Direct naar artikelinhoud
AchtergrondMyanmar

Myanmar koerst af op burgeroorlog die slechts in pyrrusoverwinning kan eindigen

Demonstranten scanderen en protesteren tegen de junta met drie symbolisch opgestoken vingers in Yangon.Beeld Photo News

Myanmar koerst snel af op een burgeroorlog. Bundelen de democratische protestbeweging en de gewapende etnische afscheidingsbewegingen hun krachten tegen de junta? De angst is dat niemand de strijd zal winnen en het land verandert in een ‘mislukte staat’.

Ketelmuziek, verkleedpartijen en met leuzen beschilderde paaseieren: de geweldloze protesten tegen de militaire coup van 1 februari in Myanmar mogen steeds weer nieuwe vormen aannemen, de junta reageert telkens op dezelfde manier, met traangas en gerichte schoten door het hoofd. De generaals lijken geen ander antwoord te hebben op de moed en creativiteit van de jonge activisten dan repressie. Als ze zouden gaan onderhandelen, zijn ze verloren en eindigen ze voor een tribunaal. Maar geen van beide partijen kan winnen.

Het grote gevaar is volgens een rapport van de International Crisis Group dat het keiharde optreden van de junta tot een “pyrrusoverwinning” leidt: het leger behoudt de macht, maar het land stort ineen en wordt onregeerbaar. Myanmar kan zich zo ontwikkelen tot een mislukte staat in het hart van Azië. Een geopolitiek risico, vooral ook voor China, dat werkt aan een strategische Nieuwe Zijderoute via Myanmar naar de Indische Oceaan.

De ineenstorting is al begonnen: de economie ligt plat door stakingen, banken zijn dicht, gezondheidszorg en onderwijs kapseizen, de voedselvoorziening loopt spaak, armoede en honger liggen op de loer. Allemaal de schuld van de protestbeweging, want die “verwoest” Myanmar, zei juntaleider Min Aung Hlaing woensdag.

Syrië

Steeds meer analisten, alsmede speciaal VN-gezant voor Myanmar Schraner Burgener, waarschuwen dat de crisis kan uitlopen op een bloedige burgeroorlog zoals in Syrië sinds 2011. Vooral doordat de strijd tussen de junta en de protestbeweging verbonden raakt met oude conflicten tussen de junta en tientallen gewapende etnische rebellenbewegingen in de grensgebieden die soms al meer dan 70 jaar vechten voor autonomie.

Die talloze guerrilla-oorlogjes, die in 2015 deels werden bezworen via een nationaal staakt-het-vuren, waren altijd een ver-van-mijn-bedshow voor de Bamar of Birmezen, de dominante bevolkingsgroep in de veelvolkerenstaat Myanmar (52 miljoen inwoners, 135 etnische minderheden en meer dan 100 talen). Veel Bamar realiseerden zich amper dat het regeringsleger, de Tatmadaw, al decennialang wreed huishoudt onder de etnische minderheden zoals de Chin, Kachin, Karen, Mon, Rakhine, Shan, Ta’ang of Palaung en Wa.

Nieuwe solidariteit

Sinds de coup bloeit er een nieuwe solidariteit op. Jonge Bamar-activisten uit de steden ondervinden nu voor het eerst zelf ook de harde hand van het regime. Zoals Yin Yin, een Bamar uit Yangon, tegen Foreign Policy zei: “We zijn van jongsaf aan gehersenspoeld. Het leger deed de afgelopen 70 jaar ontelbare smerige en wrede dingen. De etnische groepen vochten ertegen en moesten ermee leven, en nu moeten we dat allemaal.”

Demonstranten in Yangon bereiden zich voor op een confrontatie met de strijdkrachten van de junta.Beeld NYT

De nieuwe toenadering mondde vorige week uit in een plan van de tijdelijke burgerregering van afgezette parlementariërs (CRPH) voor een regering van nationale eenheid (inclusief een ‘charter voor federale democratie’, een interim-grondwet), waarin leiders van etnische minderheden een prominente rol krijgen. Ook moet er een verenigd gewapend verzet tegen de junta komen, een federaal leger dat dankzij 75.000 getrainde etnische rebellen meer druk kan zetten op het regime en de Tatmadaw, overigens 350.000 man sterk.

Enkele rebellenbewegingen stemden al in, vooral vanwege de belofte van autonomie. De Kachin Independence Organisation, de Karen National Union en hun militaire takken verklaarden zich solidair met de protestbeweging. Ook namen ze gevluchte activisten op. Vorige week dinsdag sloot de ‘Drie Broeders Alliantie’ van de Rakhine (Arakan Army), Kokang en Ta’ang of Padaung zich aan. Ook de Shan State Restoration Council doet mee.

Historische argwaan

De vraag is of het lukt. Veel etnische bewegingen hebben een historische argwaan jegens de Bamar en de Nationale Liga voor Democratie van Aung San Suu Kyi (ook Bamar), en vrezen hun eigen mensen in gevaar te brengen. Bovendien zijn ze onderling verdeeld. Sommigen schurken tegen de junta aan of hebben banden met China, zoals de United Wa State Army, anderen hebben conflicten met elkaar. Ze kwamen niet voor niks nooit tot een gezamenlijk front en waren altijd willig slachtoffer van het verdeel-en-heersbeleid van het regime.

Demonstranten tegen de junta met geïmproviseerde wapens in Yangon.Beeld Getty Images

Alles wijst erop dat de junta dat ook nu weer inzet. De generaals boden sommige rebellengroepen een nieuwe wapenstilstand aan, haalden het gevreesde Arakan Army van de terrorismelijst, en begonnen andere groepen te bestoken. Zo werden de Karen en de Kachin na hun steun aan de activisten en enkele kleine aanvallen doelwit van luchtbombardementen, de eerste in 20 jaar. Duizenden Karen vluchtten al naar Thailand.

Oplaaiende strijd tegen de rebellen kan leiden tot een nationalistische backlash onder de Bamar. De junta kan tegenstellingen tussen de boeddhistische Bamar en de deels christelijke etnische minderheden uitbuiten, zoals ook in 2016-’17 gebeurde bij de vervolging van de islamitische Rohingya. Want als puntje bij paaltje komt, scharen zeker de conservatievere Bamar zich als vanouds rond ‘hun’ regeringsleger en ‘hun’ eenheidsstaat.

Buitenwereld machteloos

De buitenwereld staat grotendeels machteloos. De westerse mogendheden willen sancties instellen, maar maatregelen in VN-verband worden geblokkeerd door China en Rusland en zullen op de geïsoleerde junta weinig indruk maken. Ook van de regio valt weinig te verwachten. ASEAN, de alliantie van Zuidoost-Aziatische staten, is verdeeld. India en Japan wachten af. Ook dat doet denken aan de crisis in Syrië.

De impasse voorspelt weinig goeds voor het verzet, zowel van de activisten in de steden als van de etnische rebellen in de heuvels. Die demonstreren en vechten door, verzamelen bewijzen van de misdaden van het regime (er zijn inmiddels 570 mensen gedood) en maken zich op voor een boycot van de viering van het Myanmarese nieuwjaar Thingyan komende week. Maar zonder hulp van buitenaf maken ze tegen de Tatmadaw geen enkele kans.

Buitenwereld machteloos
Beeld DM