Direct naar artikelinhoud
AnalyseZonnepanelen

U dacht dat de zonnepanelensoap zijn ontknoping bereikte? Dan heeft u het mis

U dacht dat de zonnepanelensoap zijn ontknoping bereikte? Dan heeft u het mis
Beeld Sven Franzen

De eigenaars van zonnepanelen met een digitale teller krijgen een maximale compensatie van 4.360 euro van de Vlaamse regering. Energieminister Zuhal Demir (N-VA) maakte gisteren de bedragen voor de 101.000 gedupeerden bekend, die meestal veel lager zullen liggen dan die dikke 4.000 euro. Het is de zoveelste episode in deze subsidiesaga, die niet één maar vele politieke schuldigen kent.

Demir stelde gisteren de eigenaars van zonnepanelen gerust. Sinds het Grondwettelijk Hof vorige week besliste dat zij onrechtmatig bevoordeeld worden door de compensatieregeling voor de digitale tellers zaten zij te nagelbijten. 

“We hebben gekozen voor de gulden middenweg waarbij we een evenwicht bewaren tussen een rendement van 5 procent op de gedane investering voor de eigenaars van zonnepanelen, maar waarbij we niet opnieuw de fout maken om miljarden te gaan oversubsidiëren op kap van de mensen zonder zonnepanelen”, zegt de Vlaamse energieminister.

Gedupeerde eigenaars zonnepanelen krijgen tot 4.360 euro: bereken hier zelf uw premie

De regering biedt een eenmalige financiële compensatie voor de 101.000 getroffen gezinnen. Daarbij wordt een vast bedrag toegekend per ‘kWp’ of kilowattpiek, het vermogen van een zonnepaneel. Dat bedrag is sterk afhankelijk van het jaar waarin de zonnepanelen werden gelegd. Sommige jaren waren nu eenmaal voordeliger dan andere wegens veranderende fiscale gunstregimes, energieprijzen en economische omstandigheden.

Wie krijgt wat?

Zo zal een ‘doorsnee gezin’, dat in 2020 zonnepanelen plaatste, een compensatie krijgen van 1.308 euro. De definitie van ‘een doorsnee’ gezin in deze regeling is “een huishouden met een oven, wasmachine en kookplaat met 4 kilowattpiek aan zonnepanelen en een zelfverbruik van 35 procent”. Plaatste datzelfde ‘doorsnee gezin’ dezelfde installatie vier jaar eerder, dan zal de compensatie 1.744 euro bedragen. Dat bedrag ligt hoger omdat deze installatie in 2016 aanzienlijk duurder was dan in 2020.

Gezinnen met meer zonnepanelen (bijvoorbeeld 10 kilowattpiek) en meer elektrische toestellen krijgen een bedrag van 3.270 euro als ze vorig jaar zonnepanelen plaatsten. Deed een gezin met een gelijkaardig profiel dezelfde investering in 2018, dan zal het 3.480 euro kunnen recupereren.

De Vlamingen die tussen 2007 en 2012 hun dak bekleedden met zonnepanelen, komen er nu het slechtst vanaf. De Vlaamse regering besliste immers dat zij geen eenmalige compensatie krijgen. Zij konden, zo redeneren Demir en co., al ruimschoots genieten van subsidies via de groene stroomcertificaten én een federale belastingaftrek. Behalve deze eenmalige compensatie moeten de eigenaars van zonnepanelen met een digitale meter ook geen prosumententarief meer betalen. Dat is de forfaitaire vergoeding voor het gebruik van het stroomnet.

Of de zonnepaneleneigenaars met een warmtepomp nog een bijkomende compensatie krijgen, is nog niet beslist. “Het slechtste antwoord op gebroken beloftes is het maken van nieuwe onhaalbare beloftes”, zegt Demir. “We bekijken met de Vlaamse regering wat mogelijk is.” Voor de gezinnen die nog een ouderwetse terugdraaiende teller hebben – zo’n 470.000 huishoudens – verandert er voorlopig niks, tot minstens begin april.

De Vlaamse regering lijkt met deze compensatieregeling nog niet uit de gevarenzone. Meteen na de bekendmaking weerklonk de kritiek dat de compensatie niet eerlijk verdeeld is. Lang niet alle eigenaars van zonnepanelen ondervinden immers hetzelfde nadeel van de afschaffing van de terugdraaiende teller. 

Tom De Meester, de energiespecialist van PVDA, kondigde gisterenavond ook al aan dat zijn partij naar de rechtbank zal stappen, wanneer de regering geen betere regeling uitwerkt. “Die eenmalige compensatie, die gemiddeld op 1.200 euro zal uitkomen, weegt niet op tegen het beloofde voordeel van 15 jaar van de terugdraaiende teller.” In 2017 stapte PVDA naar het Grondwettelijk Hof tegen de Turteltaks, die daarop vernietigd werd.

Veel boter op veel politieke hoofden

Demir en Bart Tommelein (Open Vld), een van haar voorgangers, excuseerden zich afgelopen week uitgebreid voor het eindeloos voortdurende debacle met de zonnepanelen. Het klopt dat Tommelein in de vorige legislatuur plechtig beloofde dat alle eigenaars van zonnepanelen compensaties zouden krijgen voor de invoering van de digitale teller. Het klopt ook dat Demir pas na de vernietiging door het Grondwettelijk Hof van die compensaties in actie schoot.

Toch zijn Tommelein en Demir niet de enige ‘schuldigen’, en al zeker niet de eersten. Demir wees daar ook op in het parlement: “In dit dossier moet de politiek vooral nederig en bescheiden zijn. Dat de overheid hier een slechte beurt heeft gemaakt bij zijn burgers, dat moeten we met zijn allen erkennen. In dit dossier moeten we met zijn allen eerst in de spiegel kijken.”

Vlaams energieminister Zuhal Demir bekijkt wat mogelijk is: 'Het slechtste antwoord op gebroken beloftes is het maken van nieuwe onhaalbare beloftes.’Beeld Photo News

Nochtans kunnen de politici niet zeggen dat ze niet gewaarschuwd waren. In 2016 en 2018 schreven professor Frank Verboven (KU Leuven) en onderzoeker Olivier De Groote (Toulouse School of Economics) al in twee studies dat langetermijnsubsidies eigenlijk geldverspilling zijn. De overheid had volgens deze academici hetzelfde aantal huishoudens kunnen aansporen om te investeren in zonnepanelen als ze een eenmalige premie had toegekend voor de installatie van zonnepanelen. Zulke investeringssubsidies hadden een besparing betekend (op dat moment) van maar liefst 1,7 miljard euro.

De universiteiten van Leuven en Luik werken nu aan een nieuwe studie voor de Nationale Bank over de Vlaamse energiesubsidies. De voorlopige resultaten werden in oktober vorig jaar al gepubliceerd. Daarin betogen ze dat kiezers de zittende regeringen helemaal niet belonen voor het royale subsidiebeleid voor zonnepanelen. Die kiezers zijn zich immers ook erg bewust van de steeds hoger oplopende financieringskosten. Simpel samen gevat: stemmen zijn niet te koop, ook niet met rijkelijke subsidies.

Het gaat dan niet enkel om de kiezers zonder zonnepanelen, die de subsidies ervan moeten mee betalen via hun energiefactuur, maar ook om de kiezers met zonnepanelen die zich geconfronteerd zien met onverwachte kosten. “Politici blijken een kortetermijnvisie te hebben”, schrijven de onderzoekers. “Door hoge subsidies te geven aan huishoudens wilden ze hen warm maken voor de energietransitie en ook politieke steun vergaren. Maar ze hielden te weinig rekening met de consequenties op lange termijn van hun beleid. Dat zet kiezers aan om de partijen af te straffen die verantwoordelijk zijn voor dit beleid, omdat ze vinden dat dit beleid fout ontworpen is door de hoge kosten die ermee gepaard gaan.”

De onderzoekers geven de politici wel enig respijt. Ze wijzen erop dat het geen sinecure is om beleid te maken rond nieuwe technologieën – in casu zonnepanelen – omdat zij zo razendsnel evolueren. De kunst bestaat er dus in om een mechanisme te maken dat flexibel genoeg is om de dalende productiekosten van die technologieën al in te calculeren in het beleid.

Over Steve ‘Stunt’ en ‘Flaterende’ Freya

Helaas koos de Vlaamse regering van in het begin voor een ander mechanisme, en week ze daar sindsdien niet drastisch vanaf. De ‘vader’ van de hoge subsidies is wijlen Steve Stevaert (SP/sp.a), tussen 1999 en 2003 Vlaams minister van Energie in de paars-groene regering. Hij kwam toen met de ‘groene certificaten’ om alternatieve energie te promoten. Zijn opvolger Kris Peeters (CD&V) liet die subsidies ongemoeid. Hilde Crevits (CD&V), die het dossier van Peeters erfde, paste ze wel een beetje aan.

De kostprijs voor de zonnepanelen is dan al totaal niet meer in overeenstemming met de subsidies die de Vlaamse regering er tegenaan gooit. Gevolg: de gouden jaren voor de verkopers én kopers van zonnepanelen breken aan, net omdat er zulke gigantisch winsten mee te boeken vallen. Energieminister Freya Van den Bossche (sp.a) probeert het systeem te veranderen, maar krijgt bakken kritiek. Het levert haar de bijnaam ‘Flaterende Freya’ op. Dat de socialiste de groeiende schuldenput niet kon dempen, had ze ook ‘te danken’ aan de prijzenpolitiek van de federale regering. En meer bepaald aan haar partijgenoot Johan Vande Lanotte.

Op het moment dat Van den Bossche de groenestroomkosten ziet pieken naar meer dan een miljard per jaar is Vande Lanotte federaal immers bevoegd voor Consumentenzaken. In 2012 beslist hij om de hoge energieprijzen in België aan te pakken.

De compensatie is afhankelijk van het jaar waarin de zonnepanelen werden gelegd.Beeld Livios

Meer specifiek bevriest Vande Lanotte dan de tarieven van de netbeheerders. Daardoor daalt effectief de elektriciteitsfactuur van veel Belgen, maar loopt de factuur voor de Vlaamse overheid voor de zonnepanelen verder op. Het zijn immers de netbeheerders zoals Eandis en Infrax (wier tarieven bevroren zijn) die de stijgende kosten voor de subsidies voor de zonnepanelen daardoor niet mondjesmaat kunnen doorrekenen aan alle consumenten. Bij de verkiezingen pakken de socialisten trots uit met de lagere energieprijzen als een van hun voornaamste verwezenlijkingen. Uit het zicht van de publieke opinie stapelen de schulden zich steeds verder op.

Exit Turtelboom, enter Tommelein

Het was Annemie Turtelboom (Open Vld), de volgende Vlaamse minister van Energie, die dit miljardendossier vervolgens moest zien op te lossen. De liberale kwam met de ‘Turteltaks’ aanzetten: een energieheffing voor de gezinnen en bedrijven die de schuldenberg moet afbetalen.

Maar die ‘Turteltaks’ kostte – zoals genoegzaam bekend – de Antwerpse haar job in de Vlaamse regering. Liberalen en extra belastingen, die combo werkt zelden, en de communicatie van Turtelboom ging ook meermaals de mist in. Gevolg: exit Turtelboom. In haar plaats verschijnt Bart Tommelein (Open Vld) ten tonele.

Hij krijgt er nog een probleem bij in dit ‘shitdossier’, zoals het afgelopen week zonder schroom in het Vlaams Parlement werd genoemd: de installatie van de digitale meter. Tommelein blijft van 2016 tot zijn vertrek naar Oostende in 2018 volhouden dat er compensaties zullen komen voor alle eigenaars van zonnepanelen na de installatie van die digitale meters. Zijn invalster Lydia Peeters doet exact hetzelfde. De waarschuwingen van de Vlaamse energieregulator Vreg (Vlaamse energieregulator), de Raad van State (wettelijke waakhond), hun federale collega’s en zowat elke energiespecialist in Vlaanderen vallen in dovemansoren.

De schuld door de zonnepanelen wordt door het kabinet van huidig minister Zuhal Demir tegen 2030 intussen op 14,5 miljard geraamd. Die miljarden gaan dan puur over het verleden. Alle nieuwe initiatieven die deze Vlaamse regering zal nemen, zijn hierin nog niet meegerekend.

Wie denkt dat de zonnepanelensoap nu eindelijk zijn ontknoping heeft bereikt, heeft het mis. Aan de einder doemt al een nieuwe subsidiepost op. Eigenaars van zonnepanelen blijken steeds meer geïnteresseerd in de plaatsing van thuisbatterijen. Die batterij kan stroom, opgewekt door de zonnepanelen, opslaan om ze later te gebruiken. Op die manier kan het verlies aan rendement door de digitale teller dus een beetje gecompenseerd worden. Sinds 2019 geeft de Vlaamse regering subsidies voor deze (voorlopig?) erg kostelijke thuisbatterijen. Vijf miljoen euro staat opzij om die subsidies te betalen, en veel aanvragen waren er de laatste maanden niet. Maar dat lijkt dus nu te veranderen. 

Als energieminister Demir wat geleerd heeft uit de lotgevallen van haar voorgangers, doet ze dus beter geen dure beloftes over deze subsidies in de toekomst.