Direct naar artikelinhoud
ReportageTheux

Onze reporter trok met een bestelwagen vol hulpgoederen naar het getroffen Theux: ‘Het blijft maar komen’

In Seraing richt het Rode Kruis een sorteercentrum in.Beeld Wouter Maeckelberghe

Vanuit het hele land is een enorme karavaan van vrijwilligers op gang gekomen die goederen naar de overstroomde regio’s brengen. De Morgen-verslaggeefster Joanie de Rijke ging mee helpen.

Seraing, zondagmorgen 11 uur. Twaalf mannen komen luid zingend met honderden pakken tampons aangezet. “En dat is nog maar een fractie van wat we in de opslag hebben liggen,” grijnst André Elen. Hij is van Rocourt, een deelgemeente van Luik, en sinds zaterdag is hij met een groep buurtbewoners in de weer om de massa hulpgoederen die uit het hele land toestromen een plaats te geven.

“Gisteravond zijn er acht vrachtwagens toegekomen plus twee opleggers met spullen uit Antwerpen, Mechelen, Kortrijk, Schoten, Gent, weet ik waarvandaan allemaal. Het is ongelofelijk hoeveel we binnenkrijgen. Behalve massa’s tampons en maandverbanden zitten er hele partijen gloednieuwe schoenen bij. En wàter dat we hebben. We kunnen het niet aanslepen, zo veel.”

De spontane solidariteitsacties op sociale media voor de getroffen gebieden draaien op volle toeren. Zowat elke lokale Facebookgroep is in de weer met inzamelingsacties voor onze Franstalige landgenoten. Hordes volgestouwde camionetten en vrachtwagens trokken het afgelopen weekend naar de regio Luik.

“Het is fantastisch dat zoveel mensen zich inzetten”, zegt Jan Poté van het Rode Kruis, “Maar er is al zoveel toegekomen dat we de mensen aanraden voorlopig te stoppen met nog meer goederen in te zamelen. We weten op dit moment nog niet of we ze allemaal kunnen gebruiken.”

Onze reporter trok met een bestelwagen vol hulpgoederen naar het getroffen Theux: ‘Het blijft maar komen’
Beeld Wouter Maeckelberghe

Solidariteit

Omdat we zelf ook niet naast het enorme aantal solidariteitsoproepen konden kijken, besluiten we op zaterdag om ons als vrijwilliger op te geven en met een camionette vol goederen naar het rampgebied te rijden. Dat de coördinatie hier en daar nog hapert, mag niet baten. Als we de jonge enthousiasteling uit Kortrijk om halfacht ’s morgens uit zijn bed bellen omdat hij niet op de plaats van afspraak staat en we de verzamelde goederen niet kunnen ophalen, heeft hij in een mum van tijd een ander adres voor ons geregeld.

We tuffen naar Gavere-Asper, waar een koppel ons ongeduldig staat op te wachten. Hun oprit ligt stampvol met materiaal. “Ik heb het aan mijn hart en mag me eigenlijk niet te veel inspannen,” zegt Lies Verschuere. “Maar ik kon niet thuis blijven toekijken hoe die arme drommels aan de andere kant van het land zo afzien. Dus zijn we in actie geschoten.”

Met een wagen vol luiers, beddengoed, pakken pasta, ontsmettingsmiddelen, regenlaarzen en massa’s schoenen rijden we naar Seraing, waar het Rode Kruis net een toeleveringscentrum heeft ingericht. We zijn de eerste camionette die aankomt, horen we als we de hal binnenrijden. Een team van vijftien vrijwilligers komt toegesneld om ons materiaal uit laden.

De hulpgoederen stromen toe uit alle hoeken van het land.Beeld Wouter Maeckelberghe

“We verwachten vandaag een grote toestroom van goederen,” zegt Vinciane Ernst van het Rode Kruis uit Luik. “Overal in de regio worden centra ingericht om de spullen te stockeren. Hopelijk kan er straks al meteen een en ander afgeleverd worden in Luik en Theux. Er hebben zich in elk geval heel veel vrijwilligers aangemeld, dus we zien het zitten. Aan helpende handen geen gebrek, integendeel.”

Onze eigen lading spullen is nog niet gelost of de ene na de andere vrachtwagen komt aangereden. De brandweer van Luik, een koppel uit Marke, een familie uit Antwerpen, een groep scouts van Oostende. Overal klinkt het: “We gaan niet zitten toekijken hoe ze daar moeten ploeteren. Als het bij ons gebeurt, zijn we ook blij als we hulp krijgen.”

De berg spullen in de sporthal groeit razendsnel. We sjouwen honderden zakken met dekbedden, tientallen dozen met kinderkleding. Dierenvoeding en hygiënisch materiaal is het hardst nodig, zegt Ernst als de dozen zich maar blijven opstapelen. Een tiental vrouwen staat aan de tafels kinderkleertjes te vouwen. Ook hier klinkt het: “Het blijft maar komen.”

Water en tomatensaus

De twaalf zingende mannen uit Rocourt zijn aan hun tweede lading bezig: water. Te midden van de dekbedden, pampers en pakken pasta met tomatensaus heeft zich een gigantische rij aan flessen water gevormd. En het blijft komen. Even snel als de pakken water worden uitgeladen, laadt een andere groep vrijwilligers ze weer in, in een vrachtwagen van de provincie Luik. De flessen moeten naar Theux, horen we. En we kunnen mee om ze te helpen uitladen. Omdat we pal achter de provinciewagen rijden, passeren we moeiteloos alle wegblokkades waar agenten het verkeer tegenhouden. 

In het centrum van Theux is het water weggetrokken. De bewoners zijn volop bezig met puin ruimen. Omdat het een warme dag is, wordt er met bakken bier gesjouwd om wat ontspanning en verkoeling te brengen. We houden halt voor het winkeltje van Lucas Luca en zijn vrouw Ghislaine, een plek die iedereen in Theux kent. Op de tafels voor de winkel liggen massa’s broden en zelfgebakken wafels. “Nee, we hebben jullie water niet nodig”, klinkt het als we de enorme voorraad willen uitladen. De vrouw achter de tafel met broden wijst naar de gang achter zich. “Ga maar eens kijken, we hebben echt genoeg.”

De gang staat inderdaad barstensvol flessen water, tot aan de nok toe. “We gaan het in een school verderop droppen”, zegt de chauffeur van de provinciewagen. “Het komt goed. Maar misschien toch een tip: wacht even met nog meer te brengen. Het is een hele coördinatie om alles op de juiste plaats te krijgen. Over een paar dagen weten we hopelijk meer.”