Twitter lanceert Birdwatch in strijd tegen misinformatie

Twitter hoopt met het nieuwe project een ‘community van Birdwatchers’ op te bouwen die ervoor kan zorgen dat wat in tweets verschijnt ook strookt met de werkelijkheid. Het systeem werkt grosso modo als de combinatie van wat Reddit en Wikipedia al langer aanbieden. Daar kunnen gebruikers bijdragen van anderen beoordelen op de waarheid ervan, om te voorkomen dat er via die platformen nonsens de wereld wordt ingestuurd. In de strijd tegen misinformatie lanceerde Twitter gisteren op zijn beurt ‘Birdwatch’, voorlopig wel nog enkel voor een beperkt aantal gebruikers in de VS.

Op het open forum dat Birdwatch wil zijn, kunnen gebruikers tweets rapporteren en bediscussiëren. Dat gebeurt via een dropdownmenu op Twitter zelf, maar de discussies vinden plaats op een aparte pagina, waarvoor je je moet inschrijven. In ons land kan dat dus op dit moment nog niet. 

Twitter wil zo interactief nepinformatie weren van het platform. In een eerste fase nog in een aparte sectie, maar na de testfase is het wel de bedoeling dat er voor alle gebruikers zichtbare notities bij de gerapporteerde tweets worden geplaatst, “wanneer daar consensus over is bij een brede en diverse groep gebruikers”. Twitter hoopt zo naar eigen zeggen dat Birdwatch zich tot een betrouwbare community ontpopt voor zijn hoofdproduct en streeft daarbij een zo groot mogelijke transparantie na.

De microblogsite krijgt voor het initiatief van sommigen al meteen dezelfde kritiek als het zogenaamde ‘Hooggerechtshof van Facebook’, met name dat het bedrijf zelf de handen in onschuld wast door de verantwoordelijkheid voor eventuele valse informatie door te schuiven naar anderen.

Het is alleszins een nieuwe stap in de bestrijding van nepnieuws, nadat Twitter in maart al was begonnen met het verwijderen van “misleidende en potentieel schadelijke content” over Covid-19 en in mei waarschuwende labels had geïntroduceerd. Het bedrijf beseft naar eigen zeggen dat het waakzaam moet zijn voor manipulatie en vooringenomenheid bij de deelnemers aan het project, “maar we denken dat dit model het proberen waard is”.