Macron: ‘Geen excuses voor koloniaal verleden in Algerije’

De president van Algerije zei vorig jaar dat hij op excuses wacht van Frankrijk voor de kolonisering van Algerije. Maar de Franse president Emmanuel Macron is niet van plan officiële verontschuldigingen aan te bieden, zo meldt zijn kabinet. 

Frankrijk zal ‘geen berouw tonen en geen excuses aanbieden’ voor de bezetting van Algerije of de bloedige achtjarige oorlog die een einde maakte aan de Franse overheersing in de voormalige kolonie, aldus het Elysée. In plaats daarvan wil de Franse president via ‘symbolische handelingen’ de relatie tussen de twee landen ontdooien.

60ste verjaardag einde Algerijnse oorlog

Het belangrijk om de geschiedenis onder ogen te zien op een ‘serene en vreedzame manier’, liet het Elysée weten. Zo zal Macron volgend jaar deelnemen aan drie herdenkingsdagen als onderdeel van de 60ste verjaardag van het einde van de Algerijnse oorlog.

De Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog werd tussen 1954 en 1962 uitgevochten tussen Frankrijk en het Algerijnse Front de Libération Nationale (FLN) en eindigde in het voordeel van de FLN. Op 5 juli 1962 riep Algerije uiteindelijk zijn onafhankelijkheid van Frankrijk uit. Ongeveer 350.000 mensen kwamen tijdens de oorlog om het leven. 

Algerije wacht op Franse excuses

De voorbije jaren waren er nog herhaaldelijk spanningen tussen beide landen. Frankrijk stelde vorig jaar nog een gebaar van verzoening door de stoffelijke resten van 24 Algerijnse strijders die gedood werden bij het begin van de Franse kolonisering, terug te geven aan het Noord-Afrikaanse land. Maar Abdelmadjid Tebboune, de president van Algerije, liet weten dat hij op officiële excuses wacht van Frankrijk. 

Als het van Macron afhangt, komen die er dus niet. Om 17 uur dient een expert in de hedendaagse geschiedenis van Algerije, Benjamin Stora, nog een rapport in bij de Franse president. Macron had hem in juli gevraagd een ‘eerlijke en nauwkeurige inventaris op te maken van de vooruitgang die in Frankrijk geboekt is rond de herinnering aan de kolonisatie en de Algerijnse oorlog’.

Lees ook:

Meer