Waalse regering moet in eigen vlees snijden voor heropbouw. Di Rupo: ‘We hebben kolossaal veel geld nodig’

 ©  BELGA

Het Rampenfonds zal aan Waalse kant moeten worden herzien, het geldpotje voor het relanceplan voor na corona moet worden aangesproken. Voor de 2 miljard euro die de Waalse regering uittrekt voor de heropbouw moeten harde keuzes gemaakt worden.

Karlien Beckers

Hoeveel de wederopbouw in Wallonië zal kosten is niet duidelijk, maar dat er aan de overkant van de taalgrens in eigen vel gesneden zal moeten worden, is duidelijk. In een eerste raming spreekt de Waalse overheid alvast 2 miljard euro. Van die 2 miljard is 800 miljoen euro afkomstig van het Waalse relanceplan voor na corona. Get Up Wallonia, het relanceplan om Wallonië een nieuwe (economische) dynamiek te geven werd eind mei door een trotse Di Rupo voorgesteld (DS 22 mei). Een aantal projecten van dat plan zullen geschrapt worden, welke is nog niet duidelijk. 200 miljoen is afkomstig van de schatkist en zal in het Rampenfonds gepompt worden. Daarmee zullen slachtoffers al een gedeeltelijke vergoeding kunnen krijgen. Het overige miljard moet op de financiële markten gevonden worden met een ‘klassieke’ lening.

Wetswijziging Waals Rampenfonds nodig

De Waalse burgemeesters wordt gevraagd om voorschotten van 2.500 euro te verstrekken aan de getroffen inwoners om de eerste nood te lenigen, zowel voor mensen die verzekerd zijn als voor zij die niet verzekerd zijn. De leningen zullen renteloos zijn, slachtoffers moeten er beroep op kunnen doen om de periode tot het rampenfonds en de verzekeringen uitbetalen te overbruggen. Maar niet alleen dat: in Vlaanderen was Vlaams minister-president Jan Jambon snel om de bevolking te wijzen op hun brandverzekering om een deel van de financiële schade op te verhalen. In Wallonië zou dat probleem wel eens omvangrijker kunnen zijn. Om mensen die niet verzekerd zijn verder te helpen, zal het Rampenfonds in Wallonië moeten worden aangepast. De Waalse regering zal daarvoor de nodige wetswijzigingen voorstellen in het Waals Parlement.

Er komt een huisvestingsplan, waarin 25 miljoen voorzien is voor de lokale sociale huisvestingsmaatschappijen en 50 miljoen voor noodhuisvesting of huisvesting door de lokale besturen, OCMW’s of gemeenten.

Zelfstandigen en KMO’s kunnen renteloze voorschotten van 50.000 euro krijgen via de Waals financieringsmaatschappij Sowalfin. Grotere ondernemingen kunnen voorschotten tot 75% van de geschatte schade aanvragen bij Sogepa, een andere Waalse financieringsmaatschappij.

Voor de getroffen gemeenten wordt 5 miljoen euro vrijgemaakt, die onmiddellijk beschikbaar is via de provinciegouverneurs. Het geld, dat de gemeentes via het CRAC (Regionaal centrum voor hulp aan gemeenten) krijgen, dient voor dringende stabiliteits- en veiligheidswerken.

Het gewest stuurt ook personeel naar de gemeenten om gedurende drie maanden te helpen in het crisisbeheer.

Op de A601 is in samenwerking met de gemeenten, intercommunales en het gewest een terrein vrijgemaakt voor de voorlopige opslag van de massa puin en afval dat door de overstromingen gecreëerd werd. ‘We zoeken nog andere plaatsen’, verklaarde Elio Di Rupo. Alles wordt ook in het werk gesteld om de objecten en bomen te verwijderen uit de waterlopen, vervolgde de minister-president.

‘Kolossaal veel geld nodig’

Di Rupo waarschuwt dat de totale kostprijs nog kan oplopen. ‘We moeten eerlijk zijn, we hebben kolossaal veel geld nodig; een bedrag waar we vandaag nog geen volledig zicht op hebben’, zegt Di Rupo. De Waalse overheid zal daarom een fonds oprichten waar mensen een gift op kunnen maken.

Di Rupo stelt dat er bij de herstellingswerken ook rekening moet gehouden worden met nieuwe overstromingen. ‘We moeten de uitdagingen van een “klimaatnoodtoestand” meenemen in de werken’, klinkt het.

Wallonië hoopt beroep te kunnen doen op het Europese Solidariteitsfonds. Daarvoor moet de som van de kosten voor het gehele land meer zijn dan 2,78 miljard euro. Per provincie zouden er dan maximumbedragen zijn waarop ze aanspraak kunnen doen.

Correctie 21/07/2021: Oorspronkelijk stond in dit artikel dat een brandverzekering ‘verplicht’ is. Deze informatie klopt niet. Een brandverzekering is wettelijk niet verplicht. Dit werd rechtgezet in het artikel.