Direct naar artikelinhoud
AnalyseCoronavirus

Het coronavirus komt misschien niet van de markt van Wuhan. Maar waar komt het dan wél vandaan?

Het WHO-team arriveert bij een dierenmarkt in Wuhan.Beeld AFP

De missie van de Wereldgezondheidsorganisatie in China is ten einde. Harde conclusies zijn er nog niet, ideeën voor vervolgstudies wel. Waaronder ook: onderzoek naar de door Peking gepropageerde gedachte dat het virus niet uit China, maar van elders komt.

Het virus komt helemaal niet uit China. De dierenmarkt in Wuhan was niet de bron van het coronavirus dat de wereld nu in zijn greep houdt, het was hooguit de plek waar het virus voor het eerst om zich heen greep.

Het was zomaar de indruk die een neutrale toeschouwer dinsdagochtend kon krijgen bij de eindpresentatie van de speciale missie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in China, die er op zoek is naar de oorsprong van het virus. Natuurlijk bestaat er weinig twijfel dat het virus eind 2019 in China is overgesprongen op de mens. Maar zeg dat niet te hard in China zelf. In het land draagt men steeds nadrukkelijker de fantasie uit dat het onheil van buiten moet zijn gekomen.

Vleermuizen komen nu eenmaal ook voor in het buitenland, hoorde de wereld ook de Deense WHO-missieleider Ben Embarek zeggen. En het virus kon best per ingevroren voedsel Wuhan zijn binnengevlogen. Dat is zelfs een “sleutelhypothese”, stelde Embarek, geflankeerd door zijn Chinese gastheren.

Trouwens, zijn er geen verhalen dat er in Europa al veel eerder mensen covid hadden? “Het zou heel interessant zijn om al deze aanwijzingen te onderzoeken, hier en elders in de wereld”, aldus de missieleider. “We proberen ons niet te beperken tot vooringenomen ideeën.”

De gedachte dat China zelf wellicht verantwoordelijk is voor de introductie van het virus na een laboratoriumongeluk moet van tafel, aldus de WHO-missie. Het is “hoogst onwaarschijnlijk” dat het per abuis met een medewerker is meegelift, het hoogbeveiligde Virologisch Instituut van Wuhan uit en de wijde wereld in, oordeelt de missie. Opmerkelijk: ook de mogelijkheid dat coronavirussen zich kunnen verplaatsen via bevroren voedsel noemde de WHO eerder hoogst onwaarschijnlijk.

Harde feiten

De harde feiten waarop de WHO-missie voortbouwt, zijn interessant genoeg. Feit één: voor zover men heeft kunnen nagaan, kwam het virus rond Wuhan niet eerder dan in december 2019 voor bij de mens. Dat kon men afleiden uit ziekenhuisdossiers, bloedmonsters en sterftecijfers. “We kunnen niet zeggen dat er voor december helemaal geen besmetting is geweest”, aldus het Nederlandse teamlid Marion Koopmans, hoogleraar virologie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. “Maar we zien in elk geval geen bewijs van wijde verspreiding.”

En, feit nummer twee: het virus is maar losjes verbonden met de befaamde dierenmarkt van Wuhan, waar het allemaal zou zijn begonnen. Het vroegst bekende geval dateert van 8 december; de eerste patiënt met een direct lijntje naar de dierenmarkt pas van vier dagen later. “De markt was een plek waar verspreiding van het virus gemakkelijk kon plaatsvinden”, aldus Embarek. “Maar we weten niet hoe het virus er is terechtgekomen. Dat kan via een product zijn geweest, maar ook via een handelaar of een bezoeker.”

Misschien is het virus wel op een andere, kleinere markt in Wuhan op de mens overgegaan, of elders. “We hebben in elk geval bewijs gevonden dat het virus in de tweede helft van december al wijder circuleerde, ook buiten de markt”, verklaarde Embarek.

Missieleden Liang Wannian, Peter Ben Embarek en Marion Koopmans op de gezamenlijke persconferentie van de WHO en China.Beeld AP

Rest de vraag van welk dier het virus afkomstig is. Het derde feit waarover iedereen het eens is: Sars-Cov-2 is een directe aftakking van een familie vleermuizenvirussen. “En Wuhan is een stad, geen typerende leefomgeving voor vleermuizen”, zei de leider van de onderzoeksmissie.

Zo puzzelend komt de WHO uit op drie ‘sleutelhypotheses’, zoals Embarek ze noemt. Rechtstreekse besmetting door een vleermuis, die toch op de een of andere manier met een mens in aanraking is gekomen. Besmetting via een of ander ‘tussendier’ dat het virus doorgaf van de vleermuis aan de mens. En vooruit, omdat China zo aandringt: introductie van het virus via een diepvriesproduct. Het ‘tussendier’ dat het virus doorgaf, is veruit de waarschijnlijkste optie.

Op de markten vond men immers verschillende diersoorten die drager kunnen zijn van het virus: konijnen, fretten, wasberen en bamboeratten. “De volgende stap is te kijken waar deze dieren vandaan zijn gekomen”, zegt Koopmans. “Sommige van de boerderijen en handelaren komen uit streken waar ook vleermuizen leven. Dat zijn mogelijke ingangen.”

Alleen loopt het spoor daar voorlopig dood. Zo’n 50.000 varkens, koeien, geiten, kippen, ganzen, eenden en andere boerderijdieren uit 31 provincies plus nog eens 50.000 wilde dieren heeft men sinds 2019 bemonsterd, vertelde de Chinese WHO-delegaat Liang Wannian. “Maar alle resultaten waren negatief.”

En de politiek beladen mogelijkheid van een ontsnapping uit het laboratorium? Ook daarover is men redelijk eensgezind. Al eerder kwamen Britse en Amerikaanse virologen tot de conclusie dat het coronavirus eigenlijk niet uit een laboratorium afkomstig kán zijn, omdat het alle kenmerken mist die je bij een laboratoriumvirus zou verwachten. “Extreem onwaarschijnlijk”, oordeelt ook de WHO-missie: hypothese verworpen.

Diepvrieskip uit Brazilië

Anders zit het met de gedachte dat het virus heel ergens anders vandaan komt en via bevroren of ingemaakt voedsel in Wuhan is beland. Een idee dat China al maanden propageert. Zo beweerde men al virusresten te hebben gevonden op diepvrieskip uit Brazilië, op garnalen uit Ecuador en op vis uit Indonesië. De WHO-missie voelde weinig aandrang om daartegenin te gaan en China te wijzen op feit nummer vier: het is zeer twijfelachtig dat het virus op bevroren voedsel besmettelijk blijft. “Er is veel werk nodig om deze interessante route te onderzoeken”, hield Embarek de Chinezen liever te vriend.

Iets meer tegengas kwam van Koopmans. Ja, er zijn een paar studies die beweren dat het virus al lang voordat men het in China aantoonde rondging in andere landen zoals Italië, erkende ze. Maar dieper dan dat ging haar knieval niet. “Het is moeilijk te zeggen hoe accuraat zulke verslagen zijn. De onderzoeksmethoden die men gebruikte, zijn niet doorslaggevend.”

In de Volkskrant was immunoloog Gijs van Nierop, haar directe collega, enkele maanden geleden minder diplomatiek. “Geen bal” geloofde hij van de Italiaanse bewering dat het virus al in de zomer van 2019 rondwaarde in Italië. De zelf ontwikkelde bloedtest die dat zou aantonen, was waarschijnlijk aangeslagen op antistoffen tegen een heel ander virus, vermoedt Van Nierop.