Links: Roberts helpt Grosjean over de vangrail. De Fransman liet vandaag weten dat hij het goed stelt.
Volledig scherm
Links: Roberts helpt Grosjean over de vangrail. De Fransman liet vandaag weten dat hij het goed stelt. © Photo news/Instagram

Ian Roberts, een van de helden die Grosjean uit vlammenzee sleurde: “Zijn vizier was helemaal gesmolten”

Formule 1Romain Grosjean kwam gisteren als bij wonder levend uit zijn brandende bolide na een vreselijk ongeval tijdens de GP Formule 1 van Bahrain. Meer nog: hij mag zelfs morgen al het ziekenhuis verlaten. Met dank aan een hele goeie engelbewaarder, maar ook dankzij Ian Roberts. De wedstrijddokter was één van diegenen die de Fransman mee uit de vlammenzee konden sleuren. Roberts doet zijn verhaal, maar laat ons wel wezen: ‘t Is een mirakel dat vragen oproept. 

4 reacties

  • Marcel Bontinck

    3 jaar geleden
    Niet overdrijven,Grosean is zelf uit de wagen gekropen en pas dan waren de hulpverners daar om hem te ondersteunen.Alle respect voor de dokters maar als dit al een heldendaad is dan ken ik mensen die elke dag heldendaden verrichten.
  • Mick Huijs

    3 jaar geleden
    Na Roger Williamson die verbrande op Zandvoort en Niki Lauda die daar dichtbij kwam kun je zelfs in de huidige goed beschermde F1 niet zeker zijn dat dit niet meer gaat gebeuren na de crash van Grosjean.
  • Bram Rosseel

    3 jaar geleden
    Op de beelden was duidelijk te zien dat Grosjean helemaal in zn eentje uit dat wrak klauterde, dus is Roberts een held omdat hij eventjes zn arm vast grijpt terwijl Grosjean ook zelf over de vangrail sprong
  • Jan De Greef

    3 jaar geleden
    Ik hoop voor Grosjean dat de psychologische terugslag niet te zwaar zal zijn. Ik kan me heel goed inbeelden dat hij het filmpje van zijn crash al tientallen keren voor zijn geestesoog opnieuw heeft gezien. Zoiets laat onvermijdelijk zijn sporen na. Je mag als piloot beseffen welke risico’s je loopt en er mentaal min of meer op voorbereid zijn, tot het je overkomt. Je blijft tenslotte ook maar een mens. Vraag het maar aan Jacky Ickx.