Direct naar artikelinhoud
InterviewNaomi Oreskes (Harvard)

‘We moeten beter begrijpen dat wetenschap geen goddelijke antwoordenmachine is’

Naomi Oreskes: ‘Je kan wel zeggen dat je geen wetenschap gelooft maar je gebruikt elke dag, permanent technologie die eruit voortvloeit.’Beeld NYT

Waarom zouden we de wetenschap eigenlijk vertrouwen? De vraag klinkt door de pandemie oorverdovend. ‘Omdat wetenschap stoelt op ver doorgedreven collectieve scepsis’, zegt de befaamde wetenschapshistorica Naomi Oreskes (Harvard University). ‘Maar we moeten de wetenschap altijd het vuur aan de schenen blijven leggen.’

Weten virologen echt waarover ze het hebben als ze ons vertellen dat de vaccins veilig zijn? Kunnen we wetenschappers die ons eerst waarschuwden voor virusoverdracht via oppervlaktes maar dat nu verwaarloosbaar noemen, nog geloven? 

Nu virologen met de dood bedreigd worden, klinken die vragen bijna aangebrand. Jammer, vindt wetenschapshistorica Naomi Oreskes (62), die in haar boek Why Trust Science? onderzoekt waarom en wanneer we de wetenschap kunnen vertrouwen.

“We moeten die vragen vooral wel stellen”, zegt de onderzoekster die met het boek Merchants of Doubt over de professionele zaaiers van klimaattwijfel beroemd werd. “Want wetenschap speelt een belangrijke rol in onze levens. En de geschiedenis leert dat wetenschappers zich al vaker vergist hebben. Blind vertrouwen is geen goed idee.”

Dat blijkt ook uit vijf historische voorbeelden van lamentabele wetenschap waar Oreskes in haar boek op inzoomt. 

Zo was eind negentiende eeuw de theorie van de ‘beperkte energie’ in zwang. Die stelde dat hogere studies de vruchtbaarheid van vrouwen zou schaden. Ook de eugenetica, maar evengoed de claims dat tandflos niets uithaalt en dat een vroegere versie van de pil niet tot depressieve klachten kon leiden, ondanks miljoenen getuigenissen, staan in het blunderboek.

Oreskes, zelf ook oceanograaf, zoekt telkens uit wat er misging. Soms bleken wetenschappers blind voor sterke kritiek van collega’s of kwam een theorie politici goed uit, ook al bestond er geen wetenschappelijke consensus, zoals in het geval van de eugenetica. In het verhaal van de pil waren onderzoekers doof voor de miljoenen vrouwen die depressieve symptomen meldden. De tandfloskwestie was het resultaat van verkeerde berichtgeving in de media.

Uit al die voorbeelden destilleert Oreskes criteria om wetenschappelijke informatie te keuren. Is de meerderheid van de experts het eens? Zijn ze niet blind voor andere onderzoeksmethodes? Is hun bewijsmateriaal groot en sterk? Hebben ze geen belangenconflict of enge blik, omdat ze bijvoorbeeld voor een bepaalde industrie werkten of omdat ze allemaal mannen uit hetzelfde milieu en werelddeel zijn? En ook: zijn ze bescheiden?

Egotrippers produceren slechte wetenschap?

(lacht) “Niet per se. De geschiedenis leert wel dat een te grote eigendunk wetenschappers tunnelvisie kan geven. Maar sommigen leveren topwerk en hebben ook een enorm ego. Dat geeft dan een verkeerd beeld van wat wetenschap is. We denken snel aan het mannelijke genie met de wereldschokkende ingeving, maar zo werkt wetenschap niet. Ook Darwin en Einstein bouwden op het werk van vele anderen. Wetenschap is geen individualistische aangelegenheid. Het is een trage collectieve zelfcorrectiemachine waarbij wat de ene poneert door een batterij sceptische collega’s aan kritiek wordt onderworpen. Het wordt je zo lastig mogelijk gemaakt om je conclusies aanvaard te krijgen.”

Collectief kritisch denken is toch ook wat mensen die de wetenschap aanvallen bij elkaar brengt?

“Precies. Mensen beseffen veel te weinig dat het wetenschappelijke proces het summum is van samen kritisch denken.”

In de pandemie krijgen wetenschappers volgens sommigen ‘te veel autoriteit’ om ons ‘een dominant discours op te lepelen’.

“We hebben allemaal op school geleerd dat het autoriteitsargument niet deugt. Het is niet omdat iemand de baas is, dat hij of zij gelijk heeft. Maar dat is wel alleen maar zo als die autoriteit misplaatst is. Als ik kanker heb en mijn oncoloog geeft me de behandelopties, dan is zijn autoriteit gerechtvaardigd. 

“Wetenschappers zijn de mensen die de natuurlijke wereld bestuderen en dat zo grondig mogelijk aan ons proberen uit te leggen. Dus als een viroloog uitlegt wat covid is, waarom het besmettelijk is, wat de symptomen zijn en hoe een vaccin dat kan voorkomen dat je ziek wordt, dan is dat legitieme autoriteit. Als diezelfde viroloog zegt: ‘Ieder gezin moet 5.000 dollar schadevergoeding krijgen’, dan stapt hij buiten zijn expertise en vervalt zijn autoriteit. Experts hebben enkel autoriteit binnen hun domein en moeten in staat zijn die grens niet over te steken.”

Oreskes: ‘Wetenschap is de ultieme vorm van samenwerking en scepsis.’

Wat is in de coronacrisis ‘de wetenschap’ met de meeste autoriteit? Er is kritiek dat de ‘virocratie’ geen oog heeft voor de psychische schade van de maatregelen.

“Mensen die op die schade wijzen, hebben zeker gelijk. Volksgezondheid valt ook niet samen virologie. Men zag al vroeg in dat het om een infectie in te dammen niet volstaat de ziektekiem te kennen maar dat je ook aan huisvesting, voeding, hygiëne, opvoeding moet werken. Volksgezondheid is net ontwikkeld om dat af te wegen. En dan is het aan de politiek en de democratie. 

“Maar in de VS tellen we nu bijna 600.000 doden omdat de overheid de wetenschap te traag opvolgde. De vraag is niet of er al dan niet psychische schade is. Die is er. De vraag is: moeten we nog meer doden aanvaarden om de mentale gezondheid van anderen te vrijwaren? Ik vermoed dat velen ‘nee’ zouden zeggen.”

Denkt u dat de pandemie het brede publiek meer wetenschappelijke kennis bijbrengt?

“Het is te vroeg om dat te zeggen. Ik zou er graag onderzoek naar doen. Wat zou kunnen, is dat corona jongere mensen wakker schudt. Ik ben nog opgegroeid met een buurjongen die als gevolg van mazelen in een rolstoel zat en amper kon spreken. Maar jongere mensen nemen de bescherming tegen infectieziektes voor lief net omdat die dankzij vaccins niet meer zichtbaar zijn. Nu velen zien hoe een virus hun geliefden kan wegmaaien, zou dat het besef kunnen vergroten. Maar we weten het nog niet. Dat moet ik echt benadrukken.”

Waarom?

“Wat ik ergerlijk vind in deze periode, zijn de sterke meningen die zomaar geponeerd worden op basis van nul evidentie. Toen het CDC (de Amerikaanse Sciensano, BDB) een pauze inlaste voor het Johnson & Johnson-vaccin nadat er sprake was van bloedklonters zeiden sommigen dat dat geweldig was omdat het de mensen toont dat de wetenschap voorzichtig en dus betrouwbaar is. Anderen meenden dat het een ramp was en het vertrouwen helemaal zou ondermijnen. Dat is belachelijk. We weten het niet want we hebben geen data. Laten we zwijgen en eerst onderzoek voeren.”

Iedereen kijkt nu wel mee in de coulissen, met constant weer nieuwe maar voorlopige onderzoeksresultaten die de volgende dag alweer weerlegd kunnen worden.

“Dat toont iedereen dat wetenschap in kleine stapjes vooruitgaat en bijna nooit in grote, plotse sprongen. Het zou echt niet zo verrassend of onthutsend mogen zijn dat onderzoekers bijvoorbeeld eerst aanraden om oppervlakken te ontsmetten en daar dan op terugkomen. Sommige mensen vervallen daardoor onterecht in diep wantrouwen. Maar nieuwe inzichten verwerven is goed. Zo werkt het net. Dat iedereen nu het ‘worstendraaien’ ziet, zorgt voor meer realistische verwachtingen over de wetenschap.”

Moeten we onze verwachtingen naar beneden bijstellen?

“Zeker niet. We moeten beter begrijpen wat wetenschap is. Wetenschappers moeten daarin betere communicatoren worden en wij betere luisteraars. Als je wetenschap begrijpt als een menselijk onderzoeksproces en niet als een goddelijke machine die in één keer een perfect antwoord genereert, ga je minder gedesillusioneerd zijn wanneer een claim weerlegd, bijgesteld of geschrapt wordt.”

Door gesjoemel met data en valse vakbladen bestaat wel al langer de indruk dat de wetenschap in een vertrouwenscrisis zit.

“Er zijn soms problemen en die moeten we uitspitten. Maar het is niet correct om er een paar voorbeelden uit te halen, de context weg te gooien en verkeerd weergeven. Zo is er sprake van de ‘replicatiecrisis’ (veel onderzoek zouden niet kunnen worden herhaald, wat suggereert dat de claims fout zijn, BDB). Maar het is niet omdat een studie niet herhaald kan worden, dat de conclusies per se fout zijn. Het kan ook liggen aan verschillende onderzoeksmethodes. Of het tweede onderzoek kan fouten bevatten. Ook blijkt dat het aantal wetenschappelijke artikelen dat teruggetrokken moet worden 0,01 procent van alle publicaties vertegenwoordigt. Dan concluderen dat er een wijdverspreide crisis is, is erg onwetenschappelijk.”

U laat in uw boek, erg wetenschappelijk, collega’s reageren op uw bevindingen. Welke kritiek heeft u onthouden?

“Zoals je kan merken, ben ik niet opgezet met de kritiek van Jon Krosnick (Stanford University) die het heeft over die betrouwbaarheidscrisis terwijl hij die niet kan hard maken met cijfers en bewijs. In positieve zin blijft me de argumentatie van Susan Lindee (University of Pennsylvania) bij, die het heeft over diepgevroren erwtjes. Haar punt is dat we vertrouwen in wetenschap niet moeten bepleiten van bovenaf maar dat we best onderaan beginnen. Bij het dagelijks leven. Je kan wel zeggen dat je geen wetenschap gelooft maar je gebruikt elke dag, permanent technologie die voortvloeit uit wetenschap. (kijkt om zich heen) Dit is mijn smartphone. Hier ligt mijn bril. Ik zit vanuit de VS met jou in Brussel te spreken. Dit is een houder die mijn koffie warm houdt. Iedere minuut van de dag vertrouwen we op wetenschap. Mensen daaraan herinneren is nuttig.

“Maar er is wel een valkuil. Want het kan dat iets technisch werkt op basis van een verkeerde wetenschappelijke theorie. Theorieën die nadien verkeerd blijken, capteren vaak toch een element van de realiteit dat klopt en bruikbaar is in de praktijk. Zo zien we pas recent dat kanker vele verschillende ziektes zijn, maar we genezen al jaren kankerpatiënten. We hebben dus niet altijd absolute waarheden nodig voor effectieve toepassingen. 

“Dat wetenschappers altijd vertrekken van een theorie waar ze dan bewijs voor zoeken is ook een misvatting waardoor sommigen, die zien dat wetenschappers het anders aanpakken, in wantrouwen vervallen. Maar veel wetenschap ontstaat op basis van losse waarneming waar pas nadien inzicht in komt. Darwin verzamelde eerst zijn befaamde vinken en ontwaarde pas later in de data over hen een aanzet voor de evolutietheorie.”

Geregeld komt onbetrouwbare wetenschap eigenlijk van media die papers verkeerd interpreteren. Heeft u advies?

“Ik vind niet dat ik u de les te spellen heb (lacht). Maar ik zou kunnen zeggen: ‘Vertraag.’ De productie ligt enorm hoog, zowel voor media als voor wetenschappers zelf. Darwin en Einstein zouden nu nooit een academische positie kunnen krijgen. Maar je weerstaat best aan die druk voor de snelle deadlines, tweet of nieuwsbrief. Fast food is slecht, fast journalism ook vaak. Eén studie kan ook bijna nooit een finaal en solide inzicht bieden, jullie moeten echt die consensus gaan opsporen. Dat is lastiger dan één onderzoeker aan het woord laten. Maar het is ook een privilege dit soort werk te mogen doen. Cruciaal is ook dat je het idee van evenwichtige berichtgeving lost.”

Hoor en wederhoor is toch een basisregel voor media?

“Ik weet het, maar wetenschap is geen politiek. Het is geen strijd tussen twee teams. Het is de zoektocht naar wat de meest juiste weergave van een stukje werkelijkheid is. En als er geen consensus is, is het toch zo goed als nooit zo dat er twee kampen of twee visies zijn. Dan zijn er vijftien of zo. Dat hele spel van ‘A zegt dit versus B zegt dat’ kan dus nooit juist weergeven wat er in het onderzoek speelt. Van alle destructieve dingen die wetenschapsberichtgeving soms aanricht, is die aanpak de allerergste. Vervang dat door nauwkeurigheid na te streven. ‘Is dit iets waar wetenschappers het over eens zijn?’, ‘Hoe ziet het debat hierover er precies uit?’ Zo ben ik zelf in de klimaatwetenschap gedoken.”

Wachten met publiceren tot de consensus terecht is, is vaak ondoenbaar, zeker in een pandemie.

“Eén paper kan sowieso bijna nooit solide nieuws zijn omdat wetenschap een body of evidence vergt, een hele verzameling bewijzen. Soms zijn er natuurlijk grote studies die belangwekkend lijken. Als je denkt dat je het niet kunt maken er niet over te berichten, kleed het dan in. Wat is nog niet duidelijk? Wat is de belangrijkste commentaar? Er zijn veel opties. Maar twee tegenstrijdige visies brengen omdat je denkt dat het resultaat dan neutraal en objectief is, hoort daar niet bij. Je moet een zo accuraat mogelijke weergave nastreven, maar neutraliteit is een mythe, ook in de wetenschap. Ook wij kunnen alleen maar streven naar objectiviteit, bijvoorbeeld via de peer review.”

Wetenschappers claimen in debatten wel vaak neutraliteit.

“Ja en dat is soms nefast. Ze hoeven niet de hele tijd hun mening over van alles en nog wat te serveren. Maar soms zouden ze wel beter hun motivaties met ons delen. Zo verwijten sommigen klimaatwetenschappers dat ze het doen voor het geld. Dat is absurd. Mochten ze voor het geld gaan, waren ze hedgefundmanager. Ik ga niet zeggen dat er geen geldbeluste wetenschappers zijn, maar je wordt geen klimatoloog als je vooral geld wilt. 

“Wetenschappers gaan dat dan negeren of onhandig ontkennen, terwijl het beter zou zijn mochten ze ons vertellen waarom ze doen wat ze doen. Dan zouden veel mensen merken dat ze heel wat waarden delen met wetenschappers. Wat hen drijft is vaak hun band met de natuur en die beter willen begrijpen. Ook zorgen dat de wereld een goede plek is, inclusief voor de volgende generaties, is een grote drijfveer. Het zou helpen mochten we dat af en toe eens horen in plaats van altijd dat schrikachtige: ‘Nee hoor, ik heb geen persoonlijke waarden en ben de vleesgeworden neutraliteit’. Want iemand zonder waarden vertrouw je toch niet?”

Ziet u manieren om antivaxers en coronasceptici gerust te stellen over de wetenschap?

“Zij zijn doorgaans niet oprecht op zoek naar wetenschappelijke kennis. Ze zijn tegen wetenschap om redenen die niets met wetenschap te maken hebben. Omdat ze niet houden van opgelegde maatregelen, onder andere. In de klimaatcrisis zie je dat ook. Mensen voelen zich beknot, niet meer gemachtigd hun eigen beslissingen te nemen. Dat kun je alleen maar aanpakken door hen te wijzen op hoeveel eigen controle en vrijheid ze kunnen terugwinnen door bijvoorbeeld mee te helpen het virus in de hoek te duwen. Door een masker te dragen, houd je je eigen familie veilig. Dankzij een vaccin kan ik na vijftien maanden weer cocktails gaan drinken.

“Wie wel echt zelf de wetenschap wil induiken, kan iets hebben aan de principes die ik in mijn boek uitleg. Maar bescheidenheid werkt wel in twee richtingen. Vaak zie ik antiwetenschappelijke mensen wetenschappers verwijten dat ze arrogant zijn terwijl ze zich zelf als de grootste betweters gedragen. Hier in de VS heeft theoretisch fysicus Steven Koonin net een boek uitgebracht waarin hij de klimaatwetenschap aanvalt. Daarmee zegt hij ‘Ik weet het beter dan duizenden wetenschappers’.”

Waren de klimaattwijfelaars ondertussen geen uitgestorven soort?

“Dat zou je denken, want de consensus is enorm solide. Maar Koonin kreeg dit boek gepubliceerd en The Washington Post en The Wall Street Journal besteden er uitgebreid aandacht aan. Dat toont hoe hardnekkig dit doorgaat. ‘Deze man werkte voor Obama’, klinkt het dan. Maar hij is geen klimatoloog en werkte ook jaren voor British Petrol.”

Hoe optimistisch bent u over de klimaatcrisis?

“Ik vrees dat de fossiele industrie nog lange tijd haar enorme invloed zal doen gelden. Zoals Amitav Ghosh schrijft in The Great Derangement ben ik ervan overtuigd dat ons onvermogen om de klimaatcrisis te begrijpen de toekomstige generaties zal achtervolgen. De bewijslast is gigantisch en toch negeren we die. 

“Dat komt volgens mij door het ‘CO2-verbrandingscomplex’. Het is niet alleen de enorme macht van de fossiele-brandstofindustrie. Het zijn ook de automakers, de vliegtuigen, de metaalsmelters en plasticfabrikanten, alles waarbij we energie uit fossiele brandstof halen. Die bedrijven duwen de status quo door in het beleid. Want veel machthebbers en invloedrijke instanties, zoals ook mijn eigen universiteit, zijn door investeringen gebonden aan het industrieel complex. Dat is al dertig jaar zo en ik zie het niet veranderen.

“Dankzij Elon Musk en nu ook Volvo is de elektrificatie van het wagenpark in de laatste twee jaar gelukkig wel in een enorme stroomversnelling geraakt. En zonet heeft het Internationaal Energie Agentschap heeft geconcludeerd dat fossiele brandstoffen niet meer in het plaatje passen. Dat is een absolute mijlpaal; het IEA is niet bepaald Greenpeace en draalde hier jarenlang mee.”

Stemmen de Europese Green Deal en het feit dat de VS onder Biden weer meedoen met het Klimaatakkoord van Parijs u hoopvol?

“Niet direct. Biden heeft van geen enkele Republikein de steun en zonder een paar kan hij geen wetten doorduwen. De situatie is echt niet zo goed. Hetzelfde geldt voor de European Green Deal. Het is goed om op papier een principe te hebben, maar wat wordt de concrete uitwerking? Als ik de VN-kaderconventie over klimaatverandering uit 1992 lees, dan is dat wonderlijk en voel ik grote bewondering voor de mensen die dit probleem eind jaren 80 begrepen en in die tekst goten, die dan door 195 landen is ondertekend. Maar 35 jaar later is er nog altijd niet naar gehandeld.”

Naomi Oreskes

- °1958 New York

- Studeerde geologie en werkte een tijd voor de mijnindustrie

- Was professor Geologie en Aardwetenschappen aan de universiteiten van Stanford, New York en California

- Sinds 2013 professor wetenschapsgeschiedenis aan de Universiteit van Harvard

- Verwierf faam met het boek Merchants of Doubt, dat ze samen met collega Eric Conway schreef over de klimaattwijfel die de fossiele industrie zaait