Direct naar artikelinhoud
AchtergrondAuto-industrie

Duitsland vreesde de komst van de elektrische auto. Onterecht, zo blijkt

In een Volkswagenfabriek in Dresden wordt een elektrische auto in elkaar gezet.Beeld AFP

De tijd van pessimisme voor de Duitse auto-industrie lijkt voorbij. Een rapport van milieuclub Transport & Environment voorziet een fikse stijging van het aantal personenwagens. Met dank aan de spectaculaire opmars van de elektrische auto.

Het waren sombere woorden die Volkswagentopman Herbert Diess enkele jaren geleden uitsprak: als we niet oppassen, dreigt voor welvarende Duitse steden als München en Stuttgart hetzelfde lot als Detroit en Turijn. Steden die ooit floreerden dankzij de auto-industrie, maar in verval raakten toen fabrikanten in deze steden niet snel genoeg reageerden op veranderingen en hun rol werd overgenomen door anderen.

We houden te lang vast aan onze verbrandingsmotoren, vond Diess. Nu zijn die nog winstgevend, maar binnenkort worden ze gepasseerd door de elektromotor en de accu. Als we niet veranderen, zullen Aziatische autobouwers, toch al een geduchte concurrent, het overnemen en verliezen vele duizenden mensen hun baan en raken onze steden in verval.

Diess zag het somber in: de Duitse auto-industrie had volgens hem een kans van fiftyfifty om de transformatie succesvol te doorlopen.

Spectaculaire groei

De tijd van somberte lijkt voorbij; een rapport van Transport & Environment, de internationale milieuclub en luis in de pels van de auto-industrie, voorziet dat het goed komt. Het aandeel personenauto’s dat de komende jaren uit Duitsland komt, zal alleen maar stijgen. T&E baseert zich op een analyse uit april van IHS Markit, waarin de marktonderzoeker stelt dat in 2030 naar verwachting 37 procent van de accu-auto’s tegen die tijd zal worden geproduceerd in Duitsland. Dat is een spectaculaire groei ten opzichte van de 29 procent nu, van een industriesector die toch al een van de grootste ter wereld is. Rond die tijd zullen in Duitsland naar verwachting vijf miljoen auto’s worden gebouwd.

Een deel van de groei is te danken aan Tesla, zegt hoofdauteur Yoann Gimbert van het T&E-rapport. De Amerikaanse fabrikant opent binnenkort een fabriek in Berlijn, waar op termijn jaarlijks een half miljoen e-auto’s van de band moeten rollen. Bestaande fabrikanten zullen naar verwachting hun productieaandeel behouden.

Waar Duitsland tot voor kort de komst van de e-auto vreesde, lijken de kansen nu juist gekeerd. Volgens hetzelfde rapport van IHS zal Duitsland relatief meer dan andere Europese autolanden profiteren van de komst van (deels) elektrische voertuigen: auto’s met een elektromotor zullen de terugval van de verbrandingsmotor ruimschoots compenseren.

Verbrandingsmotor verliest terrein

Momenteel is het nog niet erg zonnig, de autoverkopen liggen een kwart lager dan een jaar geleden. “Volledig herstel van de markt zal nog een jaar vergen, maar particuliere kopers weifelen in toenemende mate of ze nog een auto met een verbrandingsmotor moeten nemen”, zegt Stan Berings, partner en sectorleider automotive bij PricewaterhouseCoopers. “De verbrandingsmotor verliest nu duidelijk terrein.”

Het lijkt een kwestie van tijd of de e-auto neemt de rol over van de aloude benzine- of dieselversie. Grote vraag is of fabrikanten er net zo goed aan zullen verdienen. De marges zouden nu veel kleiner zijn, doordat fabrikanten onder Europese emissieregelgeving gedwongen waren het aantal elektrische auto’s op te voeren, om de totale uitstoot van CO2 omlaag te krijgen. Doordat de technologie nieuw is, de productieaantallen verhoudingsgewijs gering en accu’s kostbaar zijn, wordt er weinig tot geen winst gemaakt. “Momenteel wordt er ongeveer break-even gedraaid en marges hangen nauw samen met de prijs van componenten”, aldus Berings. Maar de aanname dat elektrische voertuigen eenvoudig en goedkoop te fabriceren zijn, is nog niet bewaarheid, stelt hij.

Dalende productiekosten

Gimbert van T&E zegt geen zicht te hebben op marges van fabrikanten. “Maar volgens een studie van BloombergNEF dalen de productiekosten van elektrische auto’s zo snel,dat een e-auto in 2026 tegen dezelfde kosten kan worden gemaakt als zijn fossiele tegenhanger.”

Eén knelpunt lijkt tegen die tijd alvast opgelost: de accucapaciteit. Inmiddels zijn maar liefst twintig reuzenfabrieken gepland in Europa, met een totale geschatte capaciteit van 730 gigawattuur in 2030. Dat is in theorie genoeg voor 7,3 miljoen e-auto’s met een accu van 100 kilowattuur.

Overigens krijgen veel autofabrikanten een veeg uit de pan in het rapport van T&E: alleen Volvo en Volkswagen zijn goed op weg om hun elektrische doelen te halen. Alle andere hebben wel mooie plannen, maar doen volgens de milieuorganisatie te weinig om de doelen echt te halen.