Brusselse burgemeester verdedigt zijn optreden tegen La Boum

 ©  Kristof Vadino

Brussels burgemeester Philippe Close (PS) blijft erbij dat het Ter Kamerenbos afsluiten voor het publiek tijdens La Boum 2 - zoals de MR had voorgesteld - onmogelijk was. ‘We wisten dat er problemen zouden zijn. Er waren sterke maatregelen nodig’, zegt Close.

kma
Bron: BELGA

Om het terrein over een lengte van vijf kilometer te dekken, zouden duizenden agenten nodig zijn geweest. Dat heeft Close zondag verklaard op RTL-TVi. Bovendien zou je alle Brusselaars gijzelen die het domein willen bezoeken, aldus Close. ‘We gingen geen deel van het grondgebied amputeren.’

• Minister Verlinden heeft geen begrip voor relschoppers

De burgemeester heeft de politie het bevel gegeven op te treden toen agenten werden aangevallen, publieke ruimte werd vernield en er gevechten ontstonden tussen deelnemers aan het illegale feest. Het is in dat soort van omstandigheden de taak van de burgemeester om de orde te herstellen, aldus Close. ‘We wisten dat er problemen zouden zijn. Er waren sterke maatregelen nodig’, voegde hij er aan toe. Volgens Close had La Boum 2 hoegenaamd niets te maken met een vrijheid van meningsuiting, maar met een ‘vrijheid van provocatie.’

• 132 onruststokers opgepakt bij La Boum, 5 blijven in de cel

MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez gelooft dat het plaatsen van politiebarrages nieuwe incidenten had kunnen voorkomen. ‘Het is geen goede zaak jongeren te (laten) chargeren’, aldus Bouchez. ‘Ik heb soms het gevoel dat men de confrontatie opzocht om zijn gezag te tonen.’

Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) sprak op twitter haar dank uit aan iedereen die gevolg heeft gegeven aan de oproep om niet naar het Ter Kamerenbos te gaan. ‘Dank ook aan de politie voor de voorbereiding en het zorgen voor de veiligheid van zovelen’, schrijft ze.

Ook Vooruit-voorzitter Conner Rousseau reageerde verontwaardigd. ‘Dit is crapuleus gedrag waarvoor ik geen enkel begrip kan opbrengen’, zei hij op het VTM Nieuws. Hij vindt dat de deelnemers een grote groep jongeren die zich wel aan de regels houdt, in een slecht daglicht plaatst. ‘Ik vraag me soms af waar die ouders zitten’, aldus Rousseau.