De prijs van voeding is vorig jaar met 2,6 procent gestegen. Vooral niet-bewerkte levensmiddelen werden een stuk duurder (+ 4,7 procent), zoals groenten, fruit, vlees en vis.

De prijsstijging van voeding (+ 2,6 procent) was het afgelopen jaar zes keer zo hoog als de totale inflatie (+ 0,4 procent). Dat schrijft De Standaard. Ze baseren zich hiervoor op gegevens van de federale overheidsdienst Economie en de Nationale Bank van ­België.

Vooral de prijs van niet-bewerkte levensmiddelen nam toe, zoals fruit, groenten, vis en vlees. In die categorie werd voeding 4,7 procent duurder. Ter vergelijking: in 2019 was er een prijsdaling van 0,4 procent, het jaar daarvoor een stijging van 1,8 procent. Onder meer de droogte en logistieke problemen door corona zorgden voor deze stijging in 2020.

Varkensvlees voor China

Fruit werd in het eerste kwartaal van 2020 al 6,5 procent duurder, en steeg in het tweede en derde kwartaal respectievelijk met 11,6 procent en 11,2 procent. Het gaat om de hoogste prijspieken in zeven jaar. Groenten werden 5,2 procent duurder in het tweede kwartaal en 4,5 procent in het derde.

Ook de prijs van vis en vlees steeg. Varkensvlees werd aan het begin van 2020 duurder door de stijgende vraag vanuit China, dat met de varkenspest kampte. In het tweede en derde kwartaal werd vlees 3,2 procent duurder, vis klom naar 7,8 procent meer in het derde kwartaal.

Opnieuw daling

Vanaf het vierde kwartaal werd opnieuw een daling opgetekend in enkele categorieën. Volgens De Standaard lijkt de overheid een deel van de prijsstijgingen mee te hebben veroorzaakt, door tijdelijk kortingen te verbieden in supermarkten – net op het moment dat iedereen door de sluiting van de horeca genoodzaakt was meer in de supermarkt te kopen. De koopkracht daalde vorig jaar bij mensen met een laag inkomen. Wie daarentegen normaal gezien vaker op restaurant gaat en nu verplicht thuis moest eten, kon net besparen.