Direct naar artikelinhoud
GetuigenissenHongerstaking

‘Ik voel me eigenlijk in alles een gewone Belg. Alleen ben ik het niet’: zij houden een hongerstaking in Brussel

‘Ik voel me eigenlijk in alles een gewone Belg. Alleen ben ik het niet’: zij houden een hongerstaking in Brussel
Beeld Tim Dirven

‘Je denkt: als ik hard genoeg werk, dan komt op een dag vanzelf de beloning. Ja, niet dus.’ De hongerstaking van mensen zonder papieren in twee Brusselse universiteiten en de Begijnhofkerk is al weken aan de gang. Vijf hongerstakers vertelden ons op 3 juli wat hen daartoe bracht.

Herlees hun relaas:

‘Dromen van Wachtebeke’

Atta Ullah, 34 jaar, Pakistaan, Begijnhofkerk

‘Dromen van Wachtebeke’
Beeld Tim Dirven

“Mijn vrienden gaan op vakantie, zij maken trips naar Nederland of Frankrijk. Ze vragen me of ik met hen meega, maar dat kan natuurlijk niet. België is een prachtig land, maar er hoeft niet veel te gebeuren of je botst op een controle, en dan moet je naar de gevangenis. Dus voel je je de hele tijd een soort crimineel, terwijl je geen idee hebt wat je misdaan zou kunnen hebben.

“De laatste jaren overkomt het me niet zo gauw meer. Ik zigzag door het leven. Als je illegaal bent, leer je dat vanzelf. Je bent altijd op je hoede, je leeft heel voorzichtig. Je probeert onzichtbaar te zijn. Ik neem nooit de metro of de bus. Ik ben alert. Ik denk dat ik een bijkomend zintuig heb ontwikkeld. Ik doe alle verplaatsingen te voet en kijk altijd naar de grond. Dan val je minder op.

“Elf jaar geleden ben ik uit Peshawar gevlucht. Vanwege het geweld. De uitzichtloosheid. Mijn moeder was gestorven en ik stond er alleen voor. Ik had in Pakistan een diploma bedrijfsmanagement, en ik dacht Nederlands te kunnen leren in Temse, en dan verder te studeren, maar dat ging niet. Ik had niet de nodige papieren. Dus werk ik. Elf uur op een dag, en dan geven ze je 35 euro. Ik heb in winkels gewerkt, in een restaurant, in een carwash in Temse. Ik ben ook kantoren gaan poetsen. Mijn droom? (lacht) Terugkeren naar Wachtebeke. Ik heb daar even gewoond. Het is daar erg mooi en rustig. Ooit wil ik daar terug wonen, maar misschien is dat niet erg realistisch.”

‘Elke dag hetzelfde’

Ghalam Lardjam, 53 jaar, Algerijn, Begijnhofkerk

‘Elke dag hetzelfde’
Beeld Tim Dirven

“Wij zijn werkmensen. Ik werk om te kunnen eten en om rond te komen. Ik heb een diploma elektromechanica. Ik heb op de markt gestaan, in de bouw gewerkt. Altijd dertien à veertien uur op een dag voor 30 euro. Soms werk je twee dagen per week, soms drie. Ik ben hier nu veertien jaar en elke dag is hetzelfde. Werken of werk zoeken. Je denkt: als ik hard genoeg werk, dan komt op een dag vanzelf de beloning. Ja, niet dus.

“Ik zie niet zo goed meer. Mensen zeggen dat ik elke dag een beetje meer scheel kijk. Ik denk dat het komt door de honger. Ik heb voor niks nog energie. Ik woog een maand geleden 105 kilo, nu 88. Veel mensen hier in de kerk hebben kinderen die naar school gaan. Die zijn voorbestemd om op hun achttiende verjaardag in dezelfde situatie terecht te komen als wij.

“Ik heb een paar keer een relatie gehad, maar het gaat altijd mis. Want jij bent altijd degene die problemen veroorzaakt. Ik kan dat niet goed uitleggen. Er woedt een constante onrust in je, een constante stress. Niet dat je gaat vechten of zo, maar je wordt overal en iedere keer weer aan de kant gezet. Ik ben nooit in aanraking gekomen met de politie, dat niet nee. Ik heb een tijd in Hasselt gewoond en leerde daar Nederlands, dat helpt. 

“Ik heb al mijn toekomstdromen afgebouwd. Een familie stichten, kinderen hebben: het gaat niet meer gebeuren, dat weet ik intussen wel. Vragen wij zo veel? Wij dachten dat als we met meer dan vierhonderd zouden zijn, de regering niet anders zou kunnen dan ons zien. Gisteren heeft iemand hier in de kerk zijn arm open gesneden.”

‘Wij zijn graantjes’

Aissa, 49 jaar, Algerijnse, Begijnhofkerk

‘Wij zijn graantjes’
Beeld Tim Dirven

“Ze hebben me maandag naar het ziekenhuis gebracht. De dokter raadde me aan te stoppen, want ik breng mezelf in gevaar. Hij vroeg me of ik het niet gewoon kon beperken tot dagelijks wat soep. In het begin was de pijn vooral fysiek, nu is het meer moreel. Het groeiende besef dat het de regering niks kan schelen, ook al moet dit ongeveer het allerlaatste zijn wat we nog konden proberen.

“Ik vind het zo triest dat ze zeggen: ‘Ga nog eens in beroep.’ Al jaren steken wij geld in procedures die nergens toe leiden. Ik zeg: ‘Het is jullie systeem van regularisatie dat geen duidelijke criteria heeft.’ Ik woon nu negen jaar in België. Ik geef bijles in vzw’s en ik ben voltijds lesbegeleidster van een kind van een Franse zakenvrouw die veel reist en zelf tijd te kort komt. Ik doe dat met heel veel liefde en plezier.

“Mijn zoon woont hier sinds zijn zevende. Hij heeft hier zijn hele schoolparcours afgelegd, maar zodra hij afstudeert zal ook hij enkel in het zwart kunnen werken. Zijn land is hier, hij is hier opgegroeid. Hij is me hier twee keer komen bezoeken en gaat helemaal niet akkoord met wat ik doe. Hij zegt: ‘Mama, dit is niet de manier om iets af te dwingen!’ Ik begrijp hem wel, hij heeft zijn hele leven nog voor zich. Ik doe het niet zozeer voor mezelf, ook voor hem. Het gaat erom gehoord te worden, om dat andere deel van de bevolking duidelijk te maken met hoevelen wij zijn. Wij zijn allemaal graantjes. En samen vormen wij een groot brood. Toch?”

‘Ik wil leven’

Ismaïl, 26 jaar, Marokkaan, VUB

‘Ik wil leven’
Beeld Tim Dirven

“Ik ben hier vier jaar, ik heb elke dag gewerkt. Tenminste, tot de bouw en de horeca stilvielen vanwege de pandemie. Ik zie nu echt geen andere mogelijkheid meer. Ik zit hier om te sterven, ik zit hier omdat ik eindelijk eens wil gaan leven. Ik kwam naar België in de hoop iets op te bouwen. Een gezin, een structuur. Een leven. Je woont eerst tijdelijk samen in een kamertje met drie vrienden en elk een matras. Je maakt jezelf wijs dat het tijdelijk is. En op een gegeven moment kom je op het punt dat je beseft dat er niks verandert.

“Ik heb wel een abonnement van de MIVB (Brusselse vervoersmaatschappij, DDC), waar ik elke maand voor betaal. Ik rij nooit zwart. Ik betaal mijn huur en mijn kosten. Ik voel me eigenlijk in alles wat ik doe en betaal een gewone Belg. Alleen ben ik het niet. Elke dag is er die angst. Je gaat inkopen doen in Molenbeek en opeens staan daar twee agenten die je pas willen zien, en de rest van de namiddag zit je in een politiecel.

“Deze week haalden we met onze actie de pers, zelfs de buitenlandse media. Dat geeft dan even een opstoot van energie, want de informatie circuleert snel, maar aan het eind is het resultaat toch weer negatief. Of hij dat nu wil of niet, elke tweet van een politicus over onze actie heeft tot rechtstreeks gevolg dat mensen radeloos worden, scheermesjes inslikken zelfs.”

‘Nul rechten’

Karima Zubairi, 45 jaar, Marokkaanse, VUB

‘Nul rechten’
Beeld Tim Dirven

“Ik ben kokkin. Ik werk in een vrij bekend restaurant vlak bij de Grote Markt in Brussel. De meesten in de keuken daar zijn illegaal, net als ik. Het bedienend personeel, dat zijn vooral jobstudenten. De vaste uurtarieven in het zwart zijn 6 à 7 euro per uur, of 30 euro per dag. Als het evolueert, evolueert het in de foute richting. Dan werk jij al jaren in het zwart tegen 30 euro per dag en is er opeens iemand die het voor 20 wil doen. Ja, dan ben jij degene die kan ophoepelen. We proberen solidair te zijn, maar dat is niet evident. Je hebt nul rechten, dus kan je het alleen maar ondergaan.

“Ik kwam naar hier, ik was alleenstaand, ik had geen kinderen. Ik wou mezelf opwerken en ik dacht: bescheiden beginnen, als je bereid bent hard te werken, dan komt het wel goed. Elf jaar later blijkt er niets te zijn veranderd. Elk dag tien, elf tot twaalf uur werken voor 30 euro, of minder. Elke dag die onrust, die stress. Op straat om je heen kijken. Te horen krijgen dat je aanvraag weer eens is verworpen.

“Ik had het mij heel anders gedroomd. Bij zoveel mensen in mijn omgeving lukte het, hier iets op te bouwen. Bij mij niet. Je kunt dit allemaal toch niet laten gebeuren? Wij zijn bij deze actie met bijna vijfhonderd. Allemaal mensen die hun leven op het spel zetten omdat er achter hen nog eens zoveel duizenden anderen staan. Ziet men dan niet dat het iets structureels is geworden? Gaan Sammy Mahdi (staatssecretaris voor Asiel en Migratie, CD&V, DDC) en de andere ministers straks gewoon op vakantie vertrekken?”