In maart 2019 arriveerde Vlaming Pascal Maes als toerist in Peru. Volgens de politie werden ’s mans grote reisplannen in de war gestuurd door de uitbraak van de corona-epidemie. Zijn familie had nog enige keren met hem contact. De laatste keer vertelde Maes dat hij in Cuzco was, de “Incastad” in het binnenland van Peru op 3.400 meter hoogte. Dat was begin 2020, net voor de wereldwijde uitbraak van de pandemie.

Maar dan raakte het spoor bijster. Maes antwoordde niet meer op de oproepen en liet zelf niets meer van zich horen. Er werd gevreesd voor zijn leven en hij werd bijgeschreven op een lijst met ‘langdurig vermisten’. Politieonderzoek leverde niets op. Tot vorige maand, toen achterhaalde de politie dat Maes er gepoogd was om met zijn bankkaart geld af te halen: In Cuzco zelf en in Urubamba, het dorp in de heilige vallei van de Inca’s. De politie kreeg daarom de uitdrukkelijke vraag van het Belgisch consulaat om de zoektocht te hervatten. Speciale eenheden werden uitgestuurd maar zonder succes.

Uiteindelijk werd hij nu teruggevonden of tenminste herkend door een andere landgenoot die in Cuzco verblijft, zo bevestigt de politie van de stad waar Maes zich aangeboden heeft. “Hij was bedelaar geworden”, klinkt het bij de politie. “Hij had geen geld en geen gsm. Hij is aangetroffen vlak bij de zogenoemde Tempel van de Maan in het dorp Sacsayhuaman”.

Maes is al ondervraagd door de politie. “Hij verklaarde dat hij zowat alle Inca-sites bezocht heeft, zelfs de ruïnestad Machu Picchu. Omdat hij geen gsm en geen geld meer had kon hij zijn naasten niet verwittigen. Hij ontkende bovendien dat hij slachtoffer geworden is van geweld of van oplichters. Zijn geld is gewoon op geraakt”.

Volgens de Peruviaanse pers en politie staat Maes nu in contact met het Belgisch consulaat daar. Het is niet duidelijk of hij meteen huiswaarts komt.