Longread

ONDERZOEK CURIEUZENEUZEN IN DE TUIN

Hoe hitte onze steden ’s nachts doet zweten

zaterdag 10 juli 2021

Waar we overdag met groen en schaduw verkoeling kunnen brengen in onze tuin, zijn we ’s nachts behoorlijk weerloos tegen stedelijke koorts. De 5.000 gazondolken van CurieuzeNeuzen in de Tuin geven een unieke inkijk in die dynamiek.

Het was even wennen na dat koele voorjaar, toen half juni dan toch de ventilatoren moesten worden bovengehaald. Vooral voor bewoners van grote steden sloeg de stedelijke koorts toe. In de nacht van 16 op 17 juni lagen velen te woelen, bij temperaturen die rond middernacht tussen 20 en 25 graden bleven hangen. In het ommeland was het vaak veel koeler.

We weten dat het hitte-eilandeffect, waarbij steden beduidend warmer zijn dan het omliggende gebied, stadsbewoners in hogere mate blootstelt aan hittestress. Maar over de exacte dynamiek ervan valt nog veel te ontdekken. De 5.000 gazondolken van CurieuzeNeuzen in de Tuin geven met hun temperatuurdata die om de 15 minuten worden opgenomen, een unieke inkijk in dat proces.

Om het hitte-eilandeffect te bestuderen, kijken we naar de luchtsensor op 12 centimeter boven de grond. De temperatuur daar is vergelijkbaar met de temperatuur die we zelf voelen in onze tuin. Het hitte-eilandeffect is het zuiverst waar te nemen ’s nachts: gebouwen, asfalt en beton nemen overdag warmte op, en geven die ’s avonds weer af.

Lastiger slapen in de stad

In die warme nacht van 16 juni was het om middernacht in de Vlaamse steden gemiddeld twee graden warmer dan op het platteland. Op het koelste moment van de nacht was het verschil drie graden. Dat lijkt niet veel, maar het is dan ook de gemiddelde temperatuur van alle stadstuinen tegenover de gemiddelde temperatuur van alle plattelandstuinen. Als je weet dat lokale weersomstandigheden, bodemtype of reliëf ook een stevige stempel drukken en dat ons platteland sterk verstedelijkt is, zijn die paar graden verschil heel significant, zegt Jonas Lembrechts, ecoloog aan de UAntwerpen en wetenschappelijk begeleider van het project. ‘Ondanks alle variatie blijft de vingerafdruk van het hitte-eilandeffect overeind. Vergelijk het met de opwarming van de aarde: twee graden lijkt niet veel, maar achter dat gemiddelde gaan grote verschillen schuil.’

Vergelijking tussen de temperatuur (op 12cm hoogte) in de stad en op het platteland tijdens een warme heldere nacht (16-17 juni).

Het Vlaamse gemiddelde maskeert grote lokale verschillen tussen steden en hun ommeland. In Antwerpen had je in het centrum om middernacht uitschieters tot 23 graden en meer, terwijl het in het omringende platteland vaak onder de 17 graden bleef. Over heel Vlaanderen is het contrast nog veel groter: tussen de warmste en de koelste tuinen zat om middernacht ruim 15 graden verschil.

14,4 - 16,2 °C
16,2 - 18,0 °C
18,0 - 19,8 °C
19,8 - 21,6 °C
21,6 - 23,4 °C
23,4 - 25,2 °C
25,2 - 27,0 °C
27,0 - 28,8 °C

Dat scheelt enorm als je ligt te slapen, zegt Lembrechts. ‘Tot 18 graden slaap je comfortabel, daarboven wordt het voor veel mensen lastiger. Hoe warmer het buiten is, hoe moeilijker je de warmte die in je huis hangt, kwijtraakt. Op het platteland koelt het ’s nachts doorgaans af, waardoor je kunt ventileren. In de stad lukt dat niet meer. Het enige wat dan nog rest, zijn energievretende airco’s. Dat stuwt je elektriciteitsfactuur de hoogte in en bovendien warmen die airco’s de buitenlucht verder op.’

De 5.000 gazondolken illustreren prachtig dat ritme doorheen de nacht. Bekijken we deze animatie van de nacht van 7 op 8 juni: om acht uur ’s avonds is het overal nog ongeveer even warm (oranje en rode stippen). Maar naarmate de avond en de nacht vorderen, zie je grote verschillen. Terwijl het op het platteland geleidelijk afkoelt (blauw tot donkerblauw), blijft de warmte in verschillende steden hangen (oranje en lichtblauwe stippen).

Bekijk ook de andere animaties >

Dit voorjaar vielen de temperaturen nog mee. Maar dit patroon geeft duidelijk weer wat we bij de volgende hittegolf mogen verwachten. Naarmate de klimaatverandering onze zomers heter maakt, zullen ook de gezondheidsrisico’s die gepaard gaan met hittestress toenemen.

Hét hitte-eilandeffect bestaat niet

Interessante vaststelling daarbij: hét hitte-eilandeffect bestaat niet. Elke stad heeft haar eigen dynamiek. Hoe groter en dichter bebouwd, des te groter het hitte-eilandeffect. Als grootste stad springt Antwerpen eruit. Maar ook in Gent, Mechelen of Leuven blijft de warmte tot in de vroege ochtend hangen.

7,2 - 9,0 °C
9,0 - 10,9 °C
10,9 - 12,7 °C
12,7 - 14,5 °C
14,5 - 16,4 °C
16,4 - 18,2 °C
18,2 - 20,1 °C
20,1 - 21,9 °C

Steden als Genk of Kortrijk springen op de kaarten minder in het oog. ‘Veel hangt af van hoe compact een stad gebouwd is’, zegt Lembrechts. ‘Genk heeft bijvoorbeeld een minder dichtbebouwd stadscentrum, maar eerder een breed uitgespreide bebouwing. Compactere steden hebben stedenbouwkundige voordelen, maar moeten in hun stadsplanning rekening houden met voldoende koeling.’

7,2 - 9,0 °C
9,0 - 10,9 °C
10,9 - 12,7 °C
12,7 - 14,5 °C
14,5 - 16,4 °C
16,4 - 18,2 °C
18,2 - 20,1 °C
20,1 - 21,9 °C

Ook regionale verschillen vallen op. Zo heb je in de Kempen en Limburg op warme dagen vaak temperatuurpieken. De zandgrond warmt sneller op en er is geen verkoelende zeebries die verlossing brengt. Maar in de loop van de nacht koelen de Kempische en Limburgse tuinen goed af. ‘Zandgrond warmt sterker op in de zon, maar verliest ook snel weer zijn warmte’, legt Lembrechts uit. ‘Het verschil tussen dag en nacht is dus meestal groter in de Kempen dan aan de kust.’

Het hitte-eilandeffect is bovendien een dynamisch fenomeen dat elke nacht anders ervaren kan worden. ‘Het effect is het meest uitgesproken tijdens heldere nachten, warm of koud’, zegt Lembrechts. ‘Maar op bewolkte of regenachtige nachten is er weinig van te merken. Dan krijgen klassieke weerpatronen de overhand, zoals een regenbui die de warmte wegspoelt of een koudefront dat over het land trekt. Die regen is vaak niet gelijkmatig over de regio verdeeld, waardoor andere patronen op de stippenkaart verschijnen.’

7,2 - 9,0 °C
9,0 - 10,9 °C
10,9 - 12,7 °C
12,7 - 14,5 °C
14,5 - 16,4 °C
16,4 - 18,2 °C
18,2 - 20,1 °C
20,1 - 21,9 °C

Zo blijkt uit de KMI-gegevens van juni dat het in de regio rond Kortrijk een pak minder geregend heeft dan gemiddeld, waardoor het daar lokaal ’s nachts warmer kon zijn dan in andere streken. Die regionale verschillen kunnen de grootte van het hitte-eilandeffect in elke stad van dag tot dag beïnvloeden.

Een extreem voorbeeld van de impact van weersfenomenen zien we in de nacht 20 op 21 juni, toen een warmte-onweer vanuit Frankrijk over Vlaanderen rolde. Je ziet heel duidelijk hoe een blauwe golf van west naar oost rolt, en alle warmte wegspoelt.

Bekijk ook de andere animaties >

Een verschil van dag en nacht

Maar echt interessant wordt het wanneer we dag en nacht vergelijken. Want overdag speelt het hitte-eilandeffect veel minder. De CurieuzenNeuzen-data toonden al aan dat je in stadstuinen even goed verkoeling kan vinden in de schaduw van gebouwen en bomen. Hoe je je tuin inricht, heeft een grote impact op hoe die tijdens de dag aanvoelt, maar ook op de opwarming van de bodem, en dus hoe planten en bodemleven gedijen in je tuin.

Dat bleek toen we maximumtemperatuur in de tuinbodem bekeken. Tegen de verwachtingen in was er op die stippenkaart geen sprake van een hitte-eilandeffect: de tuinbodems in de stad zijn overdag niet noodzakelijk warmer dan die op het platteland.

Maar op de stedelijke koorts ’s nachts en hoe wij die ervaren wanneer we slapen, hebben we minder impact. ‘De warmte verspreidt zich ’s nachts doorheen de stad, en blijft er hangen tussen de gebouwen, als een warm deken’, zegt Jonas Lembrechts.

Waar de bodemtemperatuur overdag een diffuus beeld vertoont, zie je in de kaart met de luchttemperatuur ’s nachts duidelijke patronen.

 

Het is de eerste keer dat dit fascinerende verschil zo nauwkeurig met een sensornetwerk in kaart wordt gebracht.

Zijn we ’s nachts dan weerloos tegen stedelijke koorts? ‘Niet helemaal’, zegt Lembrechts. ‘We zien nog steeds grote verschillen tussen tuinen die dicht bij elkaar liggen. Je hebt wel degelijk een invloed als tuinier. Dat kan te maken hebben met de hoeveelheid groen of verharding in je tuin, en hoeveel warmte jouw tuin ’s avonds dus afgeeft. Dat willen we verder analyseren. In een tuin met tien bomen heb je misschien een koelere voorsprong.’

En wat als de buren ook tien bomen hebben? En de rest van de wijk ook? Dan heb je samen een klein bosje. ‘Dat is de interessante vraag’, zegt Lembrechts: ‘We zien onze tuinen als een geïsoleerde plek, maar vanuit klimaatperspectief vormen ze één groot park. Als we samenwerken kunnen we misschien wél een hefboom vormen tegen het nachtelijke hitte-eilandeffect.’

Dat is dan een kwestie van collectieve verantwoordelijkheid van buren, maar ook van stadsplanning en landschapsinrichting waarbij parken en natuurgebieden dicht bij de stad een sleutelrol kunnen spelen. ‘We gaan verder uitzoeken hoe groot die collectieve inspanning moet zijn om een effect te hebben’, zegt Lembrechts.

Credits

Tekst: Ine Renson
Information design & development: Andy Stevens, Tina Boeykens
Art direction: Gert Verbelen
Data: CurieuzeNeuzen in de Tuin, Frederik De Bleser