Direct naar artikelinhoud
ReconstructieMilieuvervuiling

Wie wist wat wanneer over PFOS?

Zuhal Demir, Ben Weyts en Joke Schauvliege.Beeld BELGA / DM

Hoewel zeventien jaar geleden de problematiek rond het PFOS-dossier in Zwijndrecht voor het eerst in het Vlaams ­Parlement werd aangekaart, is er een onderzoekscommissie nodig om alle info los te krijgen. Wie wist wat wanneer? Een reconstructie in drie bedrijven.

1. Vroege alarmsignalen

18 maart 2004. In de commissie voor Leefmilieu in het Vlaams Parlement voelt Johan Malcorps (Agalev, de voorloper van Groen) zijn partijgenoot en bevoegd minister Jef Tavernier aan de tand. Uit onderzoek van de Universiteit Antwerpen blijkt dat bij dieren in het Antwerpse natuurreservaat Blokkersdijk zorgwekkend hoge PFOS-waarden gemeten zijn.

Blokkersdijk ligt op een boogscheut van 3M, de chemiereus die tot begin jaren 2000 PFOS vervaardigde. De muizen uit het natuurgebied vertoonden de hoogste PFOS-waarden die ooit bij muizen aangetroffen waren. De link met 3M lag voor de hand.

De vraag van Malcorps is de eerste keer dat PFOS op de parlementaire agenda komt, 17 jaar voor de onderzoekscommissie wordt opgericht. Maar de interpellatie van Malcorps doet weinig stof opwaaien. Hij wordt net niet weggelachen door Tavernier. PFOS verdwijnt snel weer uit de aandacht.

Twee jaar later is het 3M dat zelf naar buiten komt met PFOS-verontreiniging. Het bedrijf brengt dan het departement Omgeving van de Vlaamse overheid op de hoogte dat er PFOS-verontreiniging opgedoken is in het grondwater. Ook de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM), de bouwheer van het aangrenzende Oosterweel-project, wordt ingeseind. In 2008 wordt de verontreiniging in de aangrenzende Palingbeek ook op de gemeenteraad van Zwijndrecht besproken.

Nergens gaan echt alarmbellen af. Bij BAM, in essentie een bouwbedrijf, is PFOS tot dan toe niet bekend, klinkt het vandaag. En bij de overheid staat PFOS niet geboekstaafd als een probleem dat verontrustender is dan andere verontreiniging. Het is de rode draad doorheen de geschiedenis van het PFOS-probleem: pas de laatste jaren is, volgens de meeste betrokkenen, echt duidelijk geworden dat er gezondheidsrisico’s verbonden zijn aan hoge concentraties van de waterafstotende stof. Daarom is er nooit ingegrepen.

De 3M-fabriek in Zwijndrecht.Beeld BELGA

Die verklaring klopt maar ten dele. Al in 2004, toen het onderzoek van de UA afgerond werd, was duidelijk dat de stof bijzonder schadelijk en zelfs kankerverwekkend was voor kleine knaagdieren. Maar er waren lang daarvoor al indicaties dat PFOS en het verwante PFOA ook voor de mens niet zonder risico waren. Het is wellicht een van de redenen dat bedrijven als 3M of Dupont begin jaren 2000 op eigen initiatief de productie van het goedje stopzetten. PFOS en PFOA, die allebei behoren tot de groep PFAS-stoffen, zijn waterafstotende chemicaliën die amper natuurlijk afbreekbaar zijn.

In de VS werd in die tijd duidelijk dat er problemen op til waren. In 1999 wordt DuPont, een van de concurrenten van 3M, een eerste keer in de hoek geduwd door advocaat Robert Bilott, voor de gevolgen van PFOA-verontreiniging rond een fabriek in West-Virginia. In 2003 waarschuwde het Amerikaanse milieu-agentschap EPA voor de gevaren van PFOA voor foetussen. Tegen 2004 wezen studies op het verhoogd aantal kankers bij DuPont-werknemers en omwonenden. Wie nog verder terug wil gaan, vindt al vergelijkbare studies in de vroege jaren 90. Die studies werden weliswaar lange tijd betwist door de industrie zelf.

Het is aannemelijk dat de Vlaamse overheid niet op de hoogte was van die zorgwekkende studies. Maar 3M moet er wel van geweten hebben. Toch heeft het er alle schijn van dat het bedrijf op geen enkel moment zelf op de mogelijke gezondheidsrisico’s heeft gewezen.

Merkwaardig is wel dat de auteur van de studie aan de Universiteit Antwerpen direct na zijn doctoraatsverhandeling in 2005 aan de slag gaat bij 3M. 

2. Gezondheid komt op de voorgrond

In 2008 is PFOS in de bodem en het grondwater geen prioriteit voor de BAM. De reden: Oosterweel ligt op apegapen. Met een referendum belanden de plannen een jaar later zelfs grotendeels in de prullenmand. Het zal jaren duren voor Oosterweel dan toch weer mogelijk wordt.

In maart 2017 is het dan zover: er wordt een historisch akkoord over Oosterweel gesloten. Na meer dan twintig jaar politieke discussie en strijd van verschillende actiegroepen was er eindelijk overeenstemming gevonden over het tracé van de nieuwe Antwerpse ring. Eindelijk zouden de werken kunnen aanvatten en kwam er een oplossing voor de eindeloze files rond de stad. Een mooie overwinning voor burgemeester Bart De Wever (N-VA) met het zicht op de gemeenteraadsverkiezingen in 2018. Het dossier waar vooral de groene oppositie al jarenlang op hamerde was van de baan.

Binnen het stadsbestuur was de vaste wil er om het nu te laten vooruitgaan. Het had al lang genoeg geduurd. Dat er bij de werken op vervuilde gronden gestoten zou worden, was bovendien te verwachten. “Je begint te graven in een van de grootste havens van Europa met heel wat industrie”, gaf ook toenmalig intendant Alexander D’Hooge gisteren nog aan op Radio 1.

Enkele maanden later, in september 2017, krijgt de BAM de resultaten binnen van bodemonderzoek dat een jaar eerder gestart was op Linkeroever. Het onderzoek toont hoge PFOS-concentraties aan op de Oosterweel-site. David Van Herreweghe, voorzitter van de raad van bestuur van BAM, vreest dat die verontreiniging ook in het woongebied verspreid zou kunnen zijn, maar daar werd geen onderzoek gedaan.

Wat volgt is een periode van ongeveer een maand waarin Vlaanderen talloze kansen gemist lijkt te hebben om de situatie in eigen handen te nemen.

Een weiland in Zwijndrecht met op de achtergrond de Oosterweel-werken.Beeld © Eric de Mildt

Cruciaal is een vergadering op 18 september 2017, met het politiek stuurcomité van de Oosterweel-werken. Daarin zit de top van de Vlaamse regering en van het Antwerpse stadsbestuur. Onder meer Geert Bourgeois (N-VA), Joke Schauvliege (CD&V), Hilde Crevits (CD&V), Bart De Wever (N-VA) en Koen Kennis (N-VA) tekenen present.

Van Herreweghe informeert hen over de resultaten van het bodemonderzoek en uit zijn bezorgdheden voor de bewoners van Zwijndrecht. Concreet worden die niet, want er zijn geen metingen gebeurd in het woongebied. Op het stuurcomité wordt voorgesteld om een onderzoek te starten, en de bevolking van Zwijndrecht ook te informeren.

Vanuit N-VA klinkt het dat De Wever daar gepleit heeft om inderdaad open kaart te spelen met omwonenden. Een beslissing in die zin stond in een voorlopig verslag van het stuurcomité, maar werd uiteindelijk geschrapt – door Joke Schauvliege, klinkt het. Een andere aanwezige wuift die versie van de feiten weg. “Als dit echt cruciaal was voor N-VA en De Wever, denk ik niet dat ze zich daar zouden laten doen hebben door Schauvliege. Met alle respect voor haar, ik weet wie het pleit gewonnen zou hebben.” De finale tekst, zonder de bewuste passage, wordt door iedereen goedgekeurd. 

Begin oktober bereidt OVAM toch een persbericht voor om de buurtbewoners in te lichten, en legt dat voor aan het kabinet-Schauvliege. De tekst gaat nooit de deur uit. Ook een communicatiemoment voor de omwonenden wordt op het laatste moment afgelast.

Het is nochtans net in die periode, op 6 oktober, dat toxicoloog Jan Tytgat (KULeuven) een rapport doorstuurt waarin hij waarschuwt geen eieren van eigen kippen te eten, als de grenswaarden van de vervuiling overschreden worden. Omdat in hetzelfde rapport staat dat de grenswaarden niet zijn overschreden, beslist OVAM om geen verdere stappen te ondernemen. Wat opmerkelijk is, is dat verschillende aanwezigen op het politieke stuurcomité naar eigen zeggen het rapport van Tytgat nooit hebben ontvangen. OVAM, dat zijn inbreng had mogen leveren, en BAM, dat het rapport bestelde, waren wel op de hoogte.

Blijft de vraag: waarom is er op dat moment geen actie ondernomen? Waarom is er bijvoorbeeld geen extra onderzoek gekomen naar de bodemvervuiling in de buurt? Waarom is bijvoorbeeld het agentschap Zorg en Gezondheid nooit uitgebreid geïnformeerd over wat de mogelijke risico’s waren? “Dit lijkt me een typisch staaltje van de Vlaamse administratie”, zegt een betrokkene van destijds. “De drempelwaarden zijn niet overschreden, dus alles is oké. Vergelijk het met de coronacrisis. Als het reproductiegetal op 0,99 ligt, wat doe je dan? Alles is officieel oké, zolang je onder de 1 zit. Laat je dat blauwblauw of onderneem je actie?”

Ook daar valt op: heel wat toppers van destijds herinneren zich niet dat er ooit zware discussies waren over PFOS in Zwijndrecht. “Ik wist niet eens wat het was tot het de voorbije weken in het nieuws kwam”, zegt een toenmalig Vlaams zwaargewicht. “Ging het om asbest, dan waren alle alarmbellen afgegaan, maar PFOS stond niet op de radar”, klinkt het elders.

3. Onderzoekscommissie uit het niets

Fast forward naar 2021. Intussen zijn de voorbereidende grondwerken gestart op de Oosterweel-site, waardoor de vervuiling letterlijk wordt boven gegraven. De kwestie belandt steeds hoger op de politieke agenda. Het wordt een zaak van nationaal belang als vorige week woensdag in het Vlaams Parlement minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) plots de deur openzet voor een onderzoekscommissie. “De historiek in dit dossier roept vragen op”, zegt ze. “Ik denk dat het niet slecht zou zijn als er een parlementaire onderzoekscommissie zou komen.” Demir is gefrustreerd omdat ze niet alle informatie tot bij haar krijgt. Alle aanwezigen vallen uit de lucht. Zelfs haar eigen woordvoerder knippert met de ogen. Dit hadden ze niet besproken bij de voorbereiding die ochtend.

Haar suggestie voor een onderzoekscommissie verbaast om verschillende redenen. Binnen de regering had ze er nooit over gesproken, noch had Demir gesignaleerd dat dit dossier weleens problematisch zou kunnen worden. Ook in het parlement had ze eerder vrij geruststellende en vooral technische antwoorden gegeven als er vragen over PFOS en Zwijndrecht kwamen. In een commissiezitting van 1 juni maakte ze wel al een eerste keer de suggestie om hoorzittingen over het dossier te houden.

Maar wat vooral opvalt: Demir was zelf nog niet op de hoogte van alle details in dit dossier. Had ze als minister niet de middelen om alle informatie tot bij haar te krijgen? Intussen is gebleken dat partijgenoten van haar, zoals De Wever, Bourgeois en Weyts, de vervuiling in september 2017 hadden besproken op het politieke stuurcomité van Oosterweel. Had ze hen niet kunnen aanspreken, vragen haar huidige collega-ministers zich af. 

3. Onderzoekscommissie uit het niets
Beeld DM

Een andere vraag die zich opdringt: heeft ze dan geen vat op haar eigen administratie? Demir is vooral gefrustreerd over de opstelling van OVAM. Op maandag 31 mei heeft Demir een onderhoud met topvrouw Henny De Baets, maar duidelijke antwoorden blijven uit. Als ze alle mogelijke informatie opvraagt bij haar, volgen slechts partiële antwoorden, zo klinkt het op het kabinet-Demir. Aanvankelijk ontvangt de minister bijvoorbeeld enkel een eerste deel van de studie van Tytgat uit 2017. Het tweede deel, waarin wordt aangeraden bij ernstige vervuiling geen eieren van eigen kippen te eten, krijgt ze pas eind vorige week. 

Demir voelt aan dat ze stilaan controle verliest op het dossier. Vrijdag 4 juni beslist de regering om met Karel Vrancken een ‘opdrachthouder’ aan te stellen, die het dossier in handen moet nemen en de coördinatie tussen de verschillende administraties en kabinetten moet stroomlijnen. 

Als de dinsdag erop, op 8 juni, Vlaams welzijnsminister Wouter Beke (CD&V) in het parlement verklaart dat zijn administratie pas een week eerder op de hoogte is gebracht van het PFOS-dossier door OVAM, voelt ze al helemaal nattigheid. Bovendien communiceert bouwheer Lantis ook nog eens die dag over de dading die het met 3M sloot over de behandeling van de vervuilde grond op de site. Op dat ogenblik kent ze de inhoud van die dading niet. Omdat woensdag in het parlement vragen daarover blijven komen, en er elke dag nieuwe elementen lijken op te duiken, neemt ze de vlucht vooruit: een onderzoekscommissie.

Zo veroorzaakt ze spanning in de eigen partij. Vanuit de Antwerpse partijtop vertrekken verontruste signalen. In het parlement is vooral fractieleider Wilfried Vandaele (N-VA) boos. Hij ziet de afspraken die hij binnen de meerderheid maakte, doorkruist. Daar was afgesproken hoorzittingen te houden, maar Demir was daarvan niet op de hoogte. 

De suggestie dat Demir met haar actie haar eigen positie binnen de N-VA wil opvijzelen ten nadele van huidig viceminister-president Weyts of zelfs minister-president Jan Jambon, wordt zowel binnen de regering als binnen haar partij afgedaan als onzin. Ze houdt zich al vakminister netjes binnen haar bevoegdheden en heeft eerder nooit blijk gegeven Weyts, laat staan haar oude mentor Jambon, stokken in de wielen te steken, klinkt het bij verschillende bronnen. 

“Ze wilde vooral vermijden dat dit dossier aan haar blijft kleven”, zegt een prominente N-VA’er. Als minister van Leefmilieu en Energie heeft Demir met de stikstofdiscussie en de zonnepanelensaga al verschillende, in haar eigen woorden, ‘shit-dossiers’ op haar bord liggen. Dat ze ook nog eens de geschiedenis zal ingaan als de ‘PFOS-minister’ kan ze missen als tandpijn. Liever profileert ze zich als minister die oplossingen zoekt, los van contraintes uit het verleden.

De spanningen werden afgelopen zaterdag grotendeels weggemasseerd op het N-VA-partijbestuur. Ook daar zagen ze dat haar zet goed uitdraaide bij de publieke opinie. Bovendien kunnen lastige vragen, ook voor De Wever, Weyts en Kennis, beantwoord worden door te verwijzen naar de onderzoekscommissie. Er volgt afgelopen woensdag nog een getelefoneerde bolwassing van Jambon in het parlement over haar “voortvarendheid”, maar de rangen zijn intussen gesloten.

Binnen de regering heeft de sortie van Demir er stevig ingehakt. De collega-minsters voelden zich te kijk gezet. Dat intussen naar zowat alle Vlaamse media gelekt werd dat de communicatie voor de omwonenden in 2017 strandde bij het kabinet van Schauvliege, zien zij als een weinig collegiale zet van de N-VA. Jambon doet intussen zijn best om de cohesie weer te herstellen. Intussen blijft wel het beeld hangen van een Vlaamse regering die de controle kwijt is en een onderzoekscommissie in het parlement nodig heeft om de feiten volledig op een rij te krijgen.