Het ministerie van Volksgezondheid meldt dat vrijdag na overleg met het RIVM, het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen en de Gezondheidsraad.

LEES OOK. EMA blijft achter AstraZeneca-vaccin staan, maar onderzoekt zaak nog steeds

Directe aanleiding voor de maatregel zijn vijf meldingen in Nederland van ernstige bijwerkingen bij vrouwen tussen de 25 en 65 jaar. Het gaat om “uitgebreide trombose in combinatie met een laag aantal bloedplaatjes”. Telkens werd dat 7 tot 10 dagen na de vaccinatie zichtbaar.

Drie van de vijf hadden uitgebreide longembolieën. Een van hen kreeg een hersenbloeding en een andere heeft het niet overleefd. Een andere patiënte had een uitgebreide trombose van de buikaderen. Eén patiënte ontwikkelde dan weer een trombose van de slagaders in de benen.

Soortgelijke meldingen kwamen ook eerder uit andere EU-landen. 

Door de tijdelijke stopzetting, moeten de gemeentelijke gezondheidsdiensten (GGD) meteen ongeveer 10.000 afspraken voor vaccinaties schrappen. Ook de mensen jonger dan 60 jaar die vrijdagnamiddag in de rij staan te wachten bij een vaccinatiecentrum, kunnen niet ingeënt worden.

LEES OOK. Duitsland verbiedt AstraZeneca-vaccin voor wie jonger is dan 60

Vaccinatiebereidheid

In Vlaanderen leiden de twijfels rond AstraZeneca voorlopig niet tot een kleinere vaccinatiebereidheid. Dat blijkt uit het jongste rapport van de adviesgroep Psychologie & Corona. Vooral ouderen (56-plussers) kijken uit naar hun vaccinatie, gevolgd door jongeren (tot 35 jaar). De leeftijdsgroep 36-55 jaar is het minst enthousiast, al is ook daar de vaccinatiebereidheid een gezonde 64 procent.

In maart volgden drie bevragingen na mekaar, aansluitend bij de gebeurtenissen met het AstraZeneca-vaccin. De resultaten laten een lichte daling zien in de eerste en tweede tiendaagse periode (tot 65 procent), gevolgd door een stijging in de laatste tiendaagse periode (68 procent). Dat wijst er volgens de onderzoekers op dat de negatieve effecten van de ‘AstraZeneca-onzekerheid’ globaal gezien zijn geneutraliseerd. Ook is het percentage dat het vaccin zonder meer zou weigeren, teruggekeerd naar het niveau van februari (15 procent).

In Wallonië wordt er wel iets heviger gereageerd.