Kamer keurt begroting 2021 goed

Wie 25.000 handtekeningen verzamelt kan wetsvoorstel op agenda Kamer zetten © belga

De plenaire Kamer heeft donderdagnacht na een marathondebat meerderheid tegen oppositie het budget voor volgend jaar goedgekeurd. Daardoor zal er vanaf januari opnieuw een volwaardige federale begroting op tafel liggen, en dat voor het eerst sinds de val van de regering-Michel eind 2018.

De Vivaldi-regering kwam overeen om de begroting volgend jaar met 0,2 procent van het bbp te saneren. De tabellen voorzien een inspanning van 950 miljoen euro – bijvoorbeeld via de fraudebestrijding. Daar staat voor 1,9 miljard euro nieuw beleid tegenover, zoals de verhoging van de minimumpensioenen, de verhoogde investeringsaftrek en in de gezinsfiscaliteit.

In maart staat al een begrotingscontrole geprogrammeerd. De kans is groot dat er dan bijsturingen zullen moeten gebeuren. Toen de regering de budgettaire oefening klaar was, moesten de nieuwe lockdownmaatregelen in de strijd tegen het coronavirus immers nog ingaan. Die zullen wellicht een negatieve invloed hebben op de economische activiteit, en dus ook op de openbare financiën. Het is ook afwachten in welke mate de economie zal heropleven.

Ook het Rekenhof plaatste vraagtekens bij een aantal posten in de begroting. Zo mikt de regering op bijna 400 miljoen euro uit de effectentaks, maar het Rekenhof uitte in zijn doorlichting daarover twijfels. De regering reageerde dat de taks sneller dan verwacht is gerealiseerd.

Ook merkt het Rekenhof bijvoorbeeld op dat het niet zeker is dat de uitbreiding van de 6 procent btw voor afbraak en wederopbouw strookt met de Europese regels. Daarnaast kan het Rekenhof niet inschatten of de geraamde 200 miljoen euro uit fraudebestrijding realistisch is.

Daarnaast wees het Rekenhof wel op een aantal zaken die de begroting extra marge geven. Zo zou de spilindex een maand later worden overschreden dan verwacht, wat resulteert in 40 miljoen minder uitgaven. Er is ook nog geen rekening gehouden met de inkomsten uit de veiling van de C02-emissierechten. In 2019 bedroeg het federale aandeel zo’n 32 miljoen.

Door de goedkeuring kan ons land vanaf volgend jaar opnieuw met een volwaardige begroting draaien. Dat is al geleden sinds 2018. Door de val van de regering eind 2018 moest de federale regering sindsdien werken met voorlopige twaalfden. Dat maakte het sindsdien onmogelijk grote bijsturingen door te voeren.

De goedkeuring verliep op zijn zachtst gezegd niet op een drafje. Het debat over de begroting en bijhorende programmawet ging woensdag om 10.00 uur van start en eindigde donderdag omstreeks 19.00 uur. Pas donderdagnacht vond de stemming plaats, nadat nog verschillende wetteksten de revue waren gepasseerd.

Extra kredieten voor kabinetten

Een van die wetsontwerpen werd donderdagnacht door de plenaire Kamer met meerderheid tegen oppositie goedgekeurd waardoor de ministerkabinetten extra kredieten krijgen. De tekst kreeg forse kritiek vanop de oppositiebanken.

Het ontwerp voert een aanpassing door aan de wet die de voorlopige kredieten voor de laatste maanden van 2020 regelt. De wettekst moet ervoor zorgen dat de kabinetten kunnen draaien in afwachting van de begroting voor volgend jaar. Er is sprake van een verhoging van de kredieten van 56 naar 68 miljoen euro.

Volgens staatssecretaris voor Begroting Eva De Bleeker (Open VLD) is de verhoging van de kredieten een gevolg van de toename van het aantal kabinetten, omdat er nu eenmaal zeven partijen deel uitmaken van de federale regering. De kredieten voor coronacommissaris Pedro Facon en zijn team vallen ook onder het bedrag.

Aangepaste wetteksten rond Brits vertrek uit de Europese Unie

Ook gaf de Kamer groen licht voor een wetsontwerp dat een viertal bestaande wetteksten over de brexit aanpast. Het gaat dan bijvoorbeeld over het verblijfsrecht van Britse onderdanen en hun familie in ons land. De tekst kreeg 128 stemmen voor en 13 stemmen tegen.

De Kamer nam in april 2019 al een brexitwet aan die het land moest voorbereiden op een Brits vertrek uit de Europese Unie zonder uittredingsverdrag tussen Brussel en Londen. Maar die wet trad nooit in werking: het Verenigd Koninkrijk verliet de Europese Unie op 31 januari van dit jaar, mét echtscheidingsakkoord. Daarna ging een overgangsperiode van start die ervoor zorgt dat de Britten nog tot eind dit jaar deel blijven uitmaken van de Europese douaneunie en de interne markt.

Vanaf 1 januari 2021 is de scheiding totaal. Of er tegen dan ook een handelsverdrag op tafel ligt dat de handelsstromen tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU moet regelen, is nog onzeker.

De wettekst uit het voorjaar van 2019 is in principe achterhaald, maar een aantal bepalingen blijft nuttig. De Kamer keurde daarom donderdagnacht een wetsontwerp goed dat de brexitwet amendeert, en paste ook nog drie andere wetten rond het Britse vertrek uit de EU aan.

Concreet gaat het om een aantal technische kwesties en aangepaste formuleringen, bijvoorbeeld over het verblijfsrecht van Britten en hun familie in ons land en een aantal fiscale bepalingen. De regering zal bijvoorbeeld ook de regeling die afgelopen voorjaar werden getroffen zodat ondernemingen die in moeilijkheden komen door de brexit hun arbeidsvolume tijdelijk kunnen verminderen zonder tot ontslagen over te gaan, ook na 31 december nog kunnen inroepen als dat nodig blijkt.

Kamer keurt legercontingent voor 2021 goed

De plenaire Kamer heeft donderdagnacht ook het wetsontwerp goedgekeurd dat het legercontingent voor komend jaar vastlegt op 26.868 militairen. Het gaat om het het maximale aantal militairen dat per dag onder de wapens mag zijn. Er waren 128 stemmen voor en 12 onthoudingen.

Het contingent voor 2021 houdt rekening met een rekrutering van 2.500 militairen, een stijging van 465 militairen ten opzichte van de voorziene rekrutering voor dit jaar. Minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS) wil in de loop van de legislatuur werk maken van de rekrutering van meer dan 10.000 personeelsleden bij Defensie. Die zijn nodig om het aantal effectieven te behouden.

Het contingent voor volgend jaar wordt onderverdeeld in 24.691 militairen van het actief kader en leerlingen berekend binnen de personeelsenveloppe van militairen, 420 militairen van het actief kader, berekend buiten de personeelsenveloppe, en 1.757 militairen van het reservekader.

Kamer verlaagt minimumleeftijd tegemoetkoming handicap van 21 naar 18 jaar

Concreet kunnen personen met een handicap al vanaf 18 jaar beroep doen op een inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) – voor wie onvoldoende inkomen haalt uit de arbeidsmarkt – en een integratietegemoetkoming (IT) – een soort compensatie voor de extra kosten die mensen met een handicap moeten maken om deel te nemen aan het maatschappelijk leven – in plaats van vanaf 21 jaar. De beide uitkeringen liggen aanzienlijk hoger dan het bedrag voor verhoogde kinderbijslag, waar personen met een handicap tussen 18 en 21 jaar op dit moment beroep op kunnen doen.

De aanpassing is het gevolg van een arrest van het Grondwettelijk Hof. Dat oordeelde in juli van dit jaar dat de leeftijdsgrens van 21 jaar voor die uitkeringen ongrondwettelijk is, omdat de burgerlijke meerderjarigheid al lang naar 18 jaar is verlaagd. De wet die de uitkeringen regelde dateert nog van 1987, toen de meerderjarigheid op 21 jaar lag. Ongeveer 10.000 personen met een handicap zullen elk jaar hun voordeel kunnen doen bij de aanpassing.

Partner Content