"Ethiopische leiders willen inwoners van Tigray wegvagen", zegt EU-gezant en Fins minister Pekka Haavisto
De leiders van Ethiopië zijn van plan om de inwoners van de provincie Tigray "voor de volgende 100 jaar weg te vagen". Dat zouden ze in februari hebben gezegd aan EU-gezant en Fins minister van Buitenlandse Zaken Pekka Haavisto. Dat heeft de minister gezegd in een commissie van het Europees Parlement. Het Ethiopische leger is in november vorig jaar Tigray binnengevallen en daar zou nu een grote hongersnood dreigen.
Minister Haavisto was in februari in de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba en ontmoette daar toen twee dagen lang de belangrijkste figuren van dat land, onder hen premier en Nobelprijswinnaar voor de Vrede Abiy Ahmed.
Het is duidelijk dat we moeten reageren, want dit lijkt ons etnische zuivering
Volgens de Finse minister gebruikten de Ethiopische leiders toen termen als "we gaan de Tigreëers voor de volgende 100 jaar wegvagen". Hij heeft dat gezegd in een getuigenis voor de commissie Buitenlandse Zaken van het EU-parlement. Haavisto wou wel niet zeggen welke Ethiopische leider die woorden gebruikte en of het ging om premier Abiy Ahmed of niet. Wel zei hij dat de EU moet reageren, want "dit lijkt ons etnische zuivering". Als die bewoordingen kloppen, dan lijkt het echter eerder om genocide te gaan. (Lees verder onder de foto).
De regering van Ethiopië heeft meteen boos gereageerd en spreekt over "belachelijke uitspraken, hallucinaties of een of ander geheugenprobleem" van de minister. Toch ook niet echt diplomatieke bewoordingen.
De mensenrechtenorganistie Human Rights Watch zegt dat het nu duidelijk is dat er "meer dan genoeg bewijs is van massale wreedheden tegen burgers in Tigray" en hoopt dat "de EU nu concrete stappen gaat zetten om het menselijk leed te stoppen".
"Georganiseerde hongersnood, verkrachting, moord"
De uitspraken van hierboven komen alleszins overeen met getuigenissen van vluchtelingen uit Tigray. In november vorig jaar zijn Ethiopische troepen, gesteund door milities uit de provincie Amhara, en het leger van buurland Eritrea de provincie Tigray binnengevallen. Ze kregen er snel de grote steden onder controle, maar het lokale Volksfront van Tigray (TPLF) vecht terug in de bergen en het platteland. (Lees verder onder de foto).
Volgens de Verenigde Naties begaan beide kampen wreedheden, maar vooral het Ethiopische en Eritrese leger worden ervan beschuldigd om de bevolking van Tigray uit te hongeren en te terroriseren door groepsverkrachtingen en moorden van burgers op grote schaal, plunderingen en het verdrijven van mensen.
De internationale gemeenschap zit ermee verveeld dat de Ethiopische premier Abiy Ahmed enkele jaren geleden de Nobelprijs voor de Vrede kreeg wegens het sluiten van vrede met Eritrea en een interne democratisering van Ethiopië. Concreet kon Abiy Ahmed het TPLF uit Tigray van de macht isoleren nadat dat front tussen 1991 en 2017 aan de macht was in Ethiopië. (Lees verder onder de foto).
De noordelijke provincie Tigray werd eeuwen voor Christus de "wieg van de Ethiopische beschaving". Semitische invloeden uit Jemen versmolten er met lokale tradities en nadien kwam daar het christendom bij. Onder het koninkrijk van Axum vormde Tigray een belangrijke regionale macht te land en ter zee waar de Romeinen en Perzen rekening mee moesten houden. Volgens een traditie zou de Ark des Verbonds toen beland zijn in Axum en wordt die nu nog bewaard in de grote kathedraal daar.
In de middeleeuwen verschoof het zwaartepunt van Ethiopië zuidelijker in het hoogland, naar de Amhara, een van de grootste bevolkingsgroepen van het land. Tigray raakte gemarginaliseerd, zowel onder het keizerrijk als onder de communistische dictatuur van Haile Mariam Mengistu (1974-1991). In die tijd woedde een grote hongersnood in de streek. Het Tigrese Volksfront TPLF werd de kern van een opstand die in 1991 Mengistu kon verdrijven en de controle over het land overnam. Dat bleef echter nazinderen bij de veel grotere Amhara, die dus enkele jaren geleden onder Abiy Ahmed opnieuw de macht konden overnemen.
Bekijk hieronder de reportage van Stijn Vercruysse in "Terzake":
