© Jan Van der Perre

Het padel van de watersport: Alain beoefent razend populaire wing foilen op Galgenweel

Tussen de gezapig varende zeilbootjes die al decennia lang het zicht van het Galgenweel bepalen, duikt er sinds een paar maanden een nieuw soort watersporter op. De wing foiler. Alain De Gendt (54) bracht de populaire sport waar surfers lijken te zweven over het water met een windscherm boven hun hoofd naar zijn thuisbasis op Linkeroever. “Het is uniek dat je het kunt oefenen op een binnenwater zoals hier.”

Rebecca Van Remoortere

Waterratten

Wat valt er in onze provincie allemaal te beleven op, in en rond het water? Welke waterratten strijden waar voor hun plekje? Wat mag er, wat kan er, en – relevant in ons land – wat mag er niet?   

Het Galgenweel, het grootste brakwatermeer van Vlaanderen, is stilaan aan een nieuwe adem bezig. Al jaren zijn het de zeilbootjes van de verschillende zeilclubs daar die voor het grootste stuk het reilen en zeilen van het water bepalen. De concessie van het grootste deel van het Galgenweel vanuit de Vlaamse Waterweg is dan ook in handen van de Vereniging van Zeilgemeenschappen. Die bevat alle zeilclubs op het water daar. Sinds een paar jaar zit er ook wakeboardclub Wake-up Cable in de uithoek van het Galgenweel. En nu is er ook Alain De Gendt met zijn wing foil-community en zijn grote plannen.

Hij scheurt tussen de zeilbootjes door over het water alsof hij zweeft. Boven zijn hoofd houdt hij een foil of groot opblaasbaar windscherm vast. Hij staat op een kort surfboard waaronder een soort verticaal zwaard zit. Door de wind in het zeil en de druk van het water om het zwaard stijgt de plank als het ware op boven water en dan is het volgens Alain een koud kunstje om er vaart in te krijgen.

 © Jan Van der Perre

“Dat is meteen een van de leukste zaken aan het wingen, het is echt niet moeilijk om te leren. Het ziet er misschien spectaculair uit, maar na een uurtje les kun je normaal gezien je plan al trekken. Deze week ga ik het mijn dochtertje van bijna 12 jaar leren. Voor haar heb ik een plank aangepast met een kortere vin onder zodat ze niet zo hoog boven het water zit.”

Alain woont op Linkeroever, het Galgenweel is zijn tuin. Hij ontdekte het wing foilen een paar jaar geleden en trok altijd naar Broechem, naar de zee of naar Nederland om de sport daar te beoefenen. Tot corona kwam en we alleen vlak bij huis mochten sporten. “Ik wist dat er niet veel toegelaten was op het Galgenweel, maar heb me toch eens naar hier begeven om het een kans te geven hopend dat ik niet weggejaagd zou worden. En zo raakte ik aan de praat met Paul Desmet van zeilclub SRNA hier. Hij stond ervoor open om het foilen hier toe te laten of minstens te gedogen. Ondertussen zijn we met een groepje van een twintigtal surfers die op regelmatige basis hier komen wingen, de Galgenwingers noemen we ons.”

 © Jan Van der Perre

Als Alain begint te vertellen over het wind foilen, is hij niet meer te stoppen, maar hij weet de sport wel te verkopen. “Ken je het gevoel wanneer je met de auto over een heuveltje rijdt en je heel even gewichtsloos wordt en dat voelt kriebelen in je buik? Dat is wat je voelt tijdens het wingen. Het is ook te vergelijken met het gevoel van snowboarden in de diepsneeuw. Dat moment dat je zonder weerstand losjes kan glijden in de poedersneeuw, dat is ongeveer ook wat wing foilen is. Als je dat dan kunt doen op het Galgenweel met de Kathedraal en de Boerentoren op de achtergrond aan de horizon, ben je toch helemaal verkocht?”

Al is Alain misschien wel net een paar jaar te laat. Aan de overkant bouwen kranen nieuwe woonblokken naast de recente blokken van de Regattawijk. Die houden de wind voor een groot stuk tegen. “In tegenstelling tot kitesurfen of windsurfen heb je voor het wing foilen echt niet zoveel wind nodig, maar zonder wind kun je niks doen. Zonder woonblokken zouden we hier vaker terecht kunnen. Er zouden ook hoge schermen komen rond de autostrade hier om geluidsoverlast tegen te gaan. Ook die zullen veel wind tegenhouden.”

Vriend van Alain Jeroen Van Hoydonck springt vlotjes de lucht in op zijn plank.

Tijdens ons gesprek aan het water ’s morgens starten ondertussen de eerste zeilkampen op. Kinderen leren er de eerste knepen van het vak in optimistjes, jeugdzeilbootjes. Met reddingsvest aan en vissershoed op hun hoofd vertrekken ze geleidelijk en traag naar het midden van de plas om te oefenen. “Je moet hun blikken zien als ik er passeer. Cool, roepen ze dan luid. Terwijl zij stilletjes zitten te varen snijd ik door het water voorbij. Ik weet zeker dat veel van die kinderen ook veel liever eens een dag zou wingen.”

Eigen winkel in Antwerpen

En dat is ook wat Alain wil bereiken. “Ik wil mijn liefde voor de sport verder doorgeven. Ik wil zelf ook initiaties en kinderkampen geven hier om meer mensen het wing foilen te leren kennen. Ik open op de Sint-Andriesplaats 9 ook een eigen winkel: Foil Wingkel. Met alle materialen die je nodig hebt om de sport te beoefenen. Dat zal voor september zijn.”

 © Jan Van der Perre

Normaal zou die winkel al lang open zijn en zouden de lessen al doorgaan, maar de populariteit van de sport heeft Alain ingehaald. “In 2015 waren er vijf merken die materiaal verkochten voor de sport. Ondertussen zijn dat er 97 geworden. Maar overal lopen de wachttijden hoog op, omdat iedereen de sport wil beoefenen. Mijn bestelde materiaal komt pas in september aan, een paar maanden later dan verwacht.”

Investering

Alain is niet de enige die heeft begrepen dat de sport een plotse vaart heeft genomen. Ondertussen verkoopt zelfs supermarktketen Lidl een wing foil set in de online shop. “Zij vragen 1.700 euro, maar de kwaliteit laat te wensen over. Als je echt wil beginnen met de sport, investeer je best wat meer.”

Het wing foil surfen heeft voor Alain zelfs een belangrijke passie van de troon gestoten. Want door het wingen heeft hij al vier jaar lang geen windsurfplank meer aangeraakt. Opmerkelijk als je weet dat Alain ooit een wereldkampioenschap speed windsurfen won en jaren in een camionette leefde op niet veel meer dan bananen en brood om al zijn geld en energie te kunnen steken in het windsurfen.

Voor dat deel van zijn leven moeten we terug in de tijd. Als kind al woonde ik hier op Linkeroever. Toen het windsurfen nog heel nieuw was rond 1976 stond ik al als gastje van ongeveer acht jaar op een plank. Ik verbouwde met mijn ouders een oude kinderwagen om mijn plank op te kunnen vervoeren naar het Galgenweel en heb mezelf het surfen aangeleerd. Op dagen dat er wind was, was ik ontoerekeningsvatbaar. Ik moest en zou op het water staan. Zelfs familiefeesten of afspraakjes met vriendinnekes liet ik ervoor vallen.”

Van eiland naar eiland hoppen

Alain begon deel te nemen aan competities speed surfen, dat is zo snel mogelijk varen met je plank. “Op mijn 34ste raakte het gedaan met mijn lief. Ik heb mijn huis toen verhuurd, zei vaarwel op mijn job op en kocht een wrak van een camionette. Ik trok naar de Canarische Eilanden. Daar heb ik jarenlang gewoond in mijn camionette en van eiland naar eiland gehopt. Ik at niet veel meer dan bananen, brood en ik nam vitamine c om geen krampen te krijgen tijdens het surfen. Maar heel mijn leven draaide om surfen.”

En zo gebeurde het dat de Antwerpse Alain uiteindelijk een wereldkampioenschap won. “Dat was een wereldtour waarbij je in een jaar tijd verschillende wedstrijden doet. We gingen onder meer naar Namibië, Frankrijk en Fuerteventura. Ik won geen aparte wedstrijd, maar op het einde van dat seizoen was ik de snelste in het klassement. We haalden toen snelheden van meer dan 40 knopen of bijna 80 kilometer per uur.”

Het ultieme doel in zijn carrière was voor Alain 50 knopen halen, ofwel ongeveer 90 kilometer per uur in het windsurfen, maar toen ging het mis. “Je moet goed zijn en je moet het juiste materiaal hebben, maar heel veel hangt ook af van de weersomstandigheden en de locatie. Je moet op het juiste moment op de juiste plaats zijn. Later in mijn carrière was ik nog eens in Namibië om te surfen. De wind stond er perfect om eindelijk die grens van 50 knopen te halen. Maar tijdens mijn eerste run in de opwarming ging er iets mis in de finish waardoor de vin van de plank op mijn voet kreeg. Ik zat in het midden van een woestijndorp met maar twee dokters voor heel de regio. Die hebben er toen het beste van gemaakt, maar mijn voet lag tot op het bot open. De 50 knopen heb ik nooit gehaald.”

Gezicht verbrijzeld

Alain heeft veel blessures gehad. Ook tijdens de korte periode waar hij die andere sport met zeil en plank beoefende: kitesurfen. “Dat heb ik maar heel kort gedaan omdat ik het te gevaarlijk vind. De lijnen waar je kite aan vast hangt zijn moordwapens. Tijdens het kiten kwam de bar die je in je handen houdt gemeen hard tegen mijn neus terecht. Mijn gezicht was verbrijzeld en ongeveer daar hield het kiten op voor mij.”

Dus dringend tijd om terug naar het wingen te gaan. De nieuwste en misschien wel grootste liefde van Alain op het water. “Ik wil zien hoe ver we daar nog mee geraken. Deze week heb ik nog beslist om volgende zomer deel te nemen aan het Dakhla Downwind Challange in Marokko. Dat is een meerdaags evenement waarbij je vijfhonderd kilometer met de wind mee zeilt. Dat doen ze normaal al windsurfend, maar nu gaan er ook deelnemers wingfoilen omdat ik dat gevraagd heb. Dat is elke dag honderd kilometer wingen, slapen in een tentje in de woestijn van Marokko en de volgende dag terug vertrekken. Je moet dat zien als een oneindige golf van 500 kilometer waar je op mee kunt varen.”

Het lijkt wel alsof Alain er zijn leven lang is bij geweest vanaf het begin. Van windsurfen tot wing foilen, hij heeft het prille begin meegemaakt. “Ik was zelfs een van de eersten om een snowboard uit te testen in onze contreien. Dat ging via een samenwerking die ik had met een skiwinkel. Snowboardboots of bindingen waren er toen zelfs nog niet. Ik deed dat toen nog met skibotten die ik dan niet helemaal vastmaakte om meer bewegingsvrijheid op het bord te hebben. Ik denk dat ik ondertussen wel weet wanneer een sport potentieel heeft om groot te worden en dat vertrouwen heb ik in het wingen. Je kunt het een klein beetje vergelijken met de snelle opkomst van padel, alleen is padel in Spanje al heel oud. Het wingen begint wereldwijd nog maar pas.”

 

“Galgenweel moet een zeilplas blijven, maar er zijn kapers op de kust”




De zeilers hebben het voor het zeggen op het Galgenweel. Dat is al jaren zo en dat blijft minstens zo tot 2029. Dan loopt de concessie van de zeilclubs af en wordt er gekeken naar wie de nieuwe concessie krijgt. Iets waar de zeilclubs nu al mee bezig zijn.

De oudste zeilclub SRNA zit al sinds 1879 op Linkeroever. Paul Desmet is er bestuurder. “We zijn nu al alles in het werk aan het stellen om de concessie te behouden. Maar we weten dat er kapers op de kust zijn. Zo heeft een projectontwikkelaar al interesse getoond in de plas hier. Maar het moet een zeilplas blijven”, vindt ook Paul.

Maar dat wil niet zeggen dat uitsluitend zeilboten welkom zijn. “Windsurfers zijn bijvoorbeeld ook welkom, maar zij mogen niet op woensdag of in het weekend komen. Ik ben er vierkant tegen dat het hier zo verloopt, want ook de windsurfers moeten de kans krijgen om lessen te geven op die momenten. Ook het wing foilen kan perfect doorgaan hier, ook al zijn andere zeilclubs er niet helemaal mee opgezet. Ik hoop dat we zover komen dat we voor de wing foilers een plek kunnen voorzien waar ze hun materiaal kunnen stockeren en waar er lessen kunnen gegeven worden.” 

“Zwemmen in het Galgenweel is door de concessie niet toegelaten. Dat zou alleen kunnen als de Vlaamse Waterweg het zou toelaten. We zijn daar in de eerste plaats geen vragende partij voor. We moeten het doen met de oppervlakte die we hebben en als er zwemmers zouden zijn, zou het niet meer veilig zijn om daar met de boten te zeilen.”

“Alles met een zeil moet hier wat mij betreft kunnen. Sinds begin dit jaar maken we ook geen onderscheid mee in welke klasse van bootjes er mogen zeilen. Nu mag men bijvoorbeeld ook met een opblaasbaar bootje uit de Decathlon met een zeil komen varen, dat kon vroeger niet. Suppen mag ook bijvoorbeeld als er niet te veel wind staat. Voor mij hoeft het hier allemaal niet  elitair te zijn. Hoe meer mensen we hier hun ding kunnen laten doen, hoe beter”, aldus Paul.
Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Keuze van de Redactie

MEER OVER