Hoe zit het nu met kotstudenten? Volgens minister Verlinden kunnen ze huishouden zijn, maar onduidelijkheid blijft

De discussie over studenten op kot loopt al een tijdje. Sinds het begin van de lockdown mogen we enkel nog dicht contact hebben met ons eigen "huishouden" en daarnaast mogen we elk ook één knuffelcontact hebben. Maar wat met studenten die met een aantal samen op kot zitten? Hun "huishouden" is thuis, zo was de redenering, en dus moeten ze afstand houden op kot. 

Hoe zit het dan met de zogenaamde "kotbubbel"?  Kunnen studenten die op kot samenwonen dan niet als een huishouden beschouwd worden? De discussie over zo'n bubbel woedt weer volop, nu vier studenten die samen op kot zitten in Gent een boete kregen omdat ze 's avonds op hun balkon stonden met wat muziek. Volgens de politie was er sprake van een inbreuk op de coronaregels.

Over deze specifieke zaak wil minister Verlinden zich niet uitspreken. Maar hoe zit het nu precies met die huishoudens? "In het ministerieel besluit hebben we geschreven dat een huishouden alle personen zijn die onder hetzelfde dak wonen", zegt de minister aan VRT NWS. "Dat hoeft dus geen traditioneel gezin te zijn. Ook studenten kunnen een huishouden zijn, als ze sinds de start van de lockdown onder hetzelfde dak wonen."

Lees: studenten mogen zich gedragen als een huishouden op voorwaarde dat ze niet pendelen tussen hun kot en hun ouderlijk huis. "Alle andere mensen, zoals hun ouders of familie, mogen ze niet dichtbij ontvangen, dus. Tenzij ze als knuffelcontact een van hun ouders kiezen. Dan gelden de regels die voor het knuffelcontact gelden.

Die interpretatie van het ministerieel besluit lijkt nog niet doorgedrongen te zijn tot de politiediensten. Een bron bij de politie vertelde aan onze redactie dat het concept "kotbubbel" voorlopig niet gehanteerd wordt. Op dit moment zou men vooral kijken naar het domicilieadres van de studenten om te bepalen tot welk huishouden ze behoren. "Wij wachten voorlopig op verdere richtlijnen vanuit de politiek," klinkt het. 

Nicholas Paelinck van de Vaste Commissie Lokale Politie liet weten dat hun juristen de term 'kotbubbel' momenteel onderzoeken. Op basis van hun resultaten, zal beslist worden of hun operationele richtlijnen aangepast moeten worden. "Wij voeren uit wat ons opgedragen wordt. We moeten wel zeker zijn dat onze richtlijnen juridisch goed onderbouwd zijn."

Minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) pleit al langer voor een "kotbubbel", maar die kwam er tot nu toe niet. Door de uitspraken van minister Verlinden, lijkt daar nu verandering in te komen. Toch blijft er  volgens minister Weyts nog te veel onduidelijkheid over.  "Er is duidelijk nog altijd een probleem, aangezien de politie boetes uitschrijft. Wij vragen dat het ministerieel besluit aangepast wordt, om meer duidelijkheid te geven aan de studenten. De Gemeenschappen van dit land hebben daarvoor een uitgewerkt voorstel op tafel gelegd, dat ook gesteund werd door de virologen."

De Gentse burgemeester Matthias De Clercq (Open VLD) sluit zich aan bij de oproep van minister Weyts. Ook hij vraagt een aanpassing van het ministerieel besluit. "De regels over de kotbubbels moeten op papier staan zodat discussies hierover voorbij zijn en er voor iedereen duidelijkheid is."

Ook de Vlaamse Vereniging van Studenten vraagt om meer duidelijkheid. Zij willen ook meer rechtszekerheid, om te vermijden dat studenten die samenwonen in de toekomst toch nog beboet kunnen worden. "Een vorm van registratie zou een oplossing kunnen zijn," zegt hun voorzitter Dylan Couck. "Dat zou een manier zijn voor de studenten om te kunnen bewijzen dat ze als kotbubbel samenleven, ook naar handhaving toe. Momenteel hebben ze weinig tot niets om dat aan te tonen in geval van controles."