Hoe FOMO de aandelenmarkten in 2021 tot absurde hoogtes zal duwen en dit liedje pijnlijk kan eindigen

Wie de beurskranten openslaat en de koppen scant moet denken dat er geen vuiltje aan de lucht is. ’Ondernemer X haalt 17 miljoen groeikapitaal op’, ‘ Bedrijf Y tankt 750 miljoen in IPO voor nieuwe overnames’,  ‘de beurskoers van techbedrijf Z ontploft na schitterend kwartaal‘. Telkens bekruipt bij velen het gevoel van FOMO. ‘The Fear of Missing Out’ heet dat. Het is het knagende gevoel dat je een trend gemist hebt of een opportuniteit. Vandaag springen dan ook vele nieuwe beleggers op de beurskar om er hun graantje mee te pikken. De vraag is of ze niet een te groot risico nemen en van een kale reis zullen terugkomen. 

FOMO is waarschijnlijk de sterkste driver van het hele kapitalistische systeem. De beurzen zijn daar het beste voorbeeld van. Niets is sterker dan het gevoel dat je je kans op winstgroei in de aandelenmarkt hebt verkeken. ‘Had ik maar Tesla gekocht, ik had nooit meer moeten werken’. ‘En waarom heb ik niet die Chinese beurstracker gekocht. Ik wist toch dat die ging stijgen?’ luidt het dan.

De groeiende kloof tussen de reële en financiële economie

De laatste jaren is dit gevoel nog versterkt. Omdat de reële economie en de beurs meer dan ooit van elkaar ontkoppeld zijn. De wereldeconomie ligt in de lappenmand maar de beurskoersen ontploffen

Wie kijkt naar de Shiller Price/Earnings’-ratio, -ook wel de ‘ cyclically adjusted PE-ratio’ genoemd-, kan moeilijk anders dan concluderen dat zich op de beurzen een financiële zeepbel heeft gevormd, die dreigt te ontploffen

Nobelprijswinnaar Economie Robert Shiller, auteur van de bestseller ‘ Irrational Exuberance’ stelde deze index op als alternatief voor de ‘korte termijn P/E ratio’. Op die manier wilde hij het effect van inflatie en fluctuaties in de winstcijfers minimaliseren. Want die zijn het gevolg zijn van natuurlijke businesscycli. Hij deed dit door de gemiddelde winstcijfers van de laatste tien jaar te gebruiken en er de inflatie uit te zuiveren. De Shiller P/E ratio staat vandaag op bijna 34. Het langetermijngemiddelde ligt op 16, terwijl dat van de laatste 20 jaar op iets meer dan 25 ligt, wat ook al extreem veel is. Maat dat heeft alles te maken met het gratis geld dat beschikbaar is.

C:\Users\Xavier\Downloads\download.png

Heel wat particulieren, maar ook fondsen, willen of kunnen niet aan de zijlijn blijven staan. Ze willen kost wat kost van deze rally profiteren waardoor deze trend nog wordt versterkt. 

De perverse rol van de centrale banken

De ratio achter deze stijging heeft volgens analisten omzeggens niets te maken met de toekomstige gezondheid van de economie. Wel met de ‘ Fed Put’. Een put is het recht om een actief te mogen verkopen aan een tegenpartij aan een vooraf bepaalde prijs. Zelfs wanneer dit actief in waarde daalt. De tegenpartij die altijd zal kopen is in dit geval de Amerikaanse Centrale Bank of Federal Reserve. 

De grote beleggers gaan er vandaag dan ook vanuit dat de markten niet meer kunnen dalen. Omdat de Federal Reserve zal interveniëren. In de eurozone speelt hetzelfde verhaal. Nadat Mario Draghi beloofde ‘ whatever it takes’ te doen om de euro te laten overleven, lijkt Christine Lagarde hetzelfde pad te volgen. 

Dit maakt dat de rally nog even kan doorgaan. Vooral omdat de opbrengsten die beleggers kunnen halen met aandelen versus obligaties nog gestegen zijn door de almaar dalende  rentevoeten.

Professor Shiller toont dit aan met  de ’Excess CAPE Yield Ratio’. Die geeft het verschil tussen het rendement op aandelen weer, berekend volgens de CAPE ratio, en de reële opbrengsten uit obligaties. Deze laatste zijn vandaag negatief. 

Volgens die graadmeter is er zelfs sprake een daling. Dat moet aangeven dat het rendement van aandelen niet excessief is gestegen en vandaag nog altijd de enige optie blijft voor beleggers. Het goede nieuws over het vaccin heeft hier zeker toe bijgedragen.

Maar blijvende lage rentevoeten en de wil van centrale banken om de markten te blijven ondersteunen, houden wel  grote gevaren in. De belangrijkste functie van markten valt immers weg, vooral de efficiënte allocatie van schaarse middelen. Heel wat zombiebedrijven worden vandaag in leven gehouden die anders failliet zouden gaan. 

Men moet zeker begrip tonen voor een aantal ondersteuningsmechanismen naar aanleiding van de coronacrisis. Maar het lijken vooral grote bedrijven, zelfs de niet-performante, te zijn die de huidige crisis best doorkomen. Dat terwijl kleinere, zeer arbeidsintensieve sectoren zoals horeca, events en toerisme pijn lijden. 

Als emotie de bovenhand neemt 

Daardoor wordt de kloof tussen Main Street en Wall Street – de reële en de financiële wereld –  nog groter. Die kloof leidt tot meer ongelijkheid in een alsmaar fragielere maatschappelijke orde. 

De financiële volatiliteit wordt nog verder versterkt en een aantal spelers testen de limieten af van wat kan, omdat overdreven risicogedrag wordt beloond in plaats van bestraft. Zij die geduldig sparen voor hun toekomst, zijn verplicht om risico’s te nemen want anders kunnen ze hun toekomstige verplichtingen niet voldoen. Denk aan pensioenfondsen en/of verzekeringsmaatschappijen. Zij moeten hopen dat de markten niet keren voor zij die middelen moeten uitkeren.

Homo Sapiens vergeet snel en gaat uit dat hij rationeel kan verklaren wat emotioneel gedreven wordt. FOMO is bovenal een sentiment en geen onderbouwde redenering. Vele spelers in de markt gaan uit van het wat naïeve geloof dat markten alleen maar kunnen stijgen. En er kan veel gebeuren. Als morgen zou blijken dat het vaccin niet zou werken op een nieuwe mutatie van het virus, dan stort het hele kaartenhuis in elkaar en zullen we een zeer moeilijk 2021 kennen. Laten we alvast hopen van niet. Het zou wel pleiten voor de centrale bankiers dat ze alvast niet de irrationele exuberantie voeden en trachten een gedegen beleid te voeren dat houdbaar is.

Meer