Donorconferentie voor Jemen mislukt: "Doodstraf voor miljoenen kinderen, vrouwen en mannen"
De topman van de Verenigde Naties Antonio Guterres is erg scherp voor de lidstaten die met een pak minder geld over de brug zijn gekomen dan verwacht om de enorme hongersnood in Jemen aan te pakken. De virtuele donorconferentie waar gisteren 100 landen en ngo's aan deelnamen, heeft de helft opgebracht van wat de VN gehoopt had.
"Het resultaat van de bijeenkomst is teleurstellend. Miljoenen kinderen, vrouwen en mannen in Jemen hebben dringend hulp nodig om te overleven. Die hulp verminderen, staat gelijk aan een doodstraf". VN-secretaris-generaal Antonio Guterres wond er gisteren geen doekjes om na de virtuele donorconferentie voor Jemen.
Ik vraag u om opnieuw na te denken wat u kunt doen om de ergste hongersnood in decennia te voorkomen
Meer dan 100 landen en particuliere hulpverleners namen daaraan deel. De VN had gehoopt op een opbrengst van 3,85 miljard dollar, maar er is uiteindelijk slechts 1,7 miljard dollar toegezegd. Bovendien is zelfs dat niet zeker, want ook vorig jaar betaalden de donoren veel minder dan wat ze beloofd hadden. De Belgische regering heeft 5 miljoen euro toegezegd voor hulp aan Jemen.
De Verenigde Naties omschrijven de situatie van de burgerbevolking in Jemen al langer als de "zwaarste door de mens veroorzaakte humanitaire crisis". Topman Guterres bedankte de partners die zich wel gul toonden. Aan de anderen vroeg hij na te denken over wat ze kunnen doen om de ergste hongersnood van de voorbije decennia op te lossen. Het lijkt eerder een wanhoopskreet dan een vraag.
Erg, erger en ergst
De beelden van uitgemergelde kinderen in Jemen zijn nochtans bekend. Ze doen denken aan de laatste grote hongersnood in Ethiopië in de jaren 80 toen internationale artiesten zoals Bob Geldof met de opbrengst van grote "Band Aid"-concerten een deel van de nood wilden lenigen. Dat lijkt in coronatijden geen optie. (Lees verder onder de foto).
De cijfers liegen er niet om: meer dan 70 procent van de Jemenieten is op een of andere manier afhankelijk van humanitaire hulp. Zowat de helft zou lijden onder voedselschaarste. Meer nog: volgens ngo's zouden 400.000 kinderen in Jemen kunnen sterven van de honger. Los daarvan woeden er ziekten zoals cholera en nu ook het coronavirus. De hulpverlening wordt bemoeilijkt door de oorlog en onveiligheid. Veel ziekenhuizen zijn door de Saudische luchtmacht gebombardeerd en de VN heeft honderden gezondheidscentra moeten sluiten wegens geldgebrek.
Houthi's rukken op in olieprovincie Marib
Intussen woedt de oorlog verder, of liever de oorlogen, want verschillende strijdende partijen hebben elkaar in Jemen bij de keel. Op het terrein rukken de sjiitische Houthi-milities nu verder op in Marib. Dat is de enige provincie in het noorden van Jemen die ze nog niet in hun bezit hadden. (Lees verder onder de foto).
De voorbije maanden is daar hevig slag geleverd tussen de Houthi's en lokale milities die zich achter de door Saudi-Arabië en anderen gesteunde "regering" hadden geschaard. Ondanks zware verliezen en hevige Saudische luchtbombardementen lijken de Houthi's nu evenwel op het punt te staan om Marib in te nemen.
Dat is een belangrijke prijs: geografisch ligt Marib niet zo ver van de hoofdstad Sanaa die al sinds 2014 in handen is van de Houthi's. Zonder Marib worden de tegenstanders van de Houthi's nog verder van Sanaa gedreven en lijkt een tegenoffensief onrealistisch. Marib is ook belangrijk voor de landbouw (cruciaal in tijden van honger) en bevat de grootste olie- en gasvoorraden in Jemen. Die kunnen de Houthi's niet zomaar uitvoeren, maar de verovering ervan zou een "game changer" kunnen zijn en een belangrijke troefkaart voor de Houthi's bij eventuele vredesonderhandelingen met de andere partijen.
Marib is echter ook de plaats waar honderdduizenden Jemenieten van elders naartoe zijn gevlucht. De kans dat die nu verder op de vlucht worden gedreven is dus erg groot. Er dreigt dus een nieuwe humanitaire ramp binnen de totale humanitaire ramp in Jemen.