Direct naar artikelinhoud
PostuumPeter R. de Vries

Peter R. de Vries (1956 - 2021): onverschrokken en vasthoudend op zoek naar de waarheid

Peter R. de Vries (1956 - 2021): onverschrokken en vasthoudend op zoek naar de waarheid
Beeld anp

Misdaadjournalist Peter R. de Vries speelde een belangrijke rol bij het oplossen van vermissingen en spraakmakende misdaden. Hij had een ‘bloedhekel’ aan machtsmisbruik, hypocrisie en onrechtvaardigheid. Donderdag overleed hij, negen dagen na te zijn neergeschoten in het centrum van Amsterdam.

Een anekdote uit het leven van Peter R. Vries: het is 1982 en hij heeft een afspraak op station Amersfoort. De beginnend misdaadjournalist van De Telegraaf  is gebeld door iemand die interessante informatie zegt te hebben over de zogenoemde showbizzmoord op de Hilversumse platenbaas Bart van der Laar – een van de spraakmakendste zaken van dat moment.

Maar nadat De Vries op het station door twee mannen in een auto is opgepikt, blijkt dat ze hem erin hebben geluisd. Hij wordt overmeesterd, geblinddoekt en geboeid, en meegenomen in de richting van Emmen.

Die avond eisen de ontvoerders twee miljoen gulden losgeld van De Telegraaf. De volgende ochtend hebben ze spijt: een van de ontvoerders wil De Vries vrijlaten en terugbrengen. Maar dan moet hij wel rustig meegaan, bedenkt de ontvoerder. Om die reden zet hij twee koppen koffie. Aan de beker voor De Vries voegt hij wat slaapmiddel toe.

Alleen: de ontvoerder drinkt de verkeerde koffie op, de kop met het slaapmiddel. En eenmaal in de auto sukkelt de kidnapper achter het stuur in slaap.

Het is 13 januari 2021 als Peter R. de Vries deze anekdote aan collega-journalisten vertelt in de perskamer van de zwaarbeveiligde rechtbank in Osdorp. Zo meteen begint een voorbereidende zitting van de strafzaak Marengo, waarin De Vries als vertrouwenspersoon van de kroongetuige fungeert. Maar er is nog tijd voor thee, en een ontvoeringsverhaal.

‘Toen mijn ontvoerder in slaap was gevallen, kon ik het stuur overnemen’, zegt De Vries op onderkoelde toon. ‘Vervolgens heb ik hem afgezet bij het politiebureau.’

Op de vraag of hij sindsdien nog bij vreemde tipgevers in de auto is gestapt, reageert De Vries verbaasd. ‘Ja hoor, waarom niet?’

Want bang, dat was De Vries niet zo snel.

Donderdag overleed hij, op 64-jarige leeftijd. Negen dagen nadat hij is neergeschoten.

Leerling-journalist

Ruim 43 jaar geleden begint Peter R. de Vries als leerling-journalist bij De Telegraaf. Van jongs af aan lijkt het hem prachtig om verslaggever te worden. ‘Een journalist staat overal vooraan met zijn neus en krijgt daar dan ook nog voor betaald’, vertelt hij in december 2019 in het Radio 1-programma De Diepte In.

Dus als hij op 1 maart 1978 – ‘opgevouwen in zijn derdehands Mini Cooper’ – afreist naar de redactie van De Telegraaf als leerling-journalist, denkt hij: ‘Dat is me toch mooi gelukt.’

Al snel specialiseert hij zich in misdaadverslaggeving, in die tijd een nog onontgonnen terrein. In de zomer van dat jaar schrijft hij over zijn eerste moordzaak. Verspreid over Den Haag zijn vuilniszakken aangetroffen met daarin lichaamsdelen van een bejaarde vrouw. ‘Ik had visioenen van een slager, van een bruut, van een wrede psychopaat die dat arme omaatje in stukken had gesneden’, aldus De Vries in het radioprogramma.

Het blijkt anders te liggen. Een jonge vrouw, rond de twintig jaar, uit India is de dader. Zij is door de bejaarde vrouw onder haar hoede genomen tijdens een reis. Maar eenmaal in Nederland blijkt de oude vrouw een dwingende dame, die het meisje geen enkele ruimte geeft. Tijdens een ruzie steekt het meisje de vrouw met een broodmes. De vrouw bloedt direct dood en het meisje is doodsbang dat ze zal worden teruggestuurd naar India. ‘Uit louter praktische overwegingen heeft ze de oude dame toen in de badkuip aan stukken gesneden’, aldus De Vries. Voor hem is het meteen een wijze les die hij zijn hele carrière niet meer zal vergeten: de werkelijkheid kan heel anders zijn dan wat je op het eerste gezicht verwacht.

Ontvoering Heineken

In de jaren tachtig van de vorige eeuw groeit De Vries uit tot een bekende journalist dankzij zijn primeurs over de Heineken-ontvoering, en in 1987, dan net de dertig gepasseerd, breekt hij definitief door met zijn boek De ontvoering van Alfred Heineken.

De bestseller brengt ook iets anders teweeg: tussen Heineken-ontvoerder Cor van Hout en De Vries groeit langzaam een bijzondere vriendschap. Ze zijn leeftijdgenoten, allebei Amsterdammers en houden van Ajax. ‘We hadden een bepaalde chemie met elkaar’, vertelde De Vries daar eerder over in de Volkskrant. ‘Dat was wel wonderlijk. Dat vond ik zelf ook lastig.’ En als Van Hout in 2003 wordt geliquideerd, plaatst De Vries in De Telegraaf  een overlijdensadvertentie: ‘De meest bijzondere man die ik in mijn leven heb ontmoet, is dood.’

Volgens De Vries heeft Van Hout hem als misdaadverslaggever een andere wijze les geleerd: er hoeft maar weinig te gebeuren in een mensenleven waardoor het fout kan lopen, waardoor je toch het criminele pad kiest. Zo omschrijft hij in het in 2013 verschenen boek De R van rebel: van kruimeldief tot crimefighter, hoe hij zelf als kind rebelleerde tegen zijn ouders. In de zesde klas van de lagere school werd Peter R. de Vries – de R staat voor Rudolf – samen met een vriendje betrapt bij het stelen van een pen bij de V&D. De twee jongens belanden in de cel, en zijn vriendje wordt niet veel later opgehaald door zijn ouders. Maar vader De Vries laat zijn zoon tot ’s avonds laat in de cel zitten, expres, om het hem af te leren.

Kattenkwaad

‘Ik groeide op in een beschermde wijk in Amstelveen. Als ik kattenkwaad uithaalde en de politie kwam, zeiden mijn ouders: wat moeten de buren hier wel niet van denken. Cor groeide tien kilometer verder op, in de verpauperde Staatsliedenbuurt. Als Cor kattekwaad had uitgehaald en de politie kwam, belden daarna de buren aan en zeiden zij: Wat moesten die klerelijers hier?’, zei De Vries in 2019 hierover in een radio-interview. Oftewel: het had ook met hem verkeerd kunnen aflopen, als zijn ouders en omgeving niet goed hadden gereageerd op zijn jeugdzondes.

In de jaren na de Heineken-ontvoering ontwikkelt De Vries zich tot een fenomeen waar niemand in de rechtspraak meer omheen kan, tot iemand die zowel geliefd is als bekritiseerd wordt en die de confrontatie nooit uit de weg gaat. In zijn eigen tv-show Peter R. de Vries, misdaadverslaggever reconstrueert hij – met behulp van verborgen camera’s en infiltranten – onopgeloste moordzaken. En ook op verdachten stapt De Vries zonder blikken of blozen af: ‘Je liegt aan alle kanten.’ ‘Het is gewoon stuitend.’ ‘Je bent medeplichtig.’

Vermissingen en moorden

Honderden moorden en vermissingen zal De Vries uiteindelijk onderzoeken. Van de gerechtelijke dwaling in de Puttense moordzaak tot de uiteindelijke ontmaskering van Willem Holleeder. Van de moord op Marianne Vaatstra tot de verdwijning van Natalee Holloway. In elke spraakmakende zaak lijkt wel een rol voor hem weggelegd.

En werd er in de jaren negentig nog afhoudend en geïrriteerd gereageerd op de inmenging van de vasthoudende misdaadverslaggever, ‘nu hoort hij gewoon bij de scene’, zei rechter en emeritus-hoogleraar strafrecht Theo de Roos vorig jaar over hem. ‘Je kunt ook niet om hem heen. Hij heeft een goede, relevante inbreng. In justitiële kringen wordt hij gezien als a fact of life, ze hebben met hem leren leven.’

Met zijn strenge snor en nasale stem verwerft De Vries zelfs een tijdje bijna een cultstatus. Zo verschijnt in 2003 een bordspel waarmee je, met behulp van een kartonnen mini-De Vries, mysteries oplost onder het motto ‘Met dit spel heeft u altijd een alibi’.

Zelf heeft De Vries zich altijd misdaadjournalist genoemd, maar dat is een term die al decennia de lading niet meer dekt. Hij is ook commentator, houdt lezingen en geeft second opinions in vastgelopen rechercheonderzoeken. Daarnaast runt hij jarenlang een advocatenkantoor met onder anderen zijn zoon Royce, met wie hij ook een sportmanagementbureau opricht. Ook treedt hij in verschillende strafzaken op als belangenbehartiger en woordvoerder van de nabestaanden. En hij wordt soms opgeroepen als getuige – zoals in de strafzaak tegen Willem Holleeder.

Perfectionist

In eerdere profielen die over hem verschenen in de Volkskrant omschrijven oud-collega’s en vrienden hem als een perfectionist. Van zijn naaste collega’s eist hij kwaliteit, en zelf werkt hij volgens het ‘onmiddellijkheidsbeginsel’: waarom wachten met iets tot morgen, als je het ook nu meteen kunt doen.

Hij heeft een bloedhekel aan machtsmisbruik, hypocrisie en onrechtvaardigheid, zeggen oud-collega’s over hem. En in 2005 zei zijn jongere broer Wouter: ‘Wij De Vriesjes hebben geen overdreven eerbied voor ceremonieel vertoon en gezag. We hebben meer de neiging om door gezag heen te breken.’ Hij vertelde dat hun vader – die in het verzet tegen de Duitsers had gezeten – een keer tijdens dodenherdenking had gezegd: ‘De echte helden staan daar niet met een lintje.’ ‘Dat heeft wel invloed op ons gehad.’

Perfectionist
Beeld AFP

Vraag je aan vrienden en bekenden hoe ze Peter R. de Vries dan wel zouden definiëren, dan luidt het antwoord vaak: ‘Als Peter R. de Vries.’ Want hij is met niemand te vergelijken. ‘De verschillende rollen die hij vervult, vloeien naadloos in elkaar over’, vertelde zijn vriend en collega Peter Schouten vorig jaar in de Volkskrant.

Waar andere journalisten vinden dat je een zakelijke distantie moet houden, objectief moet proberen te blijven en geen belangenbehartiger bent, beschouwt De Vries die houding juist als een ‘eendimensionale’, en zelf soms ‘hypocriete’ taakopvatting. Want, stelt hij, ‘als verslaggever verdiep je je in zaken en heb je intensief contact met betrokkenen. Soms is er zoveel contact dat er een bepaalde band ontstaat en dat mensen je ook om advies vragen. Dan zeg ik niet: zoek het zelf maar uit. Ik probeer mensen te helpen.’

Vertrouwenspersoon

In de zomer van 2020 voegt De Vries nog een rol toe: hij wordt vertrouwenspersoon van Nabil B., de kroongetuige in het Marengo-proces tegen onder anderen Ridouan T. Het is een weloverwogen keuze. Een waarvan hij weet dat het kritiek én gevaar met zich meebrengt. Kritiek omdat nooit eerder een misdaadjournalist een vertrouwenspersoon van een kroongetuige werd, en gevaar omdat in 2018 B.’s onschuldige broer werd doodgeschoten en in 2019 advocaat Derk Wiersum werd vermoord.

In het Radio 1-programma De Diepte In vertelt De Vries in december 2019 dat hij al meteen na de moord op Wiersum nadenkt over de vraag of hij B. kan helpen. Kort na Wiersums dood krijgt hij een telefoontje uit het huis van bewaring. ‘Ik werd gebeld door een Marokkaanse man die een beetje in paniek was. Hij zei dat hij Nabil B. was. Hij vroeg of ik hem bij wilde staan, zoals ik ook de familie van Nicky Verstappen en anderen had bijgestaan.’

‘Na enig nadenken’ besluit De Vries het te doen. ‘Ik vind dat je op zo’n moment moet opstaan, een rechte rug moet tonen en niet moet buigen voor terreur.’ Hij informeert de top van het Openbaar Ministerie. Maar die laat niet veel later weten dat het telefoontje niet van Nabil B. afkomstig was. Mogelijk was het van één of andere grappenmaker.

Daarmee lijkt de kous af. Tot het voorjaar van 2020, dan wordt De Vries opnieuw met die vraag benaderd. Ditmaal wél door de echte Nabil B. De kroongetuige zit op dat moment in een benarde positie: de anonieme opvolgers van Wiersum zijn gestopt om veiligheidsredenen en botsende karakters. Hij heeft dringend iemand nodig die hij hem kan adviseren en van juridische bijstand kan voorzien.

Geheime locatie

En opnieuw denkt De Vries over het verzoek na, ditmaal met zijn goede vriend Peter Schouten, die tevens advocaat is. Na enkele gesprekken met B. op een geheime locatie besluiten ze het te doen. Samen. Later sluit advocaat Onno de Jong aan. De Vries wil er niet voor worden betaald. Hij vindt het een verzoek dat je niet kan weigeren, maar heeft geen zin in gezeur met het Openbaar Ministerie over geld.

Van het gevaar dat zo’n besluit mogelijk met zich meebrengt, is hij zich bewust. In het interview op Radio 1 zegt hij kort na de arrestatie van hoofdverdachte Ridouan T. dat het ‘naïef is om te denken dat dan alles afgelopen is, en er geen moorden meer zullen plaatsvinden. Als iemand in de gevangenis zit, kunnen er nog steeds moorden uit zijn naam, of met zijn medeweten, worden gepleegd. Of het kan zijn dat hij handlangers al opdrachten gegeven heeft voordat ie gepakt werd.’

Maar de mogelijke gevaren schrikken De Vries niet af. Als misdaadjournalist moet je een ‘bepaalde onverschrokkenheid’ hebben, vindt hij. ‘Je moet ergens voor staan. Ik heb niet voor niets op mijn rechterbeen een tatoeage staan. On bended knee there is no way to be free.’

Hij hield er zelf altijd rekening mee dat hij slachtoffer kon worden van zijn eigen gedrevenheid. ‘Ik ben net zestig jaar geworden’, zei hij in 2017 in de perskamer van de extra beveiligde rechtbank in Osdorp tijdens het Holleeder-proces. ‘Dat heb ik toch maar mooi gehaald. Dat mag gerust een wonder heten.’