Direct naar artikelinhoud
ReportageTurkije

‘Hangend brood’ voor de armen: corona blaast de Turkse traditie nieuw leven in

‘Hangend brood’ voor de armen: corona blaast de Turkse traditie nieuw leven in
Beeld AFP

Door corona is in Turkije de traditie van het ‘hangend brood’ opgeleefd: bakkers die gratis brood voor de armen bakken, betaald van geld dat andere klanten achterlaten. Dit ‘askida’ blijft niet meer bij brood – ook schooluniformen en bioscoopkaartjes worden zo verdeeld – en is een speelbal van de politiek geworden.

Een vrouw met een bruine overjas en een blauwe hoofddoek, vier dartele kinderen om zich heen, steekt haar hoofd naar binnen bij bakkerij Yörem en vraagt: “Heb je hangend brood?”

Bakker Gültekin Yükseloglu knikt glimlachend. Jazeker heeft hij askida ekmek – Turks voor “hangend brood” of “brood aan de hanger”. Hij stopt drie stevige witte broden in een plastic tasje en overhandigt dit aan de vrouw, die tevreden haar weg vervolgt. Voor vandaag is er weer brood op de plank. “Ze komt hier elke dag”, zegt Yükseloglu.

Askida ekmek is een oud Ottomaans gebruik, dat door de corona een hernieuwde vlucht heeft genomen: liefdadigheid via de bakkersoven. Mensen die het kunnen missen, laten als zij brood kopen extra geld achter bij de bakker. Die bakt daarvoor gratis broden voor de behoeftigen. Hun aantal is fors toegenomen door de epidemie. Velen in Turkije (cijfers onbekend) verloren dat wat niet voor niets broodwinning heet.

Aan de gevel

In de traditie werd het brood aan een haak aan de gevel van de bakkerij gehangen, zodat armen het ongezien konden meenemen. Zo gaat dat niet meer vandaag de dag, zegt de 64-jarige Yükseloglu. “Het is niet hygiënisch en de broden drogen uit. Ook de armen hebben recht op schoon, vers brood.”

En armen zijn er volop hier in Fatih, de grote islamitische volkswijk in het Europese deel van Istanbul, iets voorbij de Aya Sofia. Yükseloglu kent de meesten in zijn mahalle (buurtje) wel, hij zit hier al 25 jaar. Sommigen komen van verder, uit naburige mahalles, hoewel hij lang niet de enige bakker is in Fatih is die hangend brood bakt.

Als warme bakker maakt Yükseloglu zijn brood ter plekke, de oven is deel van de winkel. Behendig jongleren zijn twee knechten met de pannekoekachtige lavas. Ook maken ze gevulde ketmer en de dekschuitvormige pide. Maar daar vragen de armen zelden om. Vrijwel altijd komen zij gewoon voor ekmek: het rechttoe rechtaan brood dat een pijler is van de Turkse keuken.

Yükseloglu heeft altijd al hangend brood gehad. Vijf jaar geleden hing hij het opschrift “askida ekmek” in zijn raam, maar dat is niet langer nodig; iedereen weet ervan. Toen de corona toesloeg, ging het hard met het askidabrood: niet alleen de vraag steeg, ook het aanbod van donateurs. “Het is zeker verdubbeld, ik denk wel verdrievoudigd”, zegt hij.

Dat de traditie van oorsprong Turks is, staat niet vast. Sommigen leggen een verband met de caffè sospeso (uitgestelde koffie) in Napels, waarbij klanten in het café geld achterlaten voor gratis koffie voor de armen.

Verankerd in Turkse psyche 

Hoe dan ook is het concept verankerd in de Turkse psyche. Dit voorjaar gebruikte burgemeester Ekrem Imamoglu van Istanbul het om arme gezinnen door de coronacrisis te slepen. Hij introduceerde “askida fatura”, waarbij rijkeren extra betalen voor hun gas- en lichtrekening. De regering verbood het plan van de burgemeester, lid van de oppositie, met een beroep op nationale eenheid in het coronabeleid.

In oktober werd askida opnieuw speelbal van de politiek. Een actie van de rechts-nationalistische regeringspartij MHP voor hangend brood wekte de hoon van Meral Aksener, leider van oppositiepartij IYI: kom maar met goed economisch beleid voor de armen, zei ze, in plaats van askida ekmek te misbruiken voor politiek gewin.

Ook de culturele sector in Turkije heeft de askidagedachte omarmd. Biletix, het Turkse Ticketmaster, kent sinds dit voorjaar voor theater, film en concerten de optie “askida bilet”: online gratis kaartjes achterlaten voor studenten. Sommige bioscopen waren er al vóór corona mee begonnen.

Wandelaars in Istanbul.Beeld AP

Besmettelijk

Tijdens onze wandeling door de wijk Fatih zien we hoe besmettelijk het askidavirus is. “ASKIDA”, staat in vette rode letters op het raam van een winkel in schooluniformen vlak bij de grote Fatihmoskee. En jawel: eigenaar Firat Canpolat liet zich inspireren door het hangend brood. In september, toen de scholen na maanden sluiting weer begonnen, lieten veel moeders blijken dat ze een uniform voor hun zoon of dochter eigenlijk niet konden betalen. Opeens zag hij de oplossing: askida!

“In deze buurt zijn kinderen die zelfs geen gewone kleren hebben”, zegt de 30-jarige Canpolat. “Die gaan in hun pyjama naar school.” Een schooluniform is in principe verplicht in het lager en middelbaar onderwijs, maar de scholen houden daar niet streng aan vast. Toch geniet het uniform ieders voorkeur, van zowel ouders als docenten.

“Ik heb contact opgenomen met alle scholen in de buurt”, zegt de winkelier. “Van hen krijg ik door wat de behoeftige gezinnen zijn.” Op die manier komt de hulp terecht waar ze het hardst nodig is. ‘”k heb een wachtlijst met ruim honderd kinderen. Hooguit een derde van de ouders kan zich nog een uniform veroorloven.”

Een moeder en haar dochtertje komen binnen. Askida-klanten? Nee, maar pas nu, na twee maanden school, kan het gezin een uniform betalen. De vrouw houdt haar kind een Schots geruit blauw-rood jurkje voor. Ze zoekt een grote maat, zodat het meisje er een jaar extra mee toekan.

Achter de toonbank hangt een prikbord met de namen van alle scholen. Vrijgevige klanten kunnen de school van hun keuze aangeven. Daaronder liggen de donaties, keurig verpakt in plastic zakjes. Belangrijk in het fenomeen askida is dat gever en ontvanger elkaar niet kennen; beiden blijven anoniem. Zo staat het in de Koran: “De hand die geeft, mag niet de hand zien die krijgt.”