Direct naar artikelinhoud
AnalyseEconomie

Steeds meer lege winkels in centrum: ‘Als coronasteun wegvalt, vrezen we voor faillissementsgolf’

Op dit moment staan er in heel het land 23.898 winkelpanden leeg.Beeld Tiene Carlier

Er staan op dit moment net geen 24.000 handelspanden leeg, een triest record. Tegen het einde van het jaar zouden er nog eens 3.000 bijkomen. Dat blijkt uit cijfers van onderzoeksbureau Locatus. Handelsorganisatie Unizo pleit voor een winkelshift.

In de winkelstraat duiken steeds meer lege etalages op, meestal met een bord ‘te huur’ of ‘te koop’ aan de muur. Groeiende leegstand is een fenomeen waar geen enkele centrumstad – van Oostende tot Hasselt en alles ertussenin – aan ontsnapt. Maar ook in de kleinere gemeenten en in de stadswijken buiten het commerciële hart sneuvelen winkels in een schrikbarend tempo.

De cijfers liegen er niet om: op dit moment staan er in heel het land 23.898 winkelpanden leeg, of 11,8 procent van alle 203.018 zaken in de 1.750 winkelgebieden in België, die het gespecialiseerde onderzoeksbureau Locatus onder de loep nam. In Turnhout staat zelfs bijna één op de vijf winkels (18,4 procent) leeg en is daarmee de trieste koploper onder de Vlaamse centrumsteden. 

De eerste meting van Locatus dateert uit 2008 en toen was de leegstand nog beperkt tot 5,1 procent. Begin 2019 stond de teller al op 10,3 procent, een jaar geleden was dat gestegen tot 11,2 procent. De oorzaken zijn bekend: dure huurprijzen in winkelstraten (tot 1.600 euro per vierkante meter per jaar), lagere inkomsten door onlineshoppen en een verschuiving van de winkelactiviteit van de centra naar de grote winkelconcentraties in de rand van de stad.

De tendens dreigt nu gevaarlijke proporties aan te nemen, vreest ondernemersorganisatie Unizo. “De evolutie van een groeiend aantal grote winkels in de periferie zien wij niet graag gebeuren”, zegt Mia Vancompernolle. “Mensen kunnen een euro maar één keer uitgeven. Als ze dat meer en meer doen buiten de stad, gaat dan ten koste van de handel in het centrum. Met als gevolg dat de leegstand daar toeneemt en met al die lege etalages winkelen steeds minder aantrekkelijk wordt. 

“Daarom pleiten we voor een winkelshift. De verschillende overheden, zowel de Vlaamse regering als de gemeentebesturen, moeten dringend werk maken van een strenger vergunningsbeleid voor handelszaken in de rand. Tussen nu en 2022 komt er nog eens 315.000 vierkante meter handelsvastgoed bij in de stadsrand. Dat zal de leegloop in de stad alleen maar versterken. De winkels die er zijn, kunnen wat ons betreft blijven. Maar nog meer Jumbo’s, JYSK’s, Albert Heijns, Actions en Kruidvaten mogen er echt niet meer bijkomen. Alle maatregelen, van subsidies tot financieringen, van de steden om het winkelhart te steunen ten spijt: zolang die verschuiving niet stopt, blijft het dweilen met de kraan open. Voor het écht beter kan, moet de kraan dus eerst dicht.”

Gul met subsidies

Een aantal steden neemt al maatregelen. In Waregem wordt het oude shoppingcentrum in het stadshart, 35 winkels groot en eigendom van de stad, tegen 2022 gerenoveerd, in de hoop dat het nieuwe handelaars zal aantrekken. In Brugge lanceren ze het project Space Tinder, als platform om ondernemers en leegstaande panden in het centrum aan elkaar te koppelen. In Herentals zijn ze gul met subsidies voor de renovatie van een handelspand. Want de bodem van de leegstand is nog niet bereikt vanwege corona. “Er zijn handelaars die enkel het hoofd boven water houden dankzij de steunmaatregelen. Eens die wegvallen, vrezen we voor een faillissementsgolf”, zegt Vancompernolle.

Dat kunnen er volgens Locatus wel eens heel veel zijn: 20.000 in het komende anderhalf jaar. Maar, zeggen ze in hun rapport er meteen bij, van al die verdwijnende retailers zou 85 procent overgenomen worden. Toch zou het betekenen dat er tegen het einde van 2020 zo’n 3.000 leegstaande handelszaken bij komen, wat de leegstand in de winkelstraten op 13,3 procent brengt. 

Vancompernolle: “Net daarom is de winkelshift zo belangrijk. Bestaande winkels moeten net gestimuleerd worden om zich opnieuw in de stadskernen te vestigen, eventueel door kleinere leegstaande winkelruimtes samen te brengen tot één grotere oppervlakte. Verder mag er geen open ruimte meer worden aangesneden voor exclusieve zones voor grootschalige retail en moeten de vergunningen voor nog geplande zones buiten de stad worden herbekeken.”