Advies EU-Hof: Francken krijgt ongelijk, positief advies voor Syrisch gezin over humanitair visum

In de zaak rond een humanitair visum voor een Syrisch gezin spreekt de advocaat-generaal bij het Europees Hof van Justitie zich in zijn advies positief uit voor zulke gezinnen. Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) krijgt dus ongelijk. Het advies is wel niet bindend, de uitspraak ten gronde volgt pas later. Het Hof kan er nog van afwijken.

De zaak draait rond de interpretatie van de Europese verordening die de gemeenschappelijke visumregels vastlegt. In de veelbesproken kwestie weigert Francken een gezin met twee kinderen een humanitair visum te verstrekken om daarmee in België asiel aan te vragen. Een van zijn argumenten is dat de aanvraag in ons land moet gebeuren, niet in een Belgische ambassade of een consulaat.

De advocaat-generaal bij het Europees Hof Mengozzi volgt die redenering alvast niet. Volgens hem moeten de lidstaten een humanitair visum afgeven "wanneer zwaarwegende gronden bestaan om aan te nemen dat bij weigering personen die om internationale bescherming verzoeken, zullen worden blootgesteld aan folteringen of onmenselijke of vernederende behandelingen".

Voor Mengozzi "staat het vast dat verzoekers in Syrië in elk geval een reëel risico liepen op een uiterst onmenselijke behandeling die duidelijk onder het verbod van artikel 4 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie valt". Volgens de advocaat-generaal kon ons land - "vooral gezien de beschikbare informatie over de situatie in Syrië" - niet tot de conclusie komen dat niet hoefde te worden voldaan aan de positieve verplichting die voortvloeit uit dat artikel 4 van het Handvest.

Procedure gevolg van prejudiciële vraag Raad Vreemdelingenbetwistingen

Vorig jaar was er veel heisa ontstaan naar aanleiding van een Syrisch gezin uit Aleppo dat zo'n visum had aangevraagd op de Belgische ambassade in de Libanese hoofdstad Beiroet. Deze procedure was het gevolg van een prejudiciële vraag van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen in verband met een andere gelijkaardige zaak.

Het Hof raadt aan om op de vragen van de Belgische Raad voor Vreemdelingenbetwistingen te antwoorden dat een EU-lidstaat in gevallen zoals dit "een dergelijk visum dient af te geven wanneer zwaarwegende gronden bestaan om aan te nemen dat bij weigering daartoe het directe gevolg is dat die onderdaan een behandeling dreigt te ondergaan die in strijd is met artikel 4 van het Handvest, en hem een wettelijke mogelijkheid wordt ontnomen om gebruik te maken van zijn recht om in die lidstaat internationale bescherming aan te vragen".

Naar aanleiding van de zaak nam Francken contact op met zijn Europese collega's om hen ervan te overtuigen dat de uitspraak verregaande implicaties kan hebben voor het asiel- en migratiebeleid in de EU. Uiteindelijk zullen naast België nog 14 andere Europese landen en de Europese Commissie tussenkomen bij het Hof. 

Meest gelezen