Direct naar artikelinhoud
NieuwsContacttracing

Beke: ‘Bijna uit mijn zetel gevallen bij Pano-reportage’

Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V).Beeld Bas Bogaerts

‘Ik ben bijna uit mijn zetel gevallen bij het bekijken van de Pano-reportage over de contactopsporing.’ Dat heeft Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) vandaag gezegd in het parlement na interpellaties van Lise Vandecasteele (PVDA), Jeremie Vaneeckhout (Groen), Hannes Anaf (sp.a) en Immanuel De Reuse (Vlaams Belang).

en

De Vlaamse contactopvolging, een cruciale eerste verdedigingslinie tegen het coronavirus, zou nog altijd met veel problemen en kinderziektes kampen. Dat bleek eerder deze maand uit een reportage van Pano op Eén. De makers spraken met de hoofdrolspelers van de voorbije maanden en verzamelden getuigenissen waaruit bleek dat er een opeenstapeling was van problemen achter de schermen. Zo kon een besmette persoon niet zelf terugbellen als hij achteraf nog vragen heeft. Of kon een besmette persoon maar maximum tien contacten opgeven.

“Ik was teleurgesteld in de kwaliteit van de reportage”, zei Beke vandaag. “Ze blijft steken in het verleden, waar inderdaad sprake was van kinderziektes, dat hebben we ook nooit onder stoelen of banken gestoken. Er zitten ook een aantal suggestieve aantijgingen in, waar geen bronnen of bewijs voor worden aangedragen.”

“Niemand ontkent dat de opstart van het grootschalige contactonderzoek niet ideaal gelopen is, maar ik kijk liever naar de feiten, cijfers en waar we nu staan”, aldus Beke. “Vandaag hebben we een performant en kwalitatief systeem waarmee we zowel besmette personen als hun hoogrisico-contacten snel kunnen bereiken.”

95 procent

Vandaag wordt bijna 95 procent van de indexpatiënten en contactpersonen waarvoor een werkorder wordt aangemaakt uiteindelijk bereikt, maakte de minister zich sterk. Een half jaar geleden lag dat slechts rond de 70 procent. Intussen zou ook 80 procent van de indexpatiënten zijn contacten delen.

Dat een respondent niet zelf kan terugbellen, klopt volgens Beke intussen niet meer. “Het contactonderzoek is stap voor stap uitgebreid, met onder andere vragen over waar mensen geweest zijn en over de vermoedelijke bron van besmetting. Mensen kunnen uiteraard terugbellen als ze een oproep gemist hebben.”

De reportage heeft volgens de minister een invloed gehad op de aanpak van de crisis. Contactopsporing is gebaseerd op vertrouwen, argumenteerde hij, en dat is nu aangetast door de uitzending.