Thomas Dermine (PS): ‘Als we nu te weinig investeren, betalen we tien jaar voor de coronacrisis’

Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

België zit krap bij kas, maar de broekriem aanhalen is een slecht idee, zegt staatssecretaris voor Relance Thomas Dermine (PS). “Het risico van te weinig relance is twintig keer groter dan het risico op budgettaire problemen.” De jonge PS-coryfee is een evangelist van het nieuwe economische paradigma, dat van de overheid dé spelverdeler van de economie maakt. Een blik onder de motorkap van het economische beleid van de komende jaren.

“Weet u wanneer we het beste evenwicht hadden tussen solidariteit, een sterke overheid en economische groei? In de eerste drie decennia na de Tweede Wereldoorlog, dankzij een combinatie van grote investeringen en een sterk overheidsbeleid, wat ook de privésector ten goede kwam”, zegt Thomas Dermine (35), staatssecretaris voor Relance, Strategische Investeringen en Wetenschapsbeleid. “We zijn in een vicieuze cirkel beland sinds de revolutie van Milton Friedman in de jaren tachtig, met zijn grote geloof in de marktwerking. Door het mes te zetten in de overheidsinvesteringen hebben we het mes gezet in de toekomst. De lagere groei leidt tot besparingen, toenemende ongelijkheid en politieke instabiliteit. De coronacrisis is een kantelpunt. Ze maakt de weg vrij voor de terugkeer van een krachtig overheidsbeleid. En die comeback is ook goed voor de privésector.”

De dominante denkschool is uitermate links. De Verenigde Staten passen dat gedachtegoed al toe. Laat ons hopen dat Europa geen tien jaar wacht

De Carolo ging naar school aan de abdijschool in Dendermonde, haalde een diploma handelsingenieur aan de Solvay Business School, studeerde publiek management aan Harvard en begon zijn loopbaan als consultant bij McKinsey. Het is niet meteen het profiel dat je verwacht van een PS-politicus, maar de vader van twee jonge dochters is een gezicht van de nieuwe PS én een vaandeldrager van een nieuwe politieke generatie, die de hemel bestormt met ideeën die fris aanvoelen. Ze zijn het kind van hun tijd: de wereld moet groener, gelijker, inclusiever en innovatiever. Daarin is een sturende rol voor de overheid weggelegd en zijn overheidsinvesteringen een van de grote hefbomen. Een eerste bouwsteen is het relanceplan dat België eind april onder regie van Dermine indiende bij Europa, om 6 miljard investeringssteun te krijgen.

Het Belgische relanceplan mist focus en coherentie, is een veelgehoorde kritiek. Wat vindt u daarvan?

THOMAS DERMINE. “De Europese Commissie vroeg me tijdens een eerste gesprek om geen plan à la Belge te maken. Het mocht niet de optelsom van de plannen van elke afzonderlijke regering worden, zoals het klimaatplan. Om coherentie in het plan te slijpen, hebben we met de overige vijf regeringen eerst gezamenlijke doelstellingen afgesproken. Pas daarna kwam de discussie over de verdeling van de middelen. We hebben 6 miljard euro voor 85 projecten, gemiddeld 70 miljoen per project. Het gaat dus om grote projecten die een impact op ons land kunnen hebben.”

De ambitie is de overheidsinvesteringen tegen 2030 op te voeren tot 4 procent van het bbp, tegenover 2,6 procent nu. Wie zal dat betalen?

DERMINE. “2030 is nog ver. Tegen het einde van deze legislatuur willen we 3,5 procent halen. Daarvoor moeten we in deze legislatuur 13,1 miljard euro extra investeren tegenover van het basisscenario. Het Europese geld financiert maar een kleine helft daarvan. Voor de andere helft rekenen we op de deelstaten en het federale niveau. We moeten investeren omdat we voor een radicale omslag staan. Na de Tweede Wereldoorlog hebben we geïnvesteerd in autowegen en kerncentrales. Nu moeten we investeren om onze economie koolstofvrij te maken. Dat lukt niet met de huidige investeringsniveaus. We hebben de voorbije decennia te weinig geïnvesteerd in toekomstige welvaart, met als resultaat hogere begrotingstekorten en nog meer besparingen op investeringen. Die negatieve spiraal moeten we doorbreken.”

Moet het Europese groei- en stabiliteitspact, waardoor de lidstaten moeten streven naar een maximale schuldgraad van 60 procent, worden herbekeken?

DERMINE. “Tot 2023 is het pact op pauze gezet, daarna moet het worden herzien. Er bestaat geen optimaal niveau van de staatsschuld. Japan bijvoorbeeld heeft een schuld van meer dan 200 procent en kan daarmee leven, omdat de schuld binnenlands gefinancierd wordt en de fundamenten van de economie gezond zijn. Andere landen kunnen zelfs geen schuldgraad van 40 procent dragen. Belangrijker is de vraag of de rentelasten op de schuld betaalbaar zijn. De extra schulden die we nu maken, kunnen we op lange termijn financieren tegen heel lage rentevoeten. De kostprijs van de coronacrisis, in termen van extra schuldopbouw, is bijna nul.”

Als je de minimumlonen verhoogt, verlaag je de werkloosheidsval. Dat kan een positief effect hebben op de werkgelegenheidsgraad

Wat betekent dat voor het begrotingsbeleid? De Hoge Raad van Financiën adviseert niet te lang te dralen met de vermindering van het begrotingstekort.

DERMINE. “De lage rente betekent niet dat we om het even wat kunnen doen. De PS en ik dragen een goed bestuur hoog in het vaandel. We moeten een vorm van discipline behouden. Op lange termijn is een evenwicht nodig, maar op korte termijn is het risico van te weinig te doen voor onze relance twintig keer groter dat het budgettaire risico.

“Dit is hét moment om een keynesiaans beleid te voeren. Kijk maar naar de Verenigde Staten. In Europa zien we de Verenigde Staten als het mekka van de marktwerking en onszelf als onzuivere sociaaldemocraten die publiek geld pompen in de economie. Nu gebeurt het omgekeerde. President Joe Biden schrijft geen relanceplannen van 2000 bladzijden, zoals Europa. Hij stuurt cheques naar de burgers, die het geld meteen kunnen spenderen. De groei zal in de Verenigde Staten groter zijn dan in Europa, als wij onvoldoende werk maken van onze relance. Over enkele jaren zal er inflatie komen en zullen wij de inflatie uit de Verenigde Staten importeren, maar de hogere groei missen. De achterstand van Europa op de Verenigde Staten en China dreigt dus groter te worden.

THOMAS DERMINE
THOMAS DERMINE “De kostprijs van de coronacrisis, in termen van extra schuldopbouw, is bijna nul.”© FOTOGRAFIE FRANKY VERDICKT

“Op de financiële crisis van 2008 heeft president Barack Obama gereageerd met een expansief begrotingsbeleid, terwij wij in Europa hebben bezuinigd en harde maatregelen genomen. Het resultaat was een Europese schuldencrisis en vier jaar langer crisis. Dat mogen we niet opnieuw laten gebeuren. Als we niet genoeg investeren, zullen we de coronacrisis tien jaar lang betalen.”

Heeft België nog ruimte voor een relancebeleid? De overheidsuitgaven bedragen ruim 55 procent van het bruto binnenlands product en de schuldratio gaat naar 120 procent. De Nationale Bank waarschuwt dat de buffer om de volgende crisis op te vangen, krimpt.

DERMINE. “Zoals gezegd is de kostprijs van de extra schuld is bijna nul. Geld dat je investeert, moet je ook niet zien als geld voor lopende uitgaven. Publieke investeringen zijn géén uitgaven. Ik kan dat niet genoeg benadrukken. Elke bedrijfsleider begrijpt dat investeringen niet als kosten in de resultatenrekening belanden. Een investering verschijnt als een actief op de balans.”

Europa vraagt hervormingen in ruil voor de steun. Die zijn te mager, vinden veel waarnemers, zeker als het de ambitie is de werkgelegenheidsgraad te verhogen tot 80 procent.

DERMINE. “Niet alle maatregelen van de regering staan in het relanceplan. In ons plan staan 34 hervormingen, die aansluiten bij de aanbevelingen van Europese Commissie aan België. We hebben ook engagementen genomen rond een hervorming van de pensioenen, de arbeidsmarkt en de fiscaliteit, in lijn met de hervormingen die in het regeerakkoord staan.”

Welke belastinghervorming wilt u?

DERMINE. “De Verenigde Staten doen grote inspanningen om multinationals meer te belasten en hun belastingen progressiever te maken. Er moet meer progressiviteit en eerlijkheid komen in onze fiscaliteit. Dat is de strijd van onze generatie. Het kan niet dat de digitale reuzen bijna geen belastingen betalen door gebruik te maken van fiscale paradijzen. Dat is oneerlijk.”

Het startpunt op het gebied van ongelijkheid en inkomensbelasting is in België heel anders dan in de Verenigde Staten. Hier zijn de belastingen veel progressiever en de inkomstenongelijkheid is veel kleiner.

DERMINE. “Dat klopt, maar er zit nog oneerlijkheid in ons belastingsysteem, zoals de vele uitzonderingsregimes.”

U had liever een voor de werknemers royaler loonakkoord gezien. Past het afgesloten loonakkoord in de relancestrategie?

DERMINE. “Ik wil geen olie op het vuur gooien. De versterking van de koopkracht is ook een krachtig relancemiddel. Als je de koopkracht verhoogt en de mensen spenderen het extra geld, dan geeft dat de relance zuurstof. Als we de minimumlonen, -uitkeringen en -pensioenen verhogen, vloeit een groot deel daarvan terug naar de economie. Bij de hogere inkomens wordt een groter deel gespaard. De economische stimulans van een belastingverlaging voor de hogere inkomens is daardoor kleiner.”

Een verhoging van de minimumlonen verlaagt de vraag naar arbeid. Minder banen betekent ook minder koopkracht.

DERMINE. “Ik kan de omgekeerde redenering maken. Als je de minimumlonen verhoogt, verlaag je de werkloosheidsval, omdat het verschil tussen een arbeidsinkomen en een uitkering groter wordt. Dat kan een positief effect hebben op de werkgelegenheidsgraad.”

Maar hogere uitkeringen verhogen de werkloosheidsval weer.

DERMINE. “Ja, maar we verhogen de minimumuitkeringen, die nu onder het bestaansminimum liggen. Loonkosten en concurrentiekracht zijn belangrijk, maar in België hanteren we een heel enge definitie van competitiviteit. Ook de vakbonden weten dat we een kleine open economie zijn, en dat onze lonen dus competitief moeten zijn. Maar concurrentiekracht is breder dan de loonkosten. Het gaat ook over de kwaliteit van de infrastructuur, mobiliteit, opleidingen en de beschikbaarheid van talent. Daar spreken we nu niet over. Het gaat enkel over loonkosten.”

Het verschil in welvaart tussen de Waalse en de Vlaamse economie blijft groot. U hebt in 2017 een plan geschreven voor de reconversie van Charleroi. Wanneer maakt Wallonië de langverwachte inhaalbeweging?

DERMINE. “Er zijn historische redenen voor de grote kloof, maar onze geschiedenis vergoelijkt niet alles. Als Wallonië Vlaanderen wil inhalen moet het twintig jaar lang 2 tot 3 procentpunt sneller groeien. Dat is bijna uitgesloten met een Europees groeitempo van slechts 1 à 2 procent. Je moet realistisch blijven. Maar een nieuwe generatie in de politiek en de bedrijfswereld wil met veel ambitie een nieuwe dynamiek teweegbrengen. Dat blijft voorlopig beperkt tot enkele sectoren, zoals de biotech of de luchtvaart. De uitdaging is de andere sectoren mee te krijgen. Een andere uitdaging, die we delen met Vlaanderen, is opleiding. Heel wat bedrijven vinden niet de juiste mensen, hoewel de inactiviteitsgraad hoog is.”

Ontbreekt het gevoel van hoogdringendheid, omdat Wallonië kan rekenen op transfers via de sociale zekerheid?

DERMINE. “Ik begrijp die redenering, maar de sociaaleconomische ontwikkeling van Wallonië is dé beleidsprioriteit. Ik ken niemand die het cynische beleid wil voeren dat u beschrijft.”

Moeten de centrale banken ondergeschikt worden aan het fiscale beleid? Of moeten ze onafhankelijk blijven?

DERMINE. “De centrale banken moeten onafhankelijk blijven, binnen het mandaat dat ze gekregen hebben. Dat schrijft de Europese Centrale Bank (ECB) voor om een inflatie van net geen 2 procent na te streven. De ECB slaagde daar de voorbije jaren meestal niet in. We moeten een opwaartse inflatiespiraal vermijden, maar een terugkeer naar een inflatie van 2 à 3 procent zou een goede zaak zijn. We leven in een wereld met een te lage inflatie. En inflatie is de goedkoopste manier op kapitaal te belasten.”

De inspiratiebronnen van Thomas Dermine

Thomas Dermine verwijst regelmatig naar de Britse econoom John Maynard Keynes. Welke economen hebben zijn denken nog beïnvloed?

“Mijn favoriete economen zijn bijna allemaal Amerikanen. Dat komt misschien omdat ik aan Harvard gestudeerd heb. Maar op dit ogenblik zijn de meest invloedrijke economen allemaal zogenaamde crazy leftist. Vergeleken met hen ben ik soms gematigd. In België hebben we altijd tien jaar achterstand op de Verenigde Staten, ook in het economische denken. De dominante denkschool is nu uitermate links. Er is een paradigmaverandering in de economische wetenschap. De Verenigde Staten passen dat gedachtegoed al toe. Laat ons hopen dat Europa deze keer niet tien jaar wacht om te volgen.

“Op het gebied van eerlijke fiscaliteit volg ik de fellows of Piketty, zoals Emannuel Saez en Gabriel Zucman van Berkeley. Over de rol van de overheid in de economie lees ik onder andere de Amerikaans-Italiaanse Mariana Mazzucato van University College London. De markt is heel goed in de commercialisatie van technologie, maar de echte innovatie komt van fundamenteel onderzoek, dat de steun van de overheid nodig heeft. Mazzucato heeft meegewerkt aan het Italiaanse relanceplan.

“Ik ben ook een fan van de filosoof Michael Sandel van Harvard, die het boek The Tyranny of Merit schreef, dat vraagtekens plaats achter het klassieke discours van gelijke kansen. Het boek is net vertaald (De tirannie van verdienste, nvdr) en zal zeker een politieke impact hebben.

“Ook het gedachtegoed van Stefanie Kelton (een van de evangelisten van de moderne monetaire theorie, nvdr) kan ik smaken, omdat ze de redenering in de verf zet dat een overheid geen onderneming is. Voor een onderneming is het belangrijk uit de kosten te komen, maar voor de economie kan het slecht zijn, als het begrotingsbeleid te weinig expansief is.

“In de huidige omstandigheden, waarbij relance nodig is om uit de coronacrisis te geraken, is de moderne monetaire theorie heel relevant. Maar ik ben het niet volledig eens met Kelton. In een context van inflatie weegt de theorie te licht.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content