Direct naar artikelinhoud
ReportageCel Vermiste Personen

Operatie Kerkhof: waarom de Cel Vermiste Personen 250 lichamen zonder naam laat opgraven

Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (l.) woont een opgraving bij in het kader van ‘Operatie Kerkhof’.Beeld Cel Vermiste Personen

Met Operatie Kerkhof wil de Cel Vermiste Personen 250 anonieme graven openen, om een DNA-staal te nemen van die lichamen zonder naam. Dat erfelijk materiaal wil men via de DNA-databank proberen te linken aan 759 onopgeloste verdwijningen.

“We kunnen de families van een vermiste geen garantie geven dat we hun dierbare zullen vinden. Maar we willen er wel alles aan doen.” Dat zegt Alain Remue van de Cel Vermiste Personen over Operatie Kerkhof. In dat kader stond Remue afgelopen dinsdag toe te kijken aan de rand van een geopend graf in Assebroek, Brugge. Hij zag hoe wetsgeneesheer Geert Van Parys in de put een stuk bot uit het dijbeen zaagde. Dat werd overgebracht naar het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC). Daar gaat het DNA binnenkort in de DNA-databank.

Van de overledene is amper iets bekend. Behalve dat hij twintig jaar geleden aanspoelde in de regio. Omdat niemand een naam kon plakken op het lichaam, kreeg het bij de begrafenis enkel een nummer. “Zo’n twee jaar geleden hebben we een inventaris gemaakt van alle mensen die tussen 1975 en vandaag dood teruggevonden zijn en die nooit konden worden geïdentificeerd”, zegt Alain Remue. Op die lijst staan vandaag 250 lichamen. 

De procedure bij zo’n vondst is telkens dezelfde: eerst wordt een proces-verbaal opgesteld, vervolgens worden de resten begraven op het kerkhof van de gemeente of stad waar ze werden gevonden. Maar twintig jaar geleden was er van DNA amper sprake. 

Al in 2018 werd de DNA-databank voor vermiste personen opgericht. In de databank wordt het DNA-materiaal verzameld van vermiste personen of van de familie. “De ene keer kunnen we daarvoor terugvallen op het hoofdkussen van een vermist kind, de andere keer op een speekselstaal van de mama”, verduidelijkt Remue.

Operatie Kerkhof wordt door velen die al jaren een dierbare missen, met argusogen gevolgd. Onder hen ook Anita Pintjens uit Wuustwezel. Zij is de mama van Nathalie Geijsbregts. De ouders van Nathalie zetten haar in de ochtend van 26 februari 1991 af aan de bushalte in Leefdaal. Maar ze is nooit op de bus gestapt. Een getuige zag Nathalie aan de bushalte instappen in een grijze Toyota. Vermoedelijk werd ze ontvoerd. Politie en gerecht zochten met man en macht naar een spoor. Nathalie werd nooit teruggevonden. 

“Mijn laatste sprankeltje hoop is een DNA-match”, zegt Anita Pintjens over Operatie Kerkhof. Ze juicht het huzarenstuk van de Cel Vermiste Personen toe. “Stel je voor dat er een match komt. Dan weten we eindelijk waar Nathalie is.” Anita aarzelt. “Ik vind: je moet elke strohalm grijpen. Tuurlijk hoop ik op een doorbraak. Maar het is voorzichtige hoop. We hebben al te vaak tegenslag gehad.”

Nathalie Geijsbregts.Beeld BELGA

Volgens Remue zijn er bij Operatie Kerkhof al vijf graven geopend. In één dossier was het bingo: dat van de Nederlandse Corrie van der Valk (58), een telg uit de schatrijke hoteldynastie. In januari 2001 verdween de vrouw. In 2018 ontdekte de Cel Vermiste Personen dat haar lichaam al die jaren begraven lag op het kerkhof van Profondeville, nabij Namen. Onder ‘X’. Ze was op 7 januari 2001 onherkenbaar verminkt teruggevonden op de spoorweg in Lustin. Ze was overreden door de trein en had geen identiteitsgegevens bij. Enkel Frans geld.

“Er was geen hit met België, maar wel met Nederland - we delen de informatie met 22 landen”, zegt Remue. “Na al die jaren was het eindelijk duidelijk: Corry van der Valk woonde niet ergens aan de andere kant van de wereld en ze was niet vermoord.” Terwijl het Nederlandse gerecht haar man destijds ervan verdacht haar te hebben vermoord. “Ook daarom was haar lichaam terugvinden zo belangrijk. Pas met de vondst vielen alle verdere verdachtmakingen van haar partner weg.”

Remue voorspelt dat het openen van 250 graven en het DNA-vergelijken met de databank een werk is van jaren. “We werken systematisch aan deze dossiers, maar moeten telkens een hele procedure doorlopen. We kunnen niet zomaar 250 putten gaan graven in veertien dagen tijd. Het kost veel tijd, energie en inzet. Maar we hopen zo wel een aantal verdwijningen op te lossen.”