeepvrije levensstijl. Zijn bevindingen staaft hij met input van microbiologen, dermatologen, CEO’s van cosmetische bedrijven en zelfs een ‘disgustologist’, iemand die de evolutionaire rol van walging onderzoekt. Maar ondanks die vele invalshoeken zijn mensen vooral geïnteresseerd in de vraag of hij stinkt. Vermoeiend, vindt Hamblin, en ontluisterend.

James Hamblin: “Ons maatschappelijk tolerantieniveau is erop ­vooruitgegaan. We zijn onze ­medemens op minder criteria gaan veroordelen. Maar als iemand naar zweet ruikt of geen deodorant gebruikt, is het nog altijd oké om uit te roepen: ‘Iew, jij stinkt, blijf uit mijn buurt!’ Er heerst nog altijd een universele standaard rond hygiëne en die probeer ik te ­doorbreken.”

Wanneer zijn we die strikte hygiënische norm beginnen hanteren?

“Die is in gang gezet door de ­industriële revolutie en de wetenschappelijke consensus over de ­bacterietheorie, die stelt dat micro-organismen op onze huid de ­oorzaak zijn van veel ziekten. Lichaamshygiëne was een manier om aan te geven dat je een ‘veilig persoon’ bent, iemand die je waarschijnlijk niet zal besmetten met een of andere ziekte. Pas de laatste honderd jaar zijn we, onder impuls van een ingenieus staaltje marketing, beginnen geloven dat we ons lichaam elke dag nauwgezet ­moeten inzepen en constant naar ‘ocean breeze’ moeten ruiken om hygiënisch te zijn.”

“Hygiëne omvat een breed ­spectrum: van open wonden schoonmaken tot tanden poetsen of zelfs een mondmasker dragen om virusdeeltjes tegen te houden. Maar deodorant spuiten of tanden bleken heeft niets meer te maken met hygiëne als manier om microben in te dijken en ziektetransmissie tegen te houden. Het gaat hier om een culturele of persoonlijke voorkeur. Het is een manier om je marktwaarde en sociale klasse te benadrukken. Daar mogen we best tegenin gaan.”

Hebt u echt al vijf jaar geen douche van dichtbij gezien?

“Ik zal me heel snel even afspoelen onder de douche als ik mijn haar wil opfrissen of net een rondje ben gaan lopen. Soms verwijder ik overtollige olie door mijn lichaam te schrobben met mijn handen. Mijn huid voelt goed. Niet te droog, niet te vettig. Verder poets ik mijn tanden drie keer per dag en was ik mijn handen, zeer regelmatig, zeker nu we een pandemie ­proberen klein te krijgen.”

Hoe hebt u die transitie aangepakt? Bent u van de ene dag op de andere gestopt met douchen?

“Net zoals zoveel mensen douchte ik me iedere dag. Soms zelfs twee keer als ik had gesport. Cold turkey gaan leek me niet de goede weg, dus douchte ik me eerst om de andere dag, en dan om de drie dagen. Ik schakelde bovendien over op mildere producten. Ik gebruikte bijvoorbeeld natuurlijke deodorant op basis van plantenolie en zetmeel.

“In het begin rook ik verschrikkelijk. Ik voelde me een ellendig, stinkend beest. Maar daar was een verklaring voor. Onze lichaamsgeur is het product van de bacteriën die op onze huid leven en zich voeden met de olie en het zweet dat uit onze talgklieren komt. Door elke dag zeep op onze huid te smeren, verstoren we het evenwicht tussen die bacteriën en onze huidoliën. Als je elke dag doucht, wis je hele ecosystemen uit. Die herstellen zich snel, maar geven de voorkeur aan bacteriën die geurtjes verspreiden. Als je die ecosystemen met rust laat door niet te douchen, bereiken ze een plateaufase en wordt die slechte geur een pak ­milder. Ik ruik uiteraard niet naar rozenwater, wel naar mens. Na een lange werkdag of een work-out zou ik vroeger sowieso slecht geroken hebben, maar nu niet meer. Ik heb nu gewoon een heel herkenbare geur. Mijn vrouw houdt ervan. Anderen zeggen dat ik oké ruik. Ik vertrouw op hun eerlijk oordeel.” (lacht)

Lichaamsgeur zegt iets over onze persoonlijkheid. Zo kunnen hormonen als testosteron onze lichaamsgeur beïnvloeden. Verliezen we een schat aan informatie door ons te veelvuldig te wassen?

“Onze lijfgeur is inderdaad een deel van ons communicatieproces. Via die chemische signaaltjes in de lucht kunnen we subtiliteiten oppikken, net zoals we dat doen aan de hand van minieme gezichtsexpressies. Maar aangezien we verwachten dat onze medemens naar helemaal niets ruikt of zich hult in een chemische wolk parfum is dat deeltje van onze sociobiologie verwaterd. Naar ‘mens’ ruiken percipiëren we bijna als een belediging. Een zweetgeurtje duwt ons in het hoekje van ‘te mijden paria’.”

Te veel zeep is slecht voor de huid, maar zelfs warm water zonder zeep kan al nefast zijn.

“Klopt. Warm water verwijdert oliën die onze huid van nature gehydrateerd houden. Hoe droger en hoe poreuzer je huid, hoe ­vatbaarder je bent voor huid­aandoeningen zoals eczeem. En eczeem kan een heel spectrum aan immuunsysteem gerelateerde aandoeningen triggeren. Kinderen met eczeem hebben bijvoorbeeld meer kans om astma of allergische rinitis te ontwikkelen. In Amish-gemeenschappen komt dat amper voor. Zij mijden moderne cosmeticaproducten en worden van kinds af blootgesteld aan het niet altijd zo propere leven op de boerderij. Al spelend diversifiëren ze hun microbioom.”

Dat microbioom bestaat uit miljarden micro-organismen, zoals bacteriën en schimmels, die op onze huid leven. Het is een afweerschild dat door de wetenschap volop wordt bestudeerd.

“We zijn er lang van uitgegaan dat de huid de belangrijkste barrière vormt tegen ziektekiemen, maar nieuwe studies suggereren dat de microben op die huid de eerste defensielijn vormen. De meeste zijn freeloaders. Zij doen zich te goed aan zweet en huidolie en hebben weinig tot geen impact op onze gezondheid. Sommige zijn net zeer nuttig en maken het moeilijk voor gevaarlijke microben om te overleven. Een klein aantal is schadelijk en kan irritante jeuk veroorzaken, maar ook levensbedreigende ­infecties.

“Het onderzoek naar ons huidmicrobioom staat nog in de kinderschoenen, maar ik verwacht een mentaliteitsshift. Twintig jaar geleden was het microbioom van onze darmen nog onbekend. Probiotica en gefermenteerde drankjes zoals kombucha om de darmen gezond te houden, raakten alleen in alternatieve kringen ingeburgerd. Nu is dat mainstream geworden. We doen zelfs transplantaties met ­fecaliën van gezonde naar ongezonde patiënten en zijn zuinig met antibiotica om ons darmmicrobioom niet te verstoren. Wie weet wat er mogelijk is met het microbioom van onze huid.”

U denkt dat we de samenstelling van ons huidmicrobioom kunnen wijzigen, bijvoorbeeld door ons minder te wassen?

“Ik stel me inderdaad de vraag of ik door lange tijd niet te douchen mijn microbioom kan aanpassen. De basis van die laag wordt gevormd tijdens de kindertijd, maar het lijkt wel mogelijk om ze aan te passen, althans tijdelijk. Als je huidolie verwijdert door in de douche te springen, hebben bepaalde bacteriën plots geen eten meer. De bacteriën die best ­overleven op minder olieachtige huid zullen floreren. En als je antimicrobiële deodorant onder je armen spuit, vernietig je hele populaties. Je kan de samenstelling van het microbioom dus zelf ­veranderen, maar wat dat juist betekent is nog niet duidelijk.”

“Er zijn verbanden tussen opstoten van acne, eczeem of psoriasis en veranderingen in de biofilm op onze huid. De wetenschap leert nog maar net hoe we die patronen kunnen identificeren. Maar we weten nog niet hoe we die veranderende ecosystemen moeten optimaliseren.”

“Wat wel kristalhelder is: we stellen onszelf massaal bloot aan parabenen, bewaarmiddelen die zijn terug te vinden in crèmes, ­deodorant, make-up of shampoo. In kleine hoeveelheden zijn die onschadelijk, maar we weten niet wat het effect is van jarenlange blootstelling. We hebben bijna allemaal parabenen in ons bloed en op onze huid en ze vernietigen een wijd spectrum aan bacteriën en schimmels, daar zijn ze ook voor gemaakt. De vraag is dus niet in hoeverre die parabenen ons microbioom veranderen, maar of dat al dan niet schadelijk is.”

De cosmetische industrie staat alvast te zwaaien met een oplossing: prebiotic skin care. Die producten zouden de goede bacteriën ondersteunen en de slechte bacteriën decimeren.

“De kans is groot dat die producten geen effect hebben. De cosmetische sector is amper gereguleerd. We weten zelfs niet met zekerheid dat die producten effectief bevatten wat het etiket ons toeschreeuwt. En als die vitaminen, essentiële olie of klei daadwerkelijk de huidmicroben kan veranderen, zou ik er toch zeker van willen zijn dat die verandering onze huid ten goede komt.”

Dermatoloog Thomas Maselis: ‘Niets kan tippen aan huidsmeer’

Ook vooraanstaand Vlaams dermatoloog Thomas Maselis is van mening dat ons huidmicrobioom een belangrijke ­invloed heeft op onze gezondheid.

“Hoe de vork precies in de steel zit, weten we nog niet. Maar dat het microbioom onze gezondheid beïnvloedt, is zeker. Op onze huid leven zo’n 500 soorten bacteriën die in een voortdurende stammenoorlog verwikkeld zijn. Een kweek van de huid op je oksel ziet er totaal anders uit dan die van je voorhoofd. Dat microbioom moet in topconditie verkeren om te beschermen tegen indringers. Maar storende factoren zoals overdreven hygiëne kunnen die werking ondermijnen. In feite hoeven ons niet met zeep te wassen. Dat is aangenaam voor onszelf en onze medemens, maar het is geen vereiste.

“Producten zoals dettol zijn zelfs zeer schadelijk voor de huid. Je wist er alle goeie kiemen mee uit. Zulke agressieve producten drogen de huid uit, waardoor die barstjes vertoont. Je komt op die manier makkelijker in contact met stoffen als kattenhaar, huisstofmijt of boompollen. Bijzonder risicovol voor mensen met een aanleg voor allergie.”

Ook dr. Maselis stelt zich vragen bij de overvloed aan producten die de cosmetische industrie ons opdringt: “Er bestaan heel wat goede producten die wel degelijk een effect hebben, maar de corebusiness van die industrie blijft: verkopen. Er wordt dus ook lucht verkocht. Ik denk aan het driestappenplan voor de gezichtshuid: reinig, exfolieer en hydrateer. Dat is al redelijk zinloos, maar in Zuid-Korea wordt nu een tienstappenplan gepromoot. Daar ben je niet alleen een halve voormiddag mee bezig, het is bovendien volslagen nutteloos en zelfs schadelijk voor de huid. De beste dag- en nachtcrème is huidsmeer. De industrie zegt: ‘Was die vuiligheid eraf en smeer onze producten’. Maar ze zijn er nog nooit in geslaagd een vervangproduct te maken dat kan tippen aan huid­smeer.

“In mijn praktijk zie ik bovendien veel problemen met die cosmetische producten. Mensen reageren allergisch op parfum. Of op bewaarmiddelen zoals parabenen, ­stofjes die ervoor zorgen dat bacteriën niet vermenigvuldigen in onze crèmes.”

Zin om het zelf te proberen?

James Hamblin: “Wat je ook doet: blijf je handen wassen en je tanden poetsen. Kies voor mildere deodorants en zepen en gebruik geleidelijk aan minder producten. Tot je op een punt komt waarop je enkel nog doucht als je daar zin in hebt, niet omdat je je verplicht voelt. Die vettige-harenfase is helaas onvermijdelijk. Dat is even moeilijk, maar na een paar weken neemt de natuurlijke hydratatie van de haarschachten het over en ziet je haar er prima uit. Water droogt je hoofdhuid uit, dus hoe minder frequent je je haren wast, hoe minder snel ze vettig worden.

“Je kunt stoppen of minderen met douchen vergelijken met trainen voor een marathon. Je moet je lichaam de tijd geven om eraan te wennen. Je zou je nooit oncomfortabel mogen voelen. Als dat wel het geval is, ga je gewoon terug naar je oude routine. No harm done. Allicht is een douchevrij leven niet voor iedereen weggelegd, maar ik geloof wél dat we het eindeloze gemarketeer en de stroom aan cosmetische producten voor haar en huid in vraag moeten stellen.”

‘Schoon: wat de wetenschap ons leert over huid en hygiëne’, James Hamblin, De Bezige Bij, 320 p., 25 euro.